Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA3935

Datum uitspraak1999-12-01
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersH 97.2392
Statusgepubliceerd


Uitspraak

vs nr 1.1770 vs 1 december 1999 bij vervroeging ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM, EERSTE ENKELVOUDIGE KAMER. Vonnis in de zaak rolnummer H 97.2392 van: [eiseres], wonende te Laren (N.H.), e i s e r e s bij dagvaarding van 3 juli 1997, procureur mr M. Bunders, advocaat mr J.G. Teulings (Amsterdam), tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VNU TELEPRESS PUBLICATIONS B.V. (thans genaamd: VNU TIJDSCHRIFTEN B.V.), gevestigd te Amstelveen, 2. [gedaagde2], wonende te Amsterdam, g e d a a g d e n , procureur mr K.T.M. Stöpetie, advocaat mr E.M. Polak (Amsterdam). Partijen worden hierna [eiseres], VNU en [gedaagde2] genoemd. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen: - dagvaarding, - conclusie van eis met bewijsstukken, - conclusie van antwoord met bewijsstukken, - ambtshalve gewezen tussenvonnis van 29 oktober 1997, waarbij een comparitie van partijen is bepaald, - akte van 19 maart 1998, houdende depot van een video-band door VNU, - proces-verbaal van de op 25 maart 1998 gehouden comparitie van partijen, - conclusie van repliek, met een bewijsstuk, - conclusie van dupliek met bewijsstukken, - akte van [eiseres], - pleidooi dat gehouden is op 9 september 1999, het daarvan opge-maakte proces-verbaal, pleitnotities van de raadslieden van [eiseres] en VNU en een bij pleidooi door VNU genomen akte met bewijsstukken; - proces-verbaal van de op 11 november 1999 geplande, maar niet gehouden comparitie van partijen. Beide partijen hebben de stukken overgelegd ter ver-krijging van vonnis. GRONDEN VAN DE BESLISSING. 1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet betwiste inhoud van de overgelegde bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast. a. [Eiseres] handelt onder de naam [artiestennaam]; zij is onder die artiestennaam bij het Nederlandse publiek bekend als zangeres en toneelspeelster. In augustus 1995 hebben [eiseres] en [partner van eiseres], met wie zij op dat moment twaalf jaar getrouwd was, besloten uiteen te gaan. b. [Eiseres] heeft het door VNU uitgegeven boulevard-blad Story (waarvan [gedaagde2] de hoofdredacteur is) in 1993 meegedeeld dat zij niet meer aan artikelen in Story wenste mee te werken. c. In de periode augustus 1995 tot en met mei 1997 heeft Story twaalf artike-len aan [eiseres] (hierna: de publicaties) gewijd, samengevat als volgt: Story nr. 35 (week van 24 augustus 1995): “In plaats van koperen bruiloft: [partner van eiseres] zet [eiseres] op straat!” met afbeelding van een foto van [eiseres], op de cover aangekondigd met “In plaats van koperen bruiloft: [partner van eiseres] zet [eiseres] op straat!” met de afbeelding van een foto van [eiseres] met haar kinderen en een foto van [eiseres]; Story van september 1995:”[eiseres] dook onder bij ex-vriend!”; Weddenschappen over de naam van vierde meneer ‘[eiseres]’ met een afbeelding van twee foto’s van [eiseres]; Story van september 1995; “[eiseres]’s scheiding ontaardt in een bittere strijd, Belgisch huis inzet van het conflict” met afbeelding van twee foto’s van [eiseres]; Story nr. 42 (week van 12 oktober 1995):”[partner van eiseres] verliet [eiseres] voor veel jongere vrouw”: Leeftijdsverschil van 13 jaar eiste toch zijn tol¼” met afbeelding van een foto van [eiseres], op de cover aangekondigd met: ”De bittere waarheid: [partner van eiseres] verliet [eiseres] voor veel jongere vrouw!”, met afbeelding van een foto van [eiseres]; Story nr. 50 (week van 7 december 1995): een hoofd-redactionele column van de hoofdredacteur van de Story, [gedaagde sub 2], onder de titel “Spuugzat”; Story nr. 50 (week van 7 december 1995):”Dit is de vrouw die nu door [eiseres] wordt gehaat!”, op de cover aangekondigd met: ”Hoe zielig is [eiseres]? Zo vecht zangeres tegen haar rivale A. (25): haar haat, haar pijn en haar leugen, [eiseres]: waarom hun liefde nooit lang kan duren¼” met afbeelding van een foto van [eiseres]; Story nr. 52 (week van 21 december 1995):”Waarom zij geruchten