Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA1124

Datum uitspraak1998-04-09
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersM 96/3973
Statusgepubliceerd


Uitspraak

IV GERECHTSHOF ARNHEM vijfde enkelvoudige belastingkamer nr. M 96/3973 ----------------------------------- PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK ----------------------------------- belanghebbende: Gemeente *X Bestuursdienst, t.a.v. *A ambtenaar: inspecteur van de Belastingdienst/ Centraal bureau motorrijtuigen-belasting te Apeldoorn aangevallen beslissing: uitspraak op bezwaar d.d. 20 juni 1995 mondelinge behandeling: met toestemming van beide partijen niet gehouden. Gronden: 1. Het gemelde motorrijtuig is een gewone vrachtwagen met een open laadbak, voorzien van een kipperinrichting. Het motorrijtuig wordt gebruikt voor het afvoeren van verzameld veegvuil. 2. Het motorrijtuig is niet ingericht als vuilniswagen, kolkenzuiger of straatveegwagen als bedoeld in artikel 72, eerste lid, onderdeel h, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 ( hierna: de Wet). Uit de geschiedenis van het voorschrift blijkt voorts dat het met betrekking tot een gewone vrachtauto toepassing mist. 3. Het motorrijtuig is ook niet ingericht voor de aanleg en het onderhoud van wegen als bedoeld in artikel 72, eerste lid, onderdeel j, van genoemde Wet. Het bedoelde onderhoud van wegen omvat niet het reinigen van wegen en dus zeker niet het afvoeren van verzameld veegvuil. 4. De inspecteur heeft derhalve terecht belanghebbende de vrijstelling voor het motorrijtuig geweigerd. 5. Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Beslissing: Bevestigt de uitspraak waarvan beroep. Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 9 april 1998 te Arnhem door mr. Röben, raadsheer, lid van de vijfde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Vermeulen-Post als griffier. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal. De griffier, Het lid van de voornoemde kamer, (I.B. Vermeulen-Post) (J.B.H. Röben) Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 9 april 1998