Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ7789

Datum uitspraak2009-09-16
Datum gepubliceerd2009-09-16
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200901700/1/H1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 2 oktober 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg (hierna: het college) het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het strijdige gebruik van het perceel naast [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel), afgewezen.


Uitspraak

200901700/1/H1. Datum uitspraak: 16 september 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats], gemeente Hardenberg, tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 5 februari 2009 in zaak nr. 08/1083 in het geding tussen: [appellant] en het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg. 1. Procesverloop Bij besluit van 2 oktober 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg (hierna: het college) het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het strijdige gebruik van het perceel naast [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel), afgewezen. Bij besluit van 17 juni 2008 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 5 februari 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de rechtbank) het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 17 juni 2008 vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit geheel in stand blijven. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 maart 2009, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 augustus 2009, waar [appellant], in persoon, vergezeld van zijn [echtgenote], en het college, vertegenwoordigd door C.Z.A. Snijder, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge het bestemmingsplan "Buitengebied" rust op het perceel de bestemming 'Agrarische doeleinden (Agrarisch gebied)'. Niet in geschil is dat de onderhavige recreatieve activiteiten op het perceel in strijd zijn met het bestemmingsplan. 2.2. Bij besluit van 26 augustus 2008 heeft het college de gemeente Hardenberg vrijstelling verleend voor het gebruik van het perceel als terrein voor dagrecreatieve doeleinden, voor het houden van het jaarlijkse 'zomerfeest' en voor het gebruik van de aanwezige jeu de boules-baan. 2.3. Het betoog van [appellant] dat de rechtbank ten onrechte de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar in stand heeft gelaten faalt. 2.3.1. De rechtbank heeft terecht vastgesteld dat, ten tijde van haar uitspraak, het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het perceel door het verlenen van vrijstelling is gelegaliseerd, zodat het college dan ook niet meer bevoegd is om tegen de recreatieve activiteiten op het perceel handhavend op te treden. Overigens is bij uitspraak van de Afdeling van heden in zaak nr. 200901701/1/H1, het besluit van het college van 26 augustus 2008 in rechte onaantastbaar geworden. 2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient, voor zover aangevallen, te worden bevestigd. 2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. W. Konijnenbelt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat. w.g. Konijnenbelt w.g. Boot lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 16 september 2009 202.