Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AX6832

Datum uitspraak2006-06-02
Datum gepubliceerd2006-06-06
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19/830033-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank rekent de verdachte het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit het meermalen hebben van vleselijke gemeenschap met de 14-jarige en dus nog (zeer) jonge [naam slachtoffer] zwaar aan. Verdachte had met zijn 23 jaar beter moeten weten. Een meisje van veertien is immers nog niet in staat de consequenties van haar handelen te overzien. Des te verwerpelijker is het dat verdachte haar (soft)drugs verstrekte en op die manier haar aan zich trachtte te binden. Een en ander dient in de op te leggen vrijheidstraf tot uitdrukking te komen.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN STRAFVONNIS van de meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen: [naam verdachte], geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1981, wonende te [woonplaats verdachte], thans gedetineerd in [plaats van detentie verdachte]. Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 19 mei 2006. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.J.P. Cats, advocaat te Emmen. De officier van justitie, mr. J. Hoekman, acht hetgeen onder 1. tot en met 5. is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank, rekening houdende met de onder 1. tot en met 5. ad informandum gevoegde strafbare feiten waarbij onder 5. alleen het bezit van de stof, bedoeld in lijst I behorende bij de Opiumwet worde aangenomen, als volgt zal beslissen: 36 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd twee jaren. TENLASTELEGGING De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat 1. hij in of omstreeks de periode van 31 december 2005 tot en met 1 januari 2006 te Emmer-Compascuum, gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning en/of uit een schuur (beide gelegen aan Kanaal A NZ 22), heeft weggenomen een stereoinstallatie (cassattedeck, versterker en tuner) en/of een fles drank (feigling) en/of een kluis met inhoud (bestaande uit ondere andere een hoeveelheid geld 10.000,- euro) en/of een tweetal motoren (Suzuki RG 500 en/of Ducati 750 SS), en/of een decoupeerzaag en/of een koevoet, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; 2. hij in of omstreeks de periode van 6 november 2005 tot en met 7 november 2005 te Barger Compascuum, althans in de gemeente Emmen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de kantine, althans uit een gebouw van [naam benadeelde] heeft weggenomen een tv (merk: Finlux) en/of een digitale satelietontvanger (merk: Ascom) en/of meerdere dozen snoepgoed en/of een stereo (merk: Panasonic) en/of meerdere cd's en/of een (elektrische) klok en/of een hoeveelheid geld en/of vier, althans een aantal kratjes (Amstel) bier en/of meerdere blikjes frisdrank, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; 3. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 november 2004 tot en met 10 juli 2005 (telkens) te Emmer-Compascuum, gemeente Emmen,, althans (telkens) in het arrondissement Assen, met [naam slachtoffer], geboren [geboortedatum slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal zijn (stijf geworden) penis in de vagina van voornoemde [naam slachtoffer] gebracht; 4. hij op of omstreeks 09 augustus 2005 te Emmer-Compascuum, gemeente Emmen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gebouw aan de Kijlweg (nr 9) heeft weggenomen een stereo cassettedeck, twee radio/CD spelers, een amplifier, een receiver, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; 5. hij op of omstreeks 26 juni 2005 in de gemeente Emmen opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [naam slachtoffer]), meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd en/of in het gezicht en/of tegen het lichaam heeft gestompt/geslagen en/of tegen de benen heeft geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging. BEWIJSMIDDELEN Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1. tot en met 5. tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij in de periode van 31 december 2005 tot en met 1 januari 2006 te Emmer-compascuum, gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning en uit een schuur (beide gelegen aan Kanaal A NZ 22), heeft weggenomen een stereoinstallatie (cassettedeck, versterker en tuner) en een fles drank (Feigling) en een kluis met inhoud (bestaande uit ondere andere 10.000,- euro) en een tweetal motoren (Suzuki RG 500 en Ducati 750 SS), en een decoupeerzaag en een koevoet, toebehorende aan [naam benadeelde], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak; 2. hij in de periode van 6 november 2005 tot en met 7 november 2005 te Barger- compascuum tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de kantine van voetbalvereniging [naam benadeelde] heeft weggenomen een tv (merk: Finlux) en een digitale satellietontvanger (merk: Ascom) en dozen snoepgoed en een stereo (merk: Panasonic) en cd's en een (elektrische) klok en een hoeveelheid geld en vier kratjes Amstel bier en blikjes frisdrank, toebehorende aan [naam benadeelde], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming; 3. hij op tijdstippen in de periode van 22 november 2004 tot en met 10 juli 2005 telkens te Emmercompascuum, gemeente Emmen, met [naam slachtoffer], geboren [geboortedatum slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte meermalen zijn stijf geworden penis in de vagina van voornoemde [naam slachtoffer] gebracht; 4. hij op 09 augustus 2005 te Emmercompascuum, gemeente Emmen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een gebouw aan