Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU7619

Datum uitspraak2005-12-07
Datum gepubliceerd2005-12-07
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers13/123345-04 (zaak A) en 13/462720-05 (zaak B)
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte van afpersing en bedreiging wordt door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan zes voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.


Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM Parketnummers: 13/123345-04 (zaak A) en 13/462720-05 (zaak B) Datum uitspraak: 7 december 2005 op tegenspraak VERKORT VONNIS van de rechtbank Amsterdam, zevende meervoudige kamer B, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, thans (preventief) gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting - Huis van Bewaring “Ter Apel” te Ter Apel. De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna genoemd respectievelijk zaak A1, zaak A2, zaak A3, A4, zaak B1, zaak B2, zaak B3 en zaak B4. De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 16 november 2005 en 23 november 2005. 1. Telastelegging Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaardingen en zoals ten aanzien van zaak B1 ter terechtzitting gewijzigd. Van de dagvaardingen en de vordering wijziging telastelegging zijn kopieën als bijlagen 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De gewijzigde telastelegging geldt als hier ingevoegd. De rechtbank leest het in de twintigste regel van blad 4 van het onder A4 telastegelegde vermelde “200 miljoen” als “300 miljoen”, aangezien hier sprake is van een kennelijke omissie. Door de verbetering van deze omissie wordt verdachte niet in de verdediging geschaad. De rechtbank leest het in de negentiende regel van blad 5 van het onder A4 telastegelegde vermelde “1,2 biljoen” als “1,2 miljard”, aangezien hier sprake is van een kennelijke omissie. Door de verbetering van deze omissie wordt verdachte niet in de verdediging geschaad. 2. Voorvragen … 3. Waardering van het bewijs 3.1. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder A1 is telastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. De verdachte heeft weliswaar bekend de fax, zoals die onder A1 is telastegelegd, te hebben verzonden, maar daarmee is, naar het oordeel van de rechtbank, niet voldaan aan hetgeen is gesteld in artikel 318 van het Wetboek van Strafrecht. Uit de tekst van het betreffende onderdeel van de telastelegging blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet duidelijk waarmee door de verdachte zou zijn gedreigd; met smaad, smaadschrift of met openbaring van een geheim. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie aangegeven dat er in het onderhavige geval geen sprake is geweest van smaad of smaadschrift, maar van openbaring van een geheim. De officier van justitie heeft hierbij verwezen naar het gedeelte uit de telastelegging dat vermeldt “Mastermind 1”. Mocht al gesteld kunnen worden dat eenduidig uit de tekst van de telastelegging valt op te maken dat met “Mastermind 1” een geheim wordt bedoeld, dan is de rechtbank van oordeel dat noch uit het dossier noch uit de telastelegging blijkt waaruit die openbaring van het geheim zou hebben bestaan. 3.2. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte A2. op 24 december 2004 te Leiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld het bedrijf Talpa en [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van 4.000.000 euro toebehorende aan het bedrijf Talpa en/of [slachtoffer 1], een fax heeft verstuurd naar het kantoor van Talpa Holding NV (gevestigd Flevolaan 41a te Naarden) met daarin de tekst: "Uitnodiging Aan: [slachtoffer 1] Datum: 24-12-2004 Afzender: Mevr. [secretaresse] (IGN) Onderwerp: Mastermind 2 & afspraak Geachte heer Het is waar genoegen om u weet te schrijven. Gisterenmiddag hadden wij een afspraak waar u niet op in bent gegaan. Zoals u al hebt gemerkt komt Mastermind 2 langzaam op gang. Wij geven u een tweede kans op 28-12-2004. Onze hoop is dat wij u of iemand van organisatie kunnen ontmoeten in Leiden. In het Cafe van der Werff aan de Steenstraat 2 te Leiden om 21:00 uur. Het eisenpakket blijft hetzelfde. Een vertegenwoordiger van IGN zal er dan zijn. (Ray) Hij is bereid om met jullie te praten. Komt er niemand van u organisatie opdagen dan gaat Mastermind 2 gewoon verder. Daar komt nog een portie geweld bij tegen u en u personeel die we allemaal weten te wonen! Het word wat ernstiger...(zie vorige brief)...Verder intensiveren is nodig als u niet op onze uitnodiging in gaat. Maar u bent zo verstandig dat wij er veel vertrouwen in hebben. Prettig Kersfeest...Tot dinsdag 28 december 2004 21:00 uur Cafe van der Werf-Steenstraat 2 te Leiden. Hoogachtend, Mevr. [secretaresse] (IGN) PS: Ray heeft zwart haar (indonesier)”, A3. op 24 december 2004 te Den Haag, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] (medewerker van het bedrijf Talpa Capital BV gevestigd 's-Gravelandseweg 71 te Hilversum) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte via e-mail opzettelijk die [slachtoffer 2] (vanaf het hotmailadres marcopareira@hotmail.com) dreigend de woorden toegevoegd: "Kom dinsdag naar Leiden, 28-12-2004 Cafe v/d Werff...