Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB9210

Datum uitspraak2007-11-21
Datum gepubliceerd2007-12-03
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers159204
Statusgepubliceerd


Indicatie

Uit het door Beelen Sloopwerken in het geding gebrachte uittreksel uit het Handelsregister blijkt dat Borghese, hoewel statutair gevestigd te Genemuiden, haar onderneming drijft vanuit Nijkerk. Dit volgt ook uit de leveringsakte. Nijkerk, dat ligt in het arrondissement Arnhem, moet daarmee worden beschouwd als het centrum van de bedrijfsactiviteiten van Borghese en is dus, voor wat betreft de procedure in de hoofdzaak, mede aan te merken als woonplaats.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 159204 / HA ZA 07-1282 Vonnis in incident van 21 november 2007 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BEELEN SLOOPWERKEN B.V., gevestigd te Harderwijk, eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident, procureur mr. L. Paulus, advocaat mr. A.J.F. de Jager te Amsterdam, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BORGHESE B.V., gevestigd te Genemuiden, gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident, procureur mr. J.M. Bosnak, advocaten mrs. H.J.A. van der Meer en L. Buiter te Hilversum. Partijen zullen hierna Beelen Sloopwerken en Borghese genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring - de conclusie van antwoord in het incident. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident. 2. Het geschil en de beoordeling in het incident 2.1. Beelen Sloopwerken heeft in 2000, samen met een andere partij, aan Borghese, samengevat, een bedrijfswoning met toebehoren en enkele percelen in Doornspijk verkocht tegen een koopprijs van fl. 3.500.000,00. Borghese heeft Beelen Sloopwerken daarbij opdracht gegeven tot sloop van de opstallen op het verkochte terrein. Partijen hebben een notariële akte van levering doen opmaken waarin de opdracht tot sloop is opgenomen. In die akte is onder het kopje “woonplaatskeuze” de volgende bepaling opgenomen: “Terzake van de uitvoering van deze overeenkomst, ook voor fiscale gevolgen, wordt woonplaats gekozen ten kantore van de bewaarder van deze akte”. 2.2. Borghese voert, voor alle weren in de hoofdzaak, aan dat deze rechtbank niet bevoegd is kennis te nemen van de door Beelen Sloopwerken in de hoofdzaak ingestelde vorderingen. Ter onderbouwing verwijst Borghese naar de onder 2.1 genoemde bepaling in de leveringsakte. Niet in geschil is dat de bewaarder van de akte is gevestigd te Harderwijk. Nu woonplaats is gekozen in Harderwijk is de rechtbank te Zutphen bevoegd, aldus Borghese. Verder wijst Borghese erop dat zij statutair is gevestigd in Genemuiden, welke plaats is gelegen in het arrondissement Zwolle-Lelystad. Volgens haar is deze rechtbank daarom evenmin bevoegd indien bij de toepassing van artikel 99 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) zou worden uitgegaan van de werkelijke woonplaats van Borghese. 2.3. Beelen Sloopwerken voert als verweer dat de woonplaatskeuze in de leveringsakte niet meebrengt dat het Beelen Sloopwerken niet meer vrijstaat de werkelijke woonplaats van Borghese aan te houden. Aangezien Borghese kantoor houdt in Nijkerk, is deze rechtbank bevoegd, aldus Beelen Sloopwerken. 2.4. De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 99 Rv. schrijft voor dat, tenzij de wet anders bepaalt, de rechter van de woonplaats van gedaagde bevoegd is. Het begrip ‘woonplaats’ wordt ingevuld aan de hand van de artikelen 1:10 tot en met 15 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Artikel 1:15 BW bepaalt dat een persoon een andere woonplaats dan zijn werkelijke kan kiezen bij schriftelijk (of langs elektronische weg) aangegane overeenkomst, voor een of meer bepaalde rechtshandelingen of rechtsbetrekkingen en indien voor de gekozen woonplaats een redelijk belang aanwezig is. 2.5. In dit geval hebben partijen, in overeenstemming met de in artikel 1:15 BW gestelde eisen, voor de uitvoering van de tussen hen gesloten overeenkomst(en) woonplaats gekozen aan het kantooradres van de bij (de afhandeling van) die overeenkomst(en) betrokken notaris te Harderwijk. Een gevolg van die woonplaatskeuze is dat de rechter te Zwolle-Lelystad bevoegd is geworden van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. 