zelf de wereld in helpt; Met deze man wil [eiseres] [partner van eiseres] een hak zetten”, met afbeelding van een foto van [eiseres] en op de cover aangekondigd met:”[eiseres] zegt het zelf: Ik heb een nieuwe vriend! Hij is jong, rijk en moet [partner van eiseres] jaloers maken¼” eveneens met afbeelding van een foto van [eiseres]; Story nr. 1 (week van 4 januari 1996):” [eiseres]: scheiding in plaats van koperen bruiloft” met afbeelding van een foto van [eiseres]; Story nr. 15 (week van 4 april 1996):”De pikante band van [eiseres] en [naam ex-man], ex-man [partner van eiseres] is razend jaloers¼” met een afbeelding van een foto van [eiseres]; Story van juni 1996: “[eiseres] zet Haagse advocaat aan de kant, nieuwe liefde duurde slechts twee weken” met een afbeelding van een foto van [eiseres]; Story nr. 9 (week van 20 februari 1997):”[eiseres]’s nieuwe minnaar komt uit Zuid-Amerika; Broer [naam] maakte eerste liefdesfoto’s. Hooggeëerd publiek: de vierde van [eiseres]” met afbeelding van een foto van [eiseres] en op de cover aangekondigd met:”[eiseres] showt haar nieuwe minnaar; Het is een Chileen¼” eveneens met een foto van [eiseres]; Story nr. 21 (week van 15 mei 1997):”In vier dagen bijna niet van kamer afgeweest: [eiseres] sluit zich met vriend op in Amstel Hotel!” met afbeelding van een tweetal foto’s van [eiseres] en op de cover aangekondigd met:”4 nachten¼[eiseres] duikt met man onder in Amstel Hotel!” eveneens met afbeelding van een foto van [eiseres]. d. Al deze publicaties zijn tot stand gekomen zonder dat [eiseres] daarvoor is geïnterviewd en ook zonder dat de daarin vermelde gebeurtenissen bij [eiseres] zijn geverifieerd. e. Nadat [eiseres] VNU/[gedaagde2] omtrent de onder hiervoor onder c. 11 en 12 genoem-de publicaties had aangesproken, heeft VNU betreffende nummer 11 een rectificatie geplaatst en, wat betreft nummer 12, in Story nummer 23 van 1997 een mededeling van [eiseres] (dat de inhoud van het artikel onjuist was) geplaatst. 2. [Eiseres] vordert de hoofdelijke veroordeling van VNU en [gedaagde2] tot vergoeding van door [eiseres] geleden immateri-ële schade van ¦ 100.000,--, alsook tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van ¦ 9.499-,87, beide bedragen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding (3 juli 1997). Voorts vordert [eiseres] dat het VNU en [gedaagde2] bevolen wordt zich te onthouden van enige onware dan wel grievende dan wel kwetsende publicatie over haar in Story "dan wel anderszins ", op straffe van een dwangsom van ¦ 50.000,-- voor ieder handelen in strijd met dat bevel. [Eiseres] stelt daartoe dat de publicaties onwaar, grievend en kwetsend zijn en een ernstige inbreuk vormen op haar persoon-lijke levenssfeer; voorts tasten zij haar eer en goede naam aan. De publicaties bevatten mededelingen/suggesties die onjuist zijn; samengevat komt het erop neer dat de publicaties volgens [eiseres] de kwestie van wie het initiatief van de echtscheiding tussen [partner van eiseres] en haar is uitgegaan onjuist beschrijven alsook het verdere verloop van die echtscheiding, en voorts ten onrechte [eiseres] allerlei verhoudingen met andere mannen toedichten. Bovendien staat in de publicaties te lezen dat [eiseres] niet de waarheid zou spreken over het verloop van haar echtscheiding van [partner van eiseres], eveneens ten onrechte. In de publicaties wordt zij in krenkende bewoordingen voor een groot publiek neerge-zet als een zielige vrouw-, die door haar veel jongere echtge-noot is ingeruild voor een jongere vrien-din, als een vrouw die liegt over de toedracht van haar echtscheiding en die haar ex-echtgenoot jaloers wil maken en hem zijn geluk misgunt, als een vrouw die bezeten op zoek is naar een nieuwe (jongere) man, kortom als een haatdragende leugenares die -in de woorden van Story- beter kan liegen dan zingen. VNU en [gedaagde2] hebben door deze artikelen -die zowel op zichzelf beschouwd als in serie het oogmerk hebben [eiseres] te beledigen-, bij de publicatie waarvan VNU geen rechtens te respecteren belang had (VNU had immers alleen eigen winst voor ogen), onrechtmatig jegens haar gehandeld. Boven-dien hebben