Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF2836

Datum uitspraak2003-01-08
Datum gepubliceerd2003-01-13
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers74954
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Vonnis : 8 januari 2003 Zaaknummer : 74954 / HA ZA 02-473 De rechtbank te Maastricht, enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van: 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EDZ INSTALLATIE BV, gevestigd te Bunde, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EDZ DETACHERING BV, gevestigd te Bunde, eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie, procureur mr. P. Winkens; tegen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VERBÉ ELEKTROTECHNIEK B.V., gevestigd te Susteren, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, procureur mr. J.P.A. Feijen. 1. Het verloop van de procedure Eiseressen, hierna gezamenlijk in enkelvoud te noemen "EDZ", hebben gedaagde, hierna te noemen "Verbé", gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en gevorderd als in die dagvaarding vermeld. Bij die dagvaarding zijn producties overgelegd. Verbé heeft daarna geantwoord in conventie en geconcludeerd voor eis in reconventie, zulks onder het overleggen van producties. Vervolgens heeft EDZ in reconventie onder overlegging van een productie een conclusie van antwoord genomen. Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een comparitie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt. Ten slotte hebben partijen vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is (deels) bepaald op heden. 2. De vordering In conventie 2.1. EDZ heeft in opdracht van Verbé werkzaamheden uitgevoerd ter zake waarvan EDZ aan Verbé een aantal facturen heeft verzonden welke ondanks sommatie niet zijn betaald. EDZ heeft tevergeefs buitengerechtelijke incassokosten moeten maken. 2.2. EDZ heeft op vermelde gronden gevorderd dat Verbé bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen de somma van Euro€ 14.462,32, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Verbé in de kosten van het geding. De vordering wordt door Verbé weersproken, waartoe wordt verwezen naar de conclusie van antwoord. In reconventie 2.3. Verbé heeft opeisbaar van gedaagde sub 1, hierna te noemen "EDZ Installatie", te vorderen een bedrag in hoofdsom van €Euro 6.042,68, op grond van erkende niet betaalde nota's welke zij aan EDZ Installatie zond, van welke nota's in der minne geen betaling te verkrijgen is. 2.4. Verbé heeft op grond van het vorenstaande gevorderd dat EDZ Installatie bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen binnen 8 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis een bedrag van Euro€ 6.042,68, het een en ander met veroordeling van EDZ Installatie in de kosten van de procedure. De vordering wordt door EDZ Installatie weersproken, waartoe wordt verwezen naar de conclusie van antwoord. 3. De beoordeling In conventie 3.1 Als primair verweer voert Verbé aan dat de rechtbank onbevoegd is om van de vordering van eiseres sub 2, hierna te noemen "EDZ Detachering" kennis te nemen, daartoe - kort samengevat - aanvoerend dat de vordering van EDZ Detachering op Verbé Euro 3.738,24 in hoofdsom bedraagt en het door haar te vorderen bedrag samen met renten en kosten de absolute competentiegrens van Euro€ 5.000 niet te boven gaat, zodat de sector Kanton van de rechtbank bij uitsluiting bevoegd is van de vordering kennis te nemen. 3.2 Als niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist staat in rechte vast dat de vordering van EDZ Detachering op Verbé € Euro 3.738,24 in hoofdsom bedraagt en het door haar te vorderen bedrag samen met renten en kosten de absolute competentiegrens van Euro€ 5.000 niet te boven gaat, zodat Verbé terecht de onbevoegdheid van de rechtbank heeft ingeroepen om van de vordering kennis te nemen nu, gelet op het bepaalde bij artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de kantonrechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De rechtbank zal deze zaak met in achtneming van artikel 71 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering naar de kantonrechter verwijzen. In conventie en reconventie Verstaat dat de rechtbank de zaak tussen EDZ Installatie en Verbé tijdens de comparitie van partijen reeds naar de rol heeft verwezen voor het wijzen van vonnis. 4. De uitspraak De rechtbank: In conventie verklaart zich onbevoegd om van de vordering van EDZ Detachering kennis te nemen en verwijst deze zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar de rol van de kantonrechter te Sittard-Geleen van 19 februari 2003 onder zaaknr. 123004, rolnummer 2347/02 voor het wijzen van vonnis; in conventie en reconventie verstaat dat de zaak tussen EDZ Installatie en Verbé naar de rol van 19 februari 2003 is verwezen voor het wijzen van vonnis; houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. Bergmans, vice-president rechter, en ter openbare terechtzitting uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.