de Kijlweg (nr 9) heeft weggenomen een stereo cassettedeck, twee radio/CD spelers, een amplifier en een receiver, toebehorende aan [naam benadeelde], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming; 5. hij op 26 juni 2005 in de gemeente Emmen opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [naam slachtoffer]), meermalen tegen het lichaam heeft gestompt/geslagen en tegen de benen heeft geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden; De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft. De verdachte zal van het onder 1. tot en met 5. meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. KWALIFICATIES Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op: onder 1.: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, onder 2.: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of inklimming, telkens strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht; onder 3: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, strafbaar gesteld bij artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd; onder 4.: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of inklimming, strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht; onder 5.: mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht. STRAFBAARHEID De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht. STRAFMOTIVERING De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking: - de aard en de ernst van de gepleegde feiten; - de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan; - hetgeen de rechtbank is gebleken omtrent de persoon van de verdachte; - het requisitoir van de officier van justitie; - het pleidooi van de raadsman van verdachte; - de oriëntatiepunten voor de straftoemeting; - de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 3 februari 2006, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van misdrijven is veroordeeld; - de ter terechtzitting gedane erkenning door de verdachte dat hij zich aan de op de dagvaarding ad-informandum gevoegde feiten onder de nummers 1. tot en met 5. heeft schuldig gemaakt, welke feiten hiermee zijn afgedaan. De rechtbank rekent de verdachte het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit het meermalen hebben van vleselijke gemeenschap met de 14-jarige en dus nog (zeer) jonge [naam slachtoffer] zwaar aan. Verdachte had met zijn 23 jaar beter moeten weten. Een meisje van veertien is immers nog niet in staat de consequenties van haar handelen te overzien. Des te verwerpelijker is het dat verdachte haar (soft)drugs verstrekte en op die manier haar aan zich trachtte te binden, waarbij hij [naam slachtoffer] ook nog aan het over haar gestelde gezag onttrok. Een en ander dient in de op te leggen vrijheidstraf tot uitdrukking te komen. De rechtbank is daarom van oordeel dat in dit geval een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur geboden is. BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij] De benadeelde partij heeft als kosten voor de aanschaf van een nieuwe kluis een bedrag van ? 1511,30 opgevoerd. De rechtbank acht de vordering op dit punt onvoldoende onderbouwd. Het betreft hier immers een offerte en geen nota van aankoop. De offerte is bovendien gericht aan [naam benadeelde partij] Holding B.V., die in deze niet de benadeelde partij is. Voorts acht de rechtbank onvoldoende causaal verband aanwezig tussen de post "boekjes Ferrari" ten bedrage van ? 235,-- en het strafbare feit. Deze boekjes lagen immers niet in de kluis maar in de Ferrari, waarvan alleen de sleutel gestolen is. Ook tussen de schade aan de versterker (opgevoerd is een bedrag van ? 175,--) en het strafbare feit acht de rechtbank onvoldoende causaal verband aanwezig. De stereo is inmiddels retour, doch de versterker zou niet meer werken. De rechtbank acht deze stelling onvoldoende onderbouwd en kan om die reden niet tot toewijzing van het opgevoerde schadebedrag overgaan. De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de overige opgevoerde schadebedragen alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot na te noemen bedrag voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook tot na te noemen bedrag voor toewijzing vatbaar. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk in zijn vordering. Voor dit deel kan de benadeelde partij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij] De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade niet bewezen. De rechtbank acht immers niet bewezen dat verdachte de benadeelde partij tegen het gezicht heeft geslagen. Bovendien acht de rechtbank het gevorderde bedrag onvoldoende onderbouwd, nu van de bril geen aankoopbon is overgelegd. De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING VAN DE RECHTBANK De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1. tot en met 5. tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar. De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1. tot en met 5. meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan een gedeelte groot zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij] van de som van ? 10.861,33 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd. De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat hij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt. De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk zijn in haar vordering en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt. Dit vonnis is gewezen door mr. H.L. Stuiver, voorzitter, en mr. J.J. Schoemaker en mr. G. Kaaij, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op vrijdag 2 juni 2006, zijnde mr. Kaaij buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.-