Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ3568

Datum uitspraak2009-07-21
Datum gepubliceerd2009-07-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07.610100-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

overval, bewijs, strafmaatmotivering


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer Parketnr. : 07.610100-08 Uitspraak: 21 juli 2009 Vonnis in de zaak van: het openbaar ministerie tegen [verdachte], geboren op [geboortedatum] wonende te [adres] Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 7 juli 2009. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.A.C. van den Brink, advocaat te Almere. De officier van justitie, mr. M. Kamper, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte ter zake het onder 1 en 2 ten laste gelegde tot; - een jeugddetentie voor de duur van zes maanden, met aftrek van voorarrest, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften van de jeugdreclassering, ook indien dit inhoudt ITB Criem; - een taakstraf voor de duur van 20 uren, te weten de leerstraf Tools4u (kort individueel), subsidiair 10 dagen jeugddetentie. TENLASTELEGGING De verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij op of omstreeks 26 november 2008 in de gemeente Lelystad, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van (een) misdrij(f)(ven) waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld te weten: diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen als omschreven in artikel 312 Wetboek van Strafrecht en/of afpersing als omschreven in artikel 317 Wetboek van Strafrecht (bij Sweety's snackbar, gelegen aan de Voorstraat te Lelystad en/of een woning gelegen aan de Noordzeestraat te Lelystad) opzettelijk - een of meer vuurwapen(s), althans met (een) op (een) vuurwapen gelijkend(e)voorwerp(en) en/of een of meer (hak/slagers) mes(sen), in ieder geval met (een) scherp/puntig/snijdend (metalen) voorwerp(en),(aan te merken als steekwapen(s)) en/of een of meerdere bivakmuts(en) en/of (nylon) panty('s) en/of een of meerdere (latex) handschoen(en) kennelijk bestemd voor het begaan van dat/die misdrij(f)(ven) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - de beoogde locatie(s) en/of het beoogde object geobserveerd (door te kijken waar de camera's hingen en/of afgelegd en/of beoordeeld als object/locatie voor een (gewapende) overval en/of - een rolverdelingsplan/plan van aanpak gemaakt en/of - zich gekleed in donkere kleding en/of zijn/hun gezicht(en) bedekt. 2. hij op of omstreeks 26 november 2008 in de gemeente Lelystad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) wapen(s) in de zin van artikel 2 lid 1 categorie I onder 7°, te weten een zilverkleurig plastic balletjespistool (sinnummer AAAQ8316NL), zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad. BEWIJS Onder 2 is aan verdachte het voorhanden hebben van een balletjespistool ten laste gelegd. Het pistool wordt bij de aanhouding van verdachte in zijn nabijheid aangetroffen. Verdachte verklaart dat dit balletjespistool vlak voor zijn aanhouding door [mededader 1] naar hem toe is gegooid. Deze verklaring van verdachte wordt ondersteund door de verklaring [mededader 2]. Hij verklaart dat het pistool van [mededader 1] was. Nu niet is gebleken van enige (machts)relatie tussen verdachte en het balletjespistool dient de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. Onder 1 is verdachte de voorbereiding van een overval op snackbar Sweety’s ten laste gelegd. De rechtbank acht dit feit, gelet op de verklaringen van medeverdachten [mededader 2] en [mededader 3], de bevindingen van het observatieteam, de bevindingen van de verbalisanten ten tijde van de aanhouding van verdachte en zijn medeverdachten en de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2], wettig en overtuigend bewezen. De verklaring van verdachte dat hij niet op de hoogte was van het feit dat er een overval zou worden gepleegd en dat hij geen panty’s en handschoenen heeft gezien acht de rechtbank, in het licht van bovengenoemde bewijsmiddelen, ongeloofwaardig. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 ten laste is gelegd, met dien verstande dat: hij op 26 november 2008 in de gemeente Lelystad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van (een) misdrij(f)(ven) waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld te weten: diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen als omschreven in artikel 312 Wetboek van Strafrecht en/of afpersing als omschreven in artikel 317 Wetboek van Strafrecht (bij Sweety's snackbar, gelegen aan de Voorstraat te Lelystad en/of een woning gelegen aan de Noordzeestraat te Lelystad) opzettelijk een vuurwapen, en een slagersmes en (nylon) panty('s) en (latex) handschoenen kennelijk bestemd voor het begaan van dat/die misdrij(f)(ven) voorhanden heeft gehad, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een rolverdelingsplan/plan van aanpak gemaakt en zich gekleed in donkere kleding en zijn/hun gezicht(en) bedekt. Van het onder 1 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht. STRAFBAARHEID Het bewezene levert op: Medeplegen van voorbereiding van medeplegen van de misdrijven als omschreven in de artikelen 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, strafbaar gesteld bij artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten. OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend. Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met: een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 10 maart 2009; - een de verdachte betreffend adviesrapport d.d. 23 maart 2009 uitgebracht door Bureau Jeugdzorg Flevoland; - een de verdachte betreffend rapport raadsonderzoek d.d. 9 december 2008 uitgebracht door de Raad voor de Kinderbescherming; de overige stukken van het de verdachte betreffende persoonsdossier. De rechtbank zal aan verdachte een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie geëist en is opgelegd in de zaken tegen de medeverdachten [mededader 2] en [mededader 3]. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen de relatief geringe rol van verdachte en de persoon van verdachte zoals deze uit de bovengenoemde rapportages naar voren komt. Gelet op de rapportage van Bureau Jeugdzorg en de Raad acht de rechtbank het passend en geboden en in het belang van de ontwikkeling van de verdachte dat verdachte zich zal gedragen naar aanwijzingen en voorschriften van de jeugdreclassering, ook als dat inhoudt ITB Criem en zal deelnemen aan de leerstraf Tools4u (kort individueel). De rechtbank is van oordeel dat de onder 3 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde panty’s dienen te worden verbeurdverklaard, omdat het feit met behulp van deze voorwerpen is begaan. De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde balletjespistool dient te worden onttrokken aan het verkeer, omdat het feit met behulp van dit voorwerp is begaan. De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan hem toebehorende onder 1 en 4 op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde schoenen en pet, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer. De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 27, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 77a, 77g, 77h, 77i, 77x, 77y en 77z van het Wetboek van Strafrecht. Benadeelde partij De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij Lin niet ontvankelijk is zijn vordering, omdat de vordering geen verband houdt met het ten laste gelegde. BESLISSING Het onder 2 ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. Het onder 1 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert het strafbare feit op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar. Het onder 1 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. De rechtbank legt aan verdachte op een taakstraf, te weten de leerstraf Tools4u gedurende 20 uren, te voltooien binnen 6 maanden na het onherroepelijk worden van dit vonnis. De rechtbank beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 10 dagen jeugddetentie, althans een aantal dagen jeugddetentie dat evenredig is aan het niet verrichte aantal uren taakstraf. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 4 maanden. De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht. De jeugddetentie zal niet worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door het Bureau Jeugdzorg Flevoland, jeugdreclassering, ook als dat inhoudt ITB Criem, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt met opdracht aan die instelling als bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank verklaart verbeurd de panty’s. De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer het balletjespistool. De rechtbank gelast de teruggave van de schoenen en de pet aan verdachte. Het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven. De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij Lin in zijn vordering niet ontvankelijk is. Aldus gewezen door mr. M.A. Pot, voorzitter, mrs. L.G. Wijma en G. E.A. Neppelenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Seuters als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2009. Mrs. L.G. Wijma en G.E.A. Neppelenbroek voornoemd waren buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.