Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA1310

Datum uitspraak1998-10-20
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers97/0379
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Gerechtshof Arnhem zesde enkelvoudige belastingkamer nr. 97/0379 Proces-verbaal mondelinge uitspraak belanghebbende : *X te : *Z ambtenaar : het Hoofd van de afdeling Belastingen van de Publieksdienst van de gemeente Nijmegen aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift van 7 februari 1997 soort belasting : onroerende-zaakbelasting jaar/tijdvak : 1995 mondelinge behandeling : op verzoek van partijen heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden gronden: 1. Aan belanghebbende zijn op 30 november voor het jaar 1995 aanslagen in de gemeentelijke belastingen opgelegd tot een bedrag van f 771,--, bestaande uit: Afvalstoffenheffing f 141,-- Onroerende-zaakbelasting (gebruik) f 630,-- De aanslag onroerende-zaakbelasting steunt op de Verordening Onroerende-zaakbelastingen 1995, vastgesteld door de gemeenteraad van Nijmegen op 26 oktober 1994 en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 14 december 1994, nr. 94.009971, zoals deze is gewijzigd door de gemeenteraad in de vergadering van 23 november 1994 en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 29 december 1994, nr. 94.010414 (hierna de Verordening). 2. De onroerende-zaakbelasting betreft de onroerende zaak *a-laan 40 in *Z en is berekend naar een waardegrondslag van f 240.000,--. 3. In de onroerende zaak is tot * april 1993 door belanghebbende een drukkerij geƫxploiteerd. Op die datum is de drukkerij door de gemeente gesloten omdat de vereiste milieuvergunningen ontbraken. 4. De Verordening voorziet in artikel 1, lid 1 onderdeel a, in de heffing van een gebruikersbelasting van degene die - naar de omstandigheden beoordeeld - bij het begin van het belastingjaar een onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruikt. 5. Belanghebbende betwist dat hij op de peildatum 1 januari 1995 de onroerende zaak *a-laan 40 feitelijk gebruikte. Voor het antwoord op de vraag of in dit geval sprake is van "feitelijk gebruik" is te dezen van belang of de onroerende zaak hem op 1 januari 1995 ter beschikking stond en of hij daarvan - ongeacht de door hem aan die zaak gegeven bestemming - daadwerkelijk gebruik kon maken. 6. Het Hoofd heeft gesteld en belanghebbende heeft niet bestreden dat het pand nog steeds is ingericht als drukkerij, dat belanghebbende toegang heeft tot het pand en dat er in het pand een ingang is om toegang te verschaffen aan boven het pand verblijvende bewoners. Voorts staat vast dat de krachtstroom bij de sluiting is verzegeld. 7. Het Hof leidt daaruit af dat belanghebbende door de onroerende zaak aldus ingericht te houden in ieder geval de mogelijkheid behoudt om - na, zoals het Hoofd stelt, het voldoen aan wettelijke voorwaarden - zijn drukkerijbedrijf aldaar met gebruikmaking van krachtstroom voort te zetten. Niet gesteld of gebleken is dat het aan belanghebbende niet vrij zou staan om, met voorbijgaan aan het gebruik als drukkerij, enige andere vorm van gebruik van de zaak te maken. 8. Onder die omstandigheden kan niet gezegd worden dat belanghebbende de onroerende zaak niet feitelijk gebruikt. De onroerende zaak wordt feitelijk gebruikt als drukkerij, zij het dat de uitoefening van dit bedrijf is onderbroken omdat belanghebbende ervoor heeft gekozen om de door de gemeente noodzakelijke geachte vergunning niet aan te vragen. Die aan de zijde van belanghebbende opkomende verhindering staat aan het bestaan van feitelijk gebruik niet in de weg. De onroerende zaak wordt in ieder geval gebruikt als opslag van drukkerijbenodigdheden. proceskosten: Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof geen termen aanwezig. beslissing: Het gerechtshof bevestigt de uitspraak. Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 1998 te Arnhem door mr Lamens, raadsheer, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van N.Th. Wagener als griffier. Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal. De griffier, Het lid van de voormelde kamer, (N.Th. Wagener)(J. Lamens) Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 20 oktober 1998