Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF1339

Datum uitspraak2008-09-16
Datum gepubliceerd2008-09-18
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers101055 / HA RK 08-23
Statusgepubliceerd


Indicatie

Wraking van onder meer twee sectoren van de rechtbank en de rechtbank als geheel. Niet-ontvankelijk!


Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR Wrakingskamer zaaknummer: 101055 / HA RK 08-23 Datum uitspraak : 16 september 2008 BESLISSING op het schriftelijk verzoek van: [VERZOEKER], wonende op het adres [adres], Malaga, Spanje, hierna te noemen: verzoeker, tot wraking van na te noemen rechters c.q. sectoren en college. 1 PROCESVERLOOP Bij brief van 15 maart 2008, ingekomen ter griffie op 17 maart 2008, heeft verzoeker, zowel voor zich als in de hoedanigheid van gemachtigde van mevrouw [naam 1], een wrakingsverzoek gedaan met betrekking tot de rechtbank Alkmaar in haar totaliteit. Daarnaast behelst het verzoek klachten en opmerkingen ten aanzien van het Openbaar Ministerie en individuele leden daarvan alsmede rechters en faillissementscuratoren. Bij brief van 20 maart 2008 heeft de voorzitter van de wrakingskamer verzoeker bericht dat en waarom het verzoek niet rijp was voor behandeling door de wrakingskamer. Vervolgens heeft verzoeker bij brief van 2 september 2008, per e-mail verzonden op 3 september 2008, meegedeeld zijn nader geformuleerd verzoek te handhaven. 2 BEOORDELING VAN HET VERZOEK Wraking rechtbank Alkmaar alsmede sectoren civiel recht en bestuursrecht Bij brief van 20 maart 2008 heeft de voorzitter van de wrakingskamer verzoeker gewezen op de informatie welke op de website van deze rechtbank is te vinden: www. Rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Alkmaar/Voor juristen/Regelingen. Onder punt 4.3 van het aldaar te vinden wrakingsprotocol van deze rechtbank valt te lezen dat wraking uitsluitend mogelijk is van individuele rechters door wie een zaak wordt behandeld. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking van leden van een college die geen bemoeienis met de zaak hebben gehad. Zie onder meer het arrest van de Hoge Raad van 18 december 1998, gepubliceerd in NJ 1999, 271. Daarom wordt ingevolge paragraaf 10.3 van het wrakingsprotocol een verzoek tot wraking van een geheel college niet in behandeling genomen. Op dezelfde grond kan verzoeker evenmin worden ontvangen in zijn verzoek met betrekking tot sectoren in haar geheel. Wraking Openbaar Ministerie en met name genoemde leden daarvan Eveneens onder punt 4.3 van bovengenoemd protocol is beschreven dat de leden van het Openbaar Ministerie niet behoren tot de zaaksrechters die gewraakt kunnen worden. Bij brief van 2 september 2008 heeft verzoeker de wrakingskamer verzocht dit verzoek, overeenkomstig de door de voorzitter gedane suggestie, in handen te stellen van de Hoofdofficier van justitie alhier. De voorzitter van de wrakingskamer heeft zulks inmiddels gedaan. Wraking in zaken waarin einduitspraak door de rechtbank is gedaan Bij brief van 20 maart 2008 is aan verzoeker bericht dat, voorzover het wrakingsverzoek bedoeld is als wraking van met name genoemde rechters, uit de toelichting valt op te maken dat het hierbij geheel of ten dele gaat om zaken die thans niet meer bij deze rechtbank in behandeling zijn. Wat betreft de sector bestuursrecht is genoemd een procedure met betrekking tot de Wet BIBOB, welke blijkens informatie van de adviseur bedrijfsvoering van die sector reeds in 2007 is afgedaan. Wat betreft de afdeling insolventie van de sector civiel gaat het om een rechter-commissaris, als zodanig benoemd in het faillissement van verzoeker, opgeheven op 4 oktober 2007. Een wrakingsverzoek dient echter, gelet op de bewoordingen van artikel 36 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering en artikel 8: 15 van de Algemene wet bestuursrecht, te worden ingediend tijdens de behandeling van de zaak en dus vóór de einduitspraak. Bij brief van 2 september 2008 heeft verzoeker zich op het standpunt gesteld, dat er nog zaken onder de rechter zijn waaronder een zaak bij de Raad van State en een zaak bij de politierechter. De kern van de zaak is echter de vraag of de concrete wrakingsgrond een rechter betreft die bij indiening van het verzoek de zaak behandelt. Daarvan is in dit geval geen sprake. Wat betreft de rechter mr. [naam 2] betreft de onderbouwing van het verzoek het handelen van deze toenmalige rechter-commissaris in het opgeheven persoonlijk faillissement van verzoeker. Niet onderbouwd onderdeel van het wrakingsverzoek Ten slotte heeft verzoeker met name genoemd de rechter mr. [naam 3], opvolger van bovengenoemde rechter als rechter-commissaris in het faillissement van verzoeker alsmede in het thans nog lopende faillissement van Oud Bruin Alkmaar B.V. Ten aanzien van dit onderdeel van het verzoek heeft verzoeker iedere motivering achterwege gelaten, zowel ten aanzien van het opgeheven faillissement van verzoeker zelf als (namens mevrouw [naam 1] voornoemd) ten aanzien van het lopende faillissement. Ingevolge paragraaf 4.1 van het wrakingsprotocol is verzoeker op dit gebrek gewezen bij brief van 20 maart 2008. Nu het verzuim niet is hersteld, kan verzoeker ook in zovere niet in diens verzoek worden ontvangen. Slotsom Gelet op het bovenstaande kan verzoeker kennelijk niet worden ontvangen in zijn wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft het verzoek daarom voor afdoening in handen van de voorzitter van deze kamer gesteld. 3 BESLISSING De voorzitter van de wrakingskamer: Verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek Deze beslissing is gegeven door mr. P.H.B. Littooy, voorzitter van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van J.J.M. Jeurissen als griffier, en uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van 16 september 2008.