Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA1372

Datum uitspraak1999-10-07
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers98/2610
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Gerechtshof Arnhem vijfde enkelvoudige belastingkamer nr. 98/2610 Proces-verbaal mondelinge uitspraak belanghebbende:*X te:*Z ambtenaar:de heffingsambtenaar van de gemeente Gendringen (hierna: de ambtenaar) aangevallen beslissing:uitspraak op bezwaar datum WOZ-beschikking:31 oktober 1997 peildatum:1 januari 1995 mondelinge behandeling:op 23 september 1999 te Arnhem door mr Röben, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr Nuboer als grifWer waarbij verschenen:de ambtenaar van de gemeente waarbij niet verschenen:belanghebbende met kennisgeving aan het hof gronden: 1. Belanghebbende staat tot gebruik ter beschikking de onroerende zaak *a-1 te *Z, gemeente Gendringen. Het betreft een aantal objecten op een kavel van 1.200 m2. 2. In de uitspraak op bezwaar ter zake van de aan belanghebbende gezonden WOZ-beschikking heeft de ambtenaar gesteld dat er een verwisseling heeft plaatsgevonden tussen de objecten *a-2 en *a-1. De beschikking is bij uitspraak op bezwaar wegens een onjuiste objectafbakening vernietigd. 3. Belanghebbende stelt in beroep onder meer dat de vastgestelde waarde van het object niet reëel is gezien de deplorabele staat van de onroerende zaak. 4. Nu de gemeente de beschikking wegens onjuiste objectafbakening bij de uitspraak heeft vernietigd is belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn beroep. proceskosten: Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof geen termen aanwezig. beslissing: Het gerechtshof verklaart belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn beroep. Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken te Arnhem op 7 oktober 1999 door mr Röben, raadsheer, lid van de vijfde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Nuboer als grifWer. Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal. De griffier, Het lid van de voormelde kamer, (M.M. Nuboer) (J.B.H. Röben) Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 7 oktober 1999 U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende ƒ . Verweerder is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van ƒ verschuldigd. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen. Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.