VNU/[gedaagde2] zonder toestemming van [eiseres] afbeeldingen van foto's van [eiseres] gebruikt, hetgeen eveneens (arti-kel 21 Auteurswet) on-rechtmatig is. Als gevolg van de aanhoudende reeks van onrechtmatige publica-ties (twaalf artikelen in acht maanden, derhalve een langdurige hetze), zulks in een periode waarin zij het pijnlijke proces van haar echtscheiding moest verwerken, heeft [eiseres] aan-merke-lijke imma-ter-iële schade gele-den, waarvoor VNU en [gedaagde2] hoofdelijk aanspra-ke-lijk zijn. Niet alleen hebben VNU/[gedaagde2] [eiseres] op uiterst pijnlijke wijze en bij herha-ling (en dus in-dringend) gegriefd, maar zij durft buiten haar optredens als artieste nauwelijks in de openbaarheid te treden met een andere man. Niet alleen zij, maar ook haar kinderen, worden door hun omgeving steeds aangesproken op de publicaties, hetgeen veel verdriet teweegbrengt. Een immateriële schadever-goeding van ¦ 100.000,-- is dan ook terecht. Wat de buitengerechtelijke kosten betreft heeft haar advocaat haar voor zijn verrichtingen in deze zaak een bedrag van ¦ 9.499,87 gefactureerd. Deze kosten dienen op de voet van artikel 6:96 BW voor rekening van VN-U/ [gedaagde2] te komen. Aangezien VNU/[gedaagde2] zich bij herhaling schuldig hebben gemaakt aan dit soort publicaties, dienen VNU/[gedaagde2] een verbod te krijgen om zich voortaan te onhouden van enige onware, grievende en kwetsende publicatie over haar, aldus nog steeds [eiseres]. 3. VNU en [gedaagde2] hebben bestreden dat de publica-ties onrechtmatig jegens [eiseres] zijn. De publicaties zijn alle gebaseerd geweest op de des-tijds beschikbare gegevens, zoals blijkt uit de in de periode 1995-1997 in andere tijdschriften -Weekend, Privé, Party en de Telegraaf (de pagina "Privé")- verschenen artikelen over [eiseres]. Tegen díe publicaties -die gelijke informatie als de litigieuze artike-len bevatten- is [eiseres] niet opgetreden. Het enkele feit dat [eiseres] de in de publicaties gegeven waarde-oordelen niet deelt, maken de die oordelen nog niet onrechtmatig; in ieder geval zijn de in de publicaties gegeven waarde-oordelen niet in onnodig krenkende bewoordingen gesteld. Bovendien is [eiseres] een publieke persoon ten aanzien van wie de grenzen van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ruimer getrokken moeten worden, zeker nu [eiseres] zelf de media opzoekt met informatie over haar privé-leven. Dat blijkt niet alleen uit de al genoemde artikelen, maar ook heeft [eiseres] in 1998 een boek over haar privé-leven doen verschijnen ("Willeke verliefd op het leven"). VNU/[gedaagde2] hebben het recht over [eiseres] te schrijven en haar ontboeze-mingen tegen andere (door haarzelf gekozen) media kritisch tegen het licht te houden. Deze kritische instelling van Story is niet krenkend voor [eiseres]. [Eiseres] heeft haar recht te klagen verwerkt: zo zij de publicaties onrechtmatig achtte, had zij onverwijld dienen te reageren. Dat heeft zij nagelaten. Daarmee heeft zij de bewijs-positie van VNU/[gedaagde2] onredelijk verzwaard (het is thans immers moeilijk na te gaan op welke indertijd beschikbare feiten die publi-caties waren gebaseerd). De in de publicaties geplaatste foto's zijn rechtmatig verkre-gen, zodat VNU/[gedaagde2] die ook mogen publiceren. Voorzover er sprake is van onrechtmatig handelen door VNU/[gedaagde2] heeft [eiseres] daar geen schade door geleden: in de ogen van het Nederlandse publiek is haar eer en goede naam niet aangetast. Voorts dient de schade in ieder geval voor rekening van [eiseres] te blijven omdat zij niet tijdig heeft geprotes-teerd en dus geen schadebeperkende maat-regelen heeft genomen. Ook is de schade onvoldoende onderbouwd. Wat betreft de buitengerechtelijke kosten stellen VNU/[gedaagde2] dat zij de conceptdagvaarding voor de onderhavige procedure al in april 1997 hebben ontvangen en dat de thans gevorderde kosten dus verband houden met de instructie van deze zaak. Aldus nog steeds VNU/[gedaagde2]. 