(zie fax) Mastermind 2 gaat door plus geweld na de 28e..." en/of "Oh ja voor dat ik het vergeet jij hebt straks ook bescherming nodig [slachtoffer 2] ja...Denk aan je gezin". A4. op tijdstippen in de periode van 15 oktober 2004 tot en met 17 december 2004 te Naarden opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse faxen, - zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat die faxen zijn verzonden naar het bedrijf Talpa en bestaande die valsheden hierin dat -in een fax gericht aan de Spaanse voetbalclub Athletico Club de Madrid d.d. 15 oktober 2004 wordt gesteld dat [slachtoffer 1] en/of diens bedrijf Talpa /zijn geïnteresseerd in de overname van het voetbalstadion voor het bedrag van tussen de 250 en 350 miljoen euro en dat de heer [gemachtigde 1] en de heer [gemachtigde 2] door [slachtoffer 1] en/of diens bedrijf Talpa zijn gemachtigd als hun exclusieve gemachtigden/vertegenwoordigers en deze fax is ondertekend door mevrouw [secretaresse] (secretary intermediary Group Netherlands) en -in een fax gericht aan de NFL Europe d.d. 29 oktober 2004 wordt gesteld dat het bedrijf Talpa is geïnteresseerd in het investeren van 300 miljoen euro in de NFL Europe en dat de heer [gemachtigde 3] en de heer [gemachtigde 2] door het bedrijf Talpa zijn gemachtigd als hun exclusieve gemachtigden/vertegenwoordigers en deze fax is ondertekend door mevrouw [secretaresse] (secretary intermediary Group Netherlands) en -in een fax gericht aan de Engelse voetbalclub Leeds United d.d. 26 november 2004 wordt gesteld dat het bedrijf Talpa is geïnteresseerd in het investeren van 400 miljoen euro in de voetbalclub en dat de heer [gemachtigde 3] en de heer [gemachtigde 2] door het bedrijf Talpa zijn gemachtigd als exclusieve gemachtigden/vertegenwoordiger) en dat deze fax is ondertekend door mevrouw [secretaresse] (secretary intermediary Group Netherlands) en -in een fax gericht aan de Italiaanse voetbalclub Lazio Roma d.d. 26 november 2004 wordt gesteld dat het bedrijf Talpa is geïnteresseerd in het investeren van 400 miljoen euro in de voetbalclub en dat de heer [gemachtigde 3] en de heer [gemachtigde 2] door het bedrijf Talpa zijn gemachtigd als hun exclusieve gemachtigden/vertegenwoordigers en deze fax is ondertekend door mevrouw [secretaresse] (secretary intermediary Group Netherlands) en -in een fax gericht aan de Belgische voetbalclub KV Mechelen d.d. 29 november 2004 wordt gesteld dat het bedrijf Talpa de hoop uitspreekt mede-eigenaar van de voetbalclub te worden en deze fax is ondertekend door mevrouw [secretaresse] (secretary intermediary Group Netherlands) en -in een fax gericht aan de Italiaanse voetbalclub AFC Fiorentina d.d. 30 november 2004 wordt gesteld dat het bedrijf Talpa is geïnteresseerd in het investeren van 400 miljoen euro in de voetbalclub en dat de heer [gemachtigde 3] en de heer [gemachtigde 2] door het bedrijf Talpa zijn gemachtigd als exclusieve gemachtigden/vertegenwoordiges en deze fax is ondertekend door mevrouw [secretaresse] (secretary intermediary Group Netherlands) en -in een fax gericht aan de FIFA d.d. 14 december 2004 wordt gesteld dat het bedrijf Talpa en het bedrijf Versatel zijn geïnteresseerd in het kopen van de tv-rechten van het WK-voetbal en hiertoe een bod doen van 1,2 miljard euro en deze fax is ondertekend door mevrouw [secretaresse] (secretary intermediary Group Netherlands) en -in een fax gericht aan Lucky Strike BAR Honda d.d. 17 december 2004 wordt gesteld dat het bedrijf Talpa en het bedrijf Versatel zijn geïnteresseerd in het investeren van 500 miljoen euro in het Lucky Strike BAR-Honda Formule 1 autoraceteam en deze fax is ondertekend door mevrouw [secretaresse] (secretary intermediary Group Netherlands). B1. Primair op 1 december 2004 te Rotterdam opzettelijk gevaar heeft veroorzaakt voor het verkeer door mechanische kracht over een spoorweg, immers heeft hij, verdachte via het alarmnummer voor publieke diensten (te weten: 112) aan de Meldkamer van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond gemeld dat er in een operationele trein, bestaande uit een locomotief en tien passagierswagons met daarin enige honderden passagiers en NS-personeel op spoor 9b van het Centraal Station te Rotterdam zich een bebaarde man met een Arabisch of mediterraan uiterlijk bevindt en dat deze man een handgranaat bij zich heeft en vermoedelijke ook nog meerdere wapens bij zich draagt ten gevolge waarvan het treinverkeer in de onmiddellijke omgeving van het Centraal Station te Rotterdam is stilgelegd en het Centraal