
Jurisprudentie
AA1660
Datum uitspraak1995-07-24
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers30496
Statusgepubliceerd
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers30496
Statusgepubliceerd
Uitspraak
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 20 juli 1994 betreffende de hem voor het jaar 1991 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1991 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 25.950,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Bij beschikking van 30 december 1992 heeft de Inspecteur de aanslag nadien ambtshalve verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 25.227,--. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag gehandhaafd zoals deze bij die beschikking is verminderd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht. 2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van de klachten 3.1. Het Hof heeft geoordeeld dat de door belanghebbende en zijn echtgenote gemaakte kosten van inenting tegen cholera - welke kosten blijkens een tot de gedingstukken behorende nota van de GGD te Z ƒ 307,-- hebben belopen - niet tot de in artikel 46, lid 3, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 vermelde uitgaven ter zake van ziekte kunnen worden gerekend nu die inentingskosten strekten tot voorkoming van ziekte. Dat oordeel kan niet als juist worden aanvaard. Inentingskosten, ook al strekken zij tot voorkoming van ziekte, behoren naar hun aard tot de in voormelde bepaling vermelde uitgaven voor geneeskundige hulp. 3.2. Bij de klacht dat het Hof in strijd met een goede procesorde heeft gehandeld door de schriftelijke uitwerking van de ambtshalve verleende vermindering die de Inspecteur, zoals ter zitting afgesproken, na afloop van de zitting aan het Hof heeft toegezonden, niet aan belanghebbende toe te zenden, heeft belanghebbende geen belang aangezien het Hof die uitwerking niet bij zijn beoordeling van het geschil heeft betrokken. De klacht faalt derhalve. 3.3. De overige klachten falen eveneens. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 3.4. De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven. De Hoge Raad kan zelf de zaak afdoen.
4. Proceskosten De Hoge Raad zal met het oog op een eventuele veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken belanghebbende in de gelegenheid stellen zich uit te laten als hierna bepaald.
5. Beslissing De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, vernietigt de uitspraak van de Inspecteur en vermindert de aanslag tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 24.920,--, gelast dat door de Staatssecretaris van Financiën aan belanghebbende wordt vergoed het door deze ter zake van de behandeling van zijn beroep in cassatie gestorte griffierecht ten bedrage van ƒ 300,-- en stelt belanghebbende in de gelegenheid binnen 6 weken na de dag van de uitspraak in het openbaar zich uit te laten omtrent een eventuele veroordeling van de wederpartij in de kosten van het geding in cassatie en het geding voor het Hof.
Dit arrest is vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Wildeboer, Urlings, Herrmann en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Loen, in raadkamer van 24 juli 1995 en in het openbaar uitgesproken