Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE4729

Datum uitspraak2001-11-05
Datum gepubliceerd2002-06-28
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers2200121001
Statusgepubliceerd


Uitspraak

rolnummer 2200121001 parketnummer 1005005297 datum uitspraak 5 november 2001 tegenspraak GERECHTSHOF TE'S-GRAVENHAGE meervoudige kamer voor strafzaken ARREST gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 4 mei 2001 in de strafzaak tegen de verdachte: [verdachte] Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 22 oktober 2001. Tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd. Procesgang In eerste aanleg is de verdachte terzake van het primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van tien jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in verzekering, in voorlopige hechtenis en in het buitenland in uitleveringsdetentie heeft doorge-bracht. De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. Beoordeling van het vonnis Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt. BIJLAGE dat hij op 05 juli 1997 te Rotterdam, opzettelijk en met voorbedachten rade, een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg met een vuurwapen kogels afgevuurd op voornoemde [slachtoffer], daarmee treffend en verwondend die [slachtoffer], tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden. Hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewijsvoering Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandig-heden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het primair bewezenverklaarde levert op: Moord. Strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. Strafmotivering De advocaat-generaal mr. Renckens heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte terzake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in uitleveringsdetentie in het buitenland en in voorarrest in Nederland en heeft doorgebracht. Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft op koele en berekenende wijze het slachtoffer in de onderhavige zaak, te weten [slachtoffer], voor diens woning, op de openbare weg, met een aantal schoten om het leven gebracht. Voorafgaand aan het plegen van het feit heeft de verdachte het slachtoffer gedurende enige dagen geobserveerd, kennelijk met de bedoeling om het meest gunstige moment en de meest gunstige plaats te bepalen om zijn daad tot uitvoer te brengen. Uit de planmatige aanpak van de verdachte blijkt dat de verdachte omtrent het slagen van de door hem uitgevoerde aanslag op het leven van het slachtoffer niets aan het toeval heeft willen overlaten. Door het handelen van de verdachte is de rechtsorde dan ook ernstig geschokt, terwijl ook aan de nabestaanden van het slachtoffer onherstelbaar leed is toegebracht. Het hof is derhalve van oordeel dat op het onderhavige feit niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf zoals in hoger beroep door de advocaat-generaal is gevorderd. Toepasselijke wettelijke voorschriften Het hof heeft gelet op artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht. Verklaart bewezen dat de verdachte het primair tenlaste-gelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat het bewezenverklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert. Verklaart de verdachte strafbaar terzake van het bewezenverklaarde. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIJFTIEN JAREN. Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak ingevolge een Nederlands verzoek tot uitlevering in detentie in het buitenland en in voorarrest in Nederland is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht. Dit arrest is gewezen door mrs. Ritter, Van Boven en Herstel, in bijzijn van de griffier mr. Mulder. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 5 november 2001. Mr. Herstel is buiten staat dit arrest te ondertekenen.