Station te Rotterdam volledig is ontruimd en die operationele trein met daarin die enige honderden passagiers en dat NS-personeel op een afstand van circa 500 meter buiten het Centraal Station te Rotterdam tot stilstand is gebracht, waardoor die enige honderden passagiers en dat NS-personeel enige uren noodgedwongen in die operationele trein werden vastgehouden en (vervolgens) toen een aantal van die enige honderden passagiers middels externe bronnen (o.a. familie) per mobiele telefoon in kennis werd gesteld van de (werkelijke) reden van het oponthoud, in grote getale de trein hebben verlaten en via verschillende sporen in het donker een heenkomen hebben gezocht. B2. op 20 april 2004 te Zwolle opzettelijk door valse signalen de rust heeft verstoord, immers heeft verdachte opzettelijk via het alarmnummer voor publieke diensten (te weten: 112) aan de Meldkamer van de regiopolitie IJsselland gemeld dat er in een operationele trein op spoor 1 van het Centraal Sation te Zwolle zich een man met een pistool bevond. en op 20 april 2004 te Zwolle opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, namelijk van het nummer 112. B3. in de periode van 27 november 2002 tot en met 3 december 2002 te Rotterdam meermalen opzettelijk door valse signalen de rust heeft verstoord, immers heeft verdachte opzettelijk meermalen telefonisch contact opgenomen met het Meldpunt Misdaad Anoniem en/of (vervolgens) gemeld dat ene Allaydin Kapli (fonetisch) en Hassan Shatouie (fonetisch) met een bestelbus volgeladen met 210 kilo dynamiet een aanslag zullen plegen op het Westin Hotel te Rotterdam, en/of via het alarmnummer voor publieke diensten (te weten: 112) aan de meldkamer van de Brandweer te Rotterdam gemeld dat er mensen met een vrachtwagen volgeladen met explosieven het Westin Hotel te Rotterdam zullen gaan rammen en/of telefonisch contact opgenomen met de telefooncentrale van het Westin Hotel te Rotterdam en gemeld dat wat er vorige week had moeten gebeuren, nu gaat gebeuren en dat er in de parkeergarage van de buren vier auto's volgeladen met explosieven staan en dat deze binnen 1 uur zullen ontploffen en telefonisch contact opgenomen met de telefooncentrale van het Holland Casino te Rotterdam en gemeld dat er in de parkeergarage van het Holland Casino te Rotterdam een viertal voertuigen staan waarin explosieven en ontstekingsmechanismen zitten. en op 27 november 2002 te Rotterdam opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, namelijk van het nummer 112. Zaak B4. op 4 december 2002 te Assen opzettelijk door valse signalen de rust heeft verstoord, immers heeft verdachte opzettelijk aan de Meldkamer van de regiopolitie Drenthe gemeld dat er een vrachtauto met explosieven bij het gebouw van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (de NAM) te Assen zal ontploffen. en hij op of omstreeks 4 december 2002 te Assen opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten. Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad. 4. Het bewijs De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. 5. De strafbaarheid van de feiten De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden. 6. De strafbaarheid van verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar. 7. Motivering van de straffen en maatregelen De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem onder A1, A2, A3, A4, B1, B2, B3 en B4 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd dat de in zaak A inbeslaggenomen goederen, vermeld op de beslaglijst waarvan een kopie aan dit vonnis is gehecht, zullen worden teruggegeven aan de verdachte. Met betrekking de vordering van de benadeelde partij NS Reizigers heeft de officier van justitie gevorderd dat deze niet ontvankelijk zal worden verklaard nu de officier van justitie deze vordering niet eenvoudig van aard acht. De officier van justitie heeft tenslotte gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij Pro Rail zal worden toegewezen tot het gevorderde bedrag en dat aan de verdachte ter zake de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd. De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. De verdachte heeft zich op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing van het slachtoffer [slachtoffer 1] en diens bedrijf Talpa. Hij zich daarbij niet bekommerd om de te verwachten psychische en materiële schade bij het slachtoffer en diens bedrijf. Voorts heeft hij zich schuldig gemaakt aan bedreiging van een medewerker van ditzelfde bedrijf. Een dergelijk feit heeft op het slachtoffer en diens gezin in de regel een angstaanjagende uitwerking met alle psychische gevolgen van dien. De verdachte heeft zich tevens op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan het gebruik maken van valse faxen van een bepaalde misleidende inhoud. De verdachte heeft hiermede het vertrouwen ondergraven dat in het maatschappelijk verkeer aan