2.6. Of die relatieve bevoegdheid als een exclusieve moet worden opgevat, hangt samen met het doel van de in de leveringsakte opgenomen bepaling en het wettelijke gevolg van de woonplaatskeuze. In dit geval strekt de bepaling over de woonplaatskeuze in het belang van beide partijen waar zij er gezamenlijk voor hebben gekozen alle (fiscale) correspondentie die voortvloeit uit de overeenkomst(en) tussen hen te laten zenden aan het kantooradres van een derde partij. De rechtbank is van oordeel dat nu de woonplaatskeuze niet uitsluitend strekt in het belang van Borghese maar het doel van de bepaling is, kort gezegd, gemak te bieden aan beide partijen, Beelen Sloopwerken niet is gehouden de gekozen woonplaats aan te houden. Zij kan zich dus ook richten tot de woonplaats die Borghese heeft op grond van de algemene bepalingen over de woonplaats, dat wil zeggen de werkelijke woonplaats van Borghese. 2.7. De vraag is echter of, zoals Borghese heeft aangevoerd, Beelen Sloopwerken Borghese had moeten dagvaarden op het adres waar Borghese haar statutaire zetel heeft, dat wil zeggen te Genemuiden. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend. Artikel 1:14 BW bepaalt dat een persoon die een kantoor of filiaal houdt ten aanzien van aangelegenheden die dat kantoor of filiaal betreffen, mede aldaar woonplaats heeft. De centra van beroeps- en bedrijfsactiviteiten worden, bij wijze van uitbreiding van (het tweede lid van) artikel 1:10 BW en ter tegemoetkoming aan de eisen van het handelsverkeer, mede als woonplaats aangemerkt voor wat die activiteiten betreft. Uit het door Beelen Sloopwerken in het geding gebrachte uittreksel uit het Handelsregister blijkt dat Borghese, hoewel statutair gevestigd te Genemuiden, haar onderneming drijft vanuit Nijkerk. Dit volgt ook uit de leveringsakte. Nijkerk, dat ligt in het arrondissement Arnhem, moet daarmee worden beschouwd als het centrum van de bedrijfsactiviteiten van Borghese en is dus, voor wat betreft de procedure in de hoofdzaak, mede aan te merken als woonplaats. 2.8. De rechtbank acht zich op grond van het voorgaande bevoegd kennis te nemen van het geschil in de hoofdzaak. De incidentele vordering zal worden afgewezen. Borghese zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De rechtbank ziet reden om het procureursalaris (liquidatietarief) te relateren aan de waarde van de vordering in het incident (dat wil zeggen onbepaald, EUR 452,00 per punt). 3. De beoordeling in de hoofdzaak 3.1 De rechtbank zal een comparitie van partijen bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Daarbij kan de mogelijkheid van doorverwijzing naar een mediator aan de orde komen. 3.2 De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten. 3.3 De partijen wordt verzocht de stukken waarop zij tijdens de comparitie een beroep willen doen, uiterlijk twee weken tevoren in fotokopie aan de andere partij en aan de rechtbank toe te zenden. De rechtbank merkt op dat de overgelegde akte van levering niet compleet is, Beelen Sloopwerken wordt verzocht een compleet afschrift van de akte in het geding te brengen. Ten aanzien van de gestelde schade wordt Beelen Sloopwerken verzocht inzicht te geven in de feitelijk door haar geleden schade, meer in het bijzonder wordt zij verzocht te specificeren of, en zo ja welke, besparingen voor haar uit de opzegging/ontbinding van de overeenkomst tot aanneming van werk door Borghese zijn voortgevloeid. 3.4 Partijen moeten er op voorbereid zijn dat de rechtbank een mondeling tussenvonnis kan wijzen. 3.5 Ter zitting kan aan de orde komen of een deskundigenonderzoek noodzakelijk is, welke vragen beantwoord moeten worden en wie partijen als deskundige benoemd willen zien. 4. De beslissing De rechtbank in het incident 4.1 wijst het gevorderde af, 4.2 veroordeelt Borghese in de kosten van het incident, aan de zijde van Beelen Sloopwerken tot op heden begroot op EUR 452,00, in de hoofdzaak 4.3 beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. N.W. Huijgen in het paleis van justitie te Arnhem aan de Walburgstraat 2-4 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd, 4.4 bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 5 december voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de dinsdagen in de maanden december 2007 tot en met februari 2008, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald, 4.5 bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de comparitie zelfstandig zal bepalen, 4.6 bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de comparitie dit in beginsel niet zal worden gewijzigd, 4.7 wijst partijen er op, dat voor de zitting twee uur zal worden uitgetrokken, 4.8 bepaalt dat de partijen dan beiden vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is hen te vertegenwoordigen, 4.9 verzoekt de tijdige toezending van de stukken, 4.10 houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2007. coll. EdB