Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ1215

Datum uitspraak2006-10-02
Datum gepubliceerd2006-10-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers630240-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Het verzoekschrift is gericht op de omzetting van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie in gevangenisstraf van gelijke duur. Verzoeker wenst het restant van zijn straf te ondergaan in de Penitentiaire Inrichting Lelystad, waar hij thans verblijft, en deel te nemen aan het penitentiair programma in deze inrichting. In deze inrichting wordt alleen gevangenisstraf geëxecuteerd. Executie van de hem opgelegde jeugddetentie zou elders plaats dienen te vinden. De rechtbank stelt vast dat de veroordeelde reeds de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. Veroordeelde heeft de rechtbank door middel van het voornoemde verzoekschrift verzocht de aan hem opgelegde jeugddetentie om te zetten in gevangenisstraf, zonder dat daarbij een omrekeningsfactor zou worden toegepast. Ter zitting heeft verzoeker aangegeven dat hij, indien mogelijk, in aanmerking wenst te komen, voor vervroegde invrijheidsstelling als bedoeld in artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hij instemt met het verzoek, mits de expiratiedatum van de op te leggen gevangenisstraf gelijk blijft aan de expiratiedatum van de opgelegde jeugddetentie. De rechtbank overweegt op grond van het verhandelde ter zitting dat omzetting van jeugddetentie in een gevangenisstraf passend en geboden is. In deze zin zal hieronder worden beslist. Gelet op het feit dat de rechtbank bij de beoordeling van de strafzaak van verzoeker jeugdstrafrecht heeft toegepast en derhalve met inachtneming van artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht heeft beslist, is de rechtbank van oordeel dat vervroegde invrijheidsstelling als bedoeld in artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht niet aan de orde is. Immers artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht verklaart – onder meer – artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht buiten toepassing en bepaalt dat in plaats hiervan de bijzondere bepalingen vervat in de artikelen 77d tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn, waaronder dus ook artikel 77k. Inwilliging van het verzoek om jeugddetentie om te zetten in gevangenisstraf op grond van artikel 77k van het Wetboek van Strafrecht brengt naar het oordeel van de rechtbank niet met zich mee dat thans de bepalingen van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn. Hiertoe zou de rechtbank in haar vonnis van 3 augustus 2006 gemotiveerd hebben moeten beslissen op grond van de ernst van de begane feiten, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM SECTOR STRAFRECHT Registratienummer: 06/1086 Parketnummer: 15/630240-06 Uitspraakdatum: 2 oktober 2006 BESCHIKKING (art. 77k Sr.) 1. Ontstaan en loop van de procedure Op 11 september 2006 is op de griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen een door mr. R.J. van Meerten, advocaat te Haarlem, ingediend verzoekschrift, gedateerd 11 september 2006, van [veroordeelde], veroordeelde, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], domicilie kiezende te ([domicilie]. Verzoeker is door de meervoudige kamer van deze rechtbank bij vonnis van 3 augustus 2006 veroordeeld tot - onder meer - jeugddetentie voor de duur van 21 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het verzoekschrift is gericht op de omzetting van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie in gevangenisstraf van gelijke duur. Verzoeker wenst het restant van zijn straf te ondergaan in de Penitentiaire Inrichting Lelystad, waar hij thans verblijft, en deel te nemen aan het penitentiair programma in deze inrichting. In deze inrichting wordt alleen gevangenisstraf geëxecuteerd. Executie van de hem opgelegde jeugddetentie zou elders plaats dienen te vinden. Op 25 september 2006 is dit verzoekschrift op een openbare terechtzitting behandeld. Veroordeelde is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. Van Meerten, voornoemd. Tevens was aanwezig de officier van justitie mr. Tillart. Van het verhandelde ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal gemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd. 2. Beoordeling De rechtbank stelt vast dat de veroordeelde reeds de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. Veroordeelde heeft de rechtbank door middel van het voornoemde verzoekschrift verzocht de aan hem opgelegde jeugddetentie om te zetten in gevangenisstraf, zonder dat daarbij een omrekeningsfactor zou worden toegepast. Ter zitting heeft verzoeker aangegeven dat hij, indien mogelijk, in aanmerking wenst te komen, voor vervroegde invrijheidsstelling als bedoeld in artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hij instemt met het verzoek, mits de expiratiedatum van de op te leggen gevangenisstraf gelijk blijft aan de expiratiedatum van de opgelegde jeugddetentie. De rechtbank overweegt op grond van het verhandelde ter zitting dat omzetting van jeugddetentie in een gevangenisstraf passend en geboden is. In deze zin zal hieronder worden beslist. Gelet op het feit dat de rechtbank bij de beoordeling van de strafzaak van verzoeker jeugdstrafrecht heeft toegepast en derhalve met inachtneming van artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht heeft beslist, is de rechtbank van oordeel dat vervroegde invrijheidsstelling als bedoeld in artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht niet aan de orde is. Immers artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht verklaart – onder meer – artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht buiten toepassing en bepaalt dat in plaats hiervan de bijzondere bepalingen vervat in de artikelen 77d tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn, waaronder dus ook artikel 77k. Inwilliging van het verzoek om jeugddetentie om te zetten in gevangenisstraf op grond van artikel 77k van het Wetboek van Strafrecht brengt naar het oordeel van de rechtbank niet met zich mee dat thans de bepalingen van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn. Hiertoe zou de rechtbank in haar vonnis van 3 augustus 2006 gemotiveerd hebben moeten beslissen op grond van de ernst van de begane feiten, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan. 3. Beslissing Zet de opgelegde jeugddetentie voor de deur van 21 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk om in gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met dien verstande dat de vervroegde invrijheidsstelling niet wordt toegepast zodat de expiratiedatum dezelfde is als de datum waarop de opgelegde jeugddetentie zou expireren. 4. Samenstelling meervoudige kamer en uitspraakdatum Deze beschikking is gegeven door mr. Goossens, voorzitter tevens kinderrechter, mrs. Hoogland en Van Mierlo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van der Ploeg, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2006.