dergelijke documenten moet kunnen worden ontleend. Daarnaast heeft hij zich op verschillende tijdstippen schuldig gemaakt aan het doen van valse bommeldingen, zowel ten aanzien van het treinverkeer als ook ten aanzien van een hotel en een parkeergarage. Door het doen van de diverse bewezenverklaarde bommeldingen door de verdachte is het vertrouwen van burgers in hun leefomgeving in het algemeen en van de direct betrokkenen in het bijzonder ernstig geschaad en zijn gevoelens van onveiligheid aangewakkerd. De rechtbank rekent het de verdachte zeer zwaar aan dat hij in het huidige tijdsgewricht en in het bijzonder na de aanslagen op treinen in Madrid getelefoneerd heeft met het alarmnummer 112 en vervolgens heeft medegedeeld dat er zich in de betreffende trein een Arabisch of mediterraan uitziende man bevond met, onder andere, een handgranaat, wetende dat deze informatie onjuist was. Blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 24 februari 2005, is de verdachte niet recentelijk veroordeeld voor het plegen van soortgelijke strafbare feiten als de thans bewezenverklaarde. De rechtbank heeft acht geslagen op de volgende omtrent de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in zaak A opgemaakte rapportages: - Een Pro Justitia rapport d.d. 17 mei 2005, opgemaakt door Dr. L.H.W.M. Kaiser. Dit rapport houdt, onder meer, in: Betrokkene laat nauwelijks zelfreflectie merken. Wat uiteindelijk de drijfveer was achter zijn handelen blijft onduidelijk. In ieder geval werd het ingegeven vanuit een forse overschatting van zichzelf, dus overwaardig denken en een drang om zich waar te maken tussen topfiguren van organisaties en mogelijk als de grote redder. Hij ziet in deze zijn eigen falen niet in. Bij betrokkene is wel sprake van overwaardig denken in narcistische zin dusdanig dat er van een persoonlijkheidsstoornis gesproken kan worden. Betrokkene is daarbij egocentrisch gericht en toont weinig empathie met de ander; derhalve heeft hij ook antisociale trekken in zijn persoonlijkheid. Betrokkene is derhalve lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van een narcistische en mogelijk enigermate antisociale persoonlijkheidsstoornis. Er is geen ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De persoonlijkheidsstoornis was aanwezig ten tijde van het hem telastegelegde. Deze stoornis beperkte betrokkene in zeer lichte mate in zijn keuzevrijheid van handelen althans voor zover op te maken uit het beperkte inzicht dat hij geeft in de toedracht van zijn handelen. Hij was in staat om de situatie te overzien en de risico’s en gevolgen voor anderen in te schatten. Zijn kritisch vermogen is in zijn algemeenheid ongestoord. Betrokkene had ten tijde van het hem telastegelegde voldoende inzicht in en besef van de wederrechtelijkheid van de begane feiten. De prognose is somber gezien de toekomstplannen die hij nu weer maakt. Hij blijft een drang houden om zich groots te manifesteren. Het zou wenselijk zijn als betrokkene een ambulante psychotherapeutische behandeling zou ondergaan. Betrokkene heeft zelf geen probleembewustzijn en is niet gemotiveerd voor behandeling. - Een Voorlichtingsrapport d.d. 28 april 2005 van Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering, opgemaakt door M.I. Luürssen, reclasseringswerker en mede ondertekend door H.M. van Weelden, unitmanager. Dit rapport houdt, onder meer, in: Alhoewel de [verdachte] zegt spijt te hebben van het gebeurde, lijkt hij toch weinig tot geen verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gedrag en lijkt hij de gevolgen voor de slachtoffer te bagatelliseren. Hierdoor lijkt de kans op recidive aanwezig te zijn. Vanuit reclasseringsoogpunt lijken er geen aanknopingspunten aanwezig te zijn voor interventies in het kader van een toezicht. De rechtbank neemt de bevindingen, conclusies en aanbevelingen van deze rapporteurs over en maakt deze tot de hare. De rechtbank zal als gevolg van het feit dat zij, anders dan de officier van justitie, tot een vrijspraak komt van het aan verdachte onder A1 telastegelegde een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank acht een gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie. De rechtbank zal, teneinde de verdachte ervan trachten te weerhouden zich in de toekomst opnieuw schuldig te maken aan het plegen van strafbare feiten, een gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel A. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij Pro Rail, Moreelsepunt 3, 3511 GP te Utrecht, van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor de behandeling in dit strafgeding. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder B1 bewezen geachte feit, rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 1.233,60 (twaalfhonderddrieëndertig euro en zestig eurocent). De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. In het belang van Pro Rail voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd. B. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij NS Reizigers, Postbus 19298, 3501 DG Utrecht, van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor de behandeling in dit strafgeding. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder B1 bewezen geachte feit, rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 225,-- (tweehonderdvijfentwintig euro). De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. In het belang van NS Reizigers voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd. Ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregel A. De rechtbank zal de hierna te noemen schadevergoedingsmaatregel opleggen, aangezien verdachte jegens het slachtoffer Pro Rail, Moreelsepunt 3, 3511 GP te Utrecht, naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder B1bewezen geachte feit is toegebracht. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 1.233,60 (twaalfhonderddrieëndertig euro en zestig eurocent). B. De rechtbank zal de hierna te noemen schadevergoedingsmaatregel opleggen, aangezien verdachte jegens het slachtoffer NS Reizigers, Postbus 19298, 3501 DG Utrecht, naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder B1 bewezen geachte feit is toegebracht. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 225,-- (tweehonderdvijfentwintig euro). 8. Toepasselijke wettelijke voorschriften De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 55, 57, 142, 164, 225, 285 en 317 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing. 9. Beslissing Verklaart het onder A1 telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart bewezen dat verdachte het onder A2, A3, A4, B1, B2, B3 en B4 telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Het bewezenverklaarde levert op: A2 Poging tot afpersing. A3 Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. A4 Opzettelijk gebruik maken van het valse geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd. B1 Opzettelijk gevaar veroorzaken voor het verkeer door mechanische kracht over een spoorweg. B2 De eendaadse samenloop van Opzettelijk door valse signalen de rust verstoren en Opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruikmaken van een alarmnummer voor publieke diensten. B3 De eendaadse samenloop van Opzettelijk door valse signalen de rust verstoren, meermalen gepleegd en Opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruikmaken van een alarmnummer voor publieke diensten. B4 De eendaadse samenloop van Opzettelijk door valse signalen de rust verstoren en Opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruikmaken van een alarmnummer voor publieke diensten. Verklaart het bewezene strafbaar. Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van DERTIG MAANDEN. Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden. Beveelt dat een gedeelte, groot ZES MAANDEN, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast. Stelt daarbij een proeftijd van TWEE JAAR vast. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt. Gelast de teruggave aan de verdachte van: 1. 2.00 STK Papier Kl: zwart, DECADRY cijfers er 2. 1.00 STK Document Kl: wit, internet, 2 pagina's met trein routing 3. 1.00 STK Document Kl: wit, internet print pagina site fifa met daarin oa faxnr 4. 10.00 STK Document Kl: wit, internet div hotmail acc prints Yahoo mail 5. 1.00 STK Agenda Kl: bruin, ABN-AMRO voorzien van div relevante aantekeningen 6. 1.00 STK Adresboek Kl: Bruin, 04080966-0006 div. relev. aantekeningen Wijst de vordering van de benadeelde partij Pro Rail, Moreelsepunt 3, 3511 GP te Utrecht, toe tot een bedrag van € 1.233,60 (twaalfhonderddrieëndertig euro en zestig eurocent). Veroordeelt verdachte aan Pro Rail voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Pro Rail, te betalen de som van € 1.233,60 (twaalfhonderddrieëndertig euro en zestig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van vierentwintig dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt dat, indien en voorzover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen. Wijst de vordering van de benadeelde partij NS Reizigers, met als postadres Postbus 19298, 3501 DG Utrecht toe tot een bedrag van € 225,-- (tweehonderdvijfentwintig euro). Veroordeelt verdachte aan NS Reizigers voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer NS Reizigers, te betalen de som van € 225,-- (tweehonderdvijfentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van vier dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt dat, indien en voorzover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen. Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.L.M. van Dijk, voorzitter, mrs. H.J. Tijselink en H.J. Bunjes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. Oudshoorn-Kloos, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 december 2005.