4.1. Het meest verstrekkende verweer, namelijk dat [eiseres] haar recht op klagen heeft verwerkt omdat zij niet tijdig op de publicaties heeft gereageerd, wordt verworpen. Het staat [eiseres] vrij de in haar ogen meest geschikte weg te kiezen om zich tegen VNU/[gedaagde2] te weer te stellen; door het enkele tijdsverloop zijn de aanspraken van [eiseres] niet tenietge-gaan. Overigens is de dagvaarding in deze zaak is uitgebracht op 3 juli 1997, dus vrijwel direct nadat de laatste van de twaalf in dit geding door [eiseres] aangevallen publicaties in Story was verschenen. 4.2. Van de in de publicaties gedane mededelingen is een deel -naar ook [eiseres] erkent- juist: het feit dat [eiseres] en [partner van eiseres] in een echtscheiding verwikkeld waren en dat [partner van eiseres] een jongere vriendin had (in ieder geval nadat het besluit tot scheiding genomen was). On-juist waren (naar ook VNU-/[gedaagde2] niet betwisten) de verhoudingen die Story [eiseres] in de publicaties aanwreef met [MJ], [MO], [FA], een Haagse advo-caat en een Zuid-Amerikaan. Deze onjuiste mededelin-gen zijn in beginsel onrechtmatig jegens [eiseres]. 4.3. Naast de onjuiste mededelingen bevatten de publicaties vrijwel uitsluitend gissingen over de voortgang van en de reden voor de echtscheiding van [eiseres]. Geen van die speculaties is -gelet op de normale gang van een echtscheiding en de zich daarbij voordoende problemen- op zichzelf schokkend of grievend voor [eiseres]. Nog daargelaten dat [eiseres] een bekende Nederlander is in wier wel en wee vele mensen zijn geïnteres-seerd, zodat zij zich dus meer moet laten aanleunen dan de doorsnee-Nederlander, dient in aanmerking genomen te worden dat [eiseres] er geen problemen mee had om haar persoonlijke gevoelens over deze echtscheiding in diezelfde periode op een vergelijkbaar podium ([schrijver] in het blad Privé en in de Telegraaf op de pagina Strikt Privé) zelf in de openbaarheid te brengen. Bovendien is in diezelfde periode in vergelijkbare bladen en artikelen intensief aandacht besteed aan de echtscheiding en gevoelens van [eiseres], waaraan [eiseres] evenmin haar medewerking heeft verleend en waartegen -naar onbe-twist vaststaat- [eiseres] niet is opgetreden. Daaruit kan niet anders afgeleid worden dan dat [eiseres] deze artikelen op dit punt niet als wezenlijk grievend voor haar heeft ervaren. Dat tussen [eiseres] met Story kenne-lijk (zie 1.b.) een vete bestaat en zij Story dus wel wenst aan te spre-ken op de publicaties, bete-kent nog niet dat reeds daarom de artikelen van Story grievend zijn jegens [eiseres]. 4.4. Dit ligt echter anders met de publicaties genoemd onder 1.c. nummer 5 en 6. Onder het hoofdje: "Spuugzat" heeft [gedaagde2] onder meer geschreven: "Maar juist [eiseres]'s waarheid is een grote leugen! En het is opvallend hoe zij steeds weer mensen voor haar karretje weet te spannen die haar verzinsels en verdraaiingen klakkeloos afdrukken of uitzenden! [Eiseres] maakt al jaren geen hits meer, en ging op het Eurovisie Songfestival zo af dat we niet eens meer mochten meedoen.Inderdaad, met haar privéle-ven trok ze dit jaar meer aandacht dan met haar artistieke prestaties........Zo konden wij.. melden dat er veel meer aan de hand was dan [eiseres] wilde doen gelo-ven. (in hoofdletters:) [partner van eiseres] heeft allang een an-der. De keihar-de waarheid is dat [eiseres] de bons had gekre-gen, maar kennelijk paste zoiets niet bij de diva die zij zo graag wil zijn. (...) En wat zei [eiseres] na onze publikatie? Nog nooit had ze zulke verschrikkelijke leugens over zichzelf gelezen. (...) En voor alle collega's die de fout ingingen nog één tip: Ik wantrouw [eisres] al jaren en raad U aan het-zelfde te doen." In hetzelfde nummer van Story (50 van december 1995) wordt onder de kop "Dit is de vrouw die nu door [eiseres] wordt gehaat!" geschreven: "Als er één zangeres is die minstens zo goed kan liegen als zingen, dan is dat [eiseres]." De kwaadaardige toonzetting van beide artikelen en de evidente opzet [eiseres] in de ogen van het lezerspubliek van Story te kleineren en haar in haar gevoelens als artieste ("al jaren geen hits meer") en als mens ("dit is de vrouw die nu door [eiseres] wordt gehaat", "minstens zo goed kan liegen als zingen") te raken, vormen in het licht van het belang van de publicatie een grove inbreuk op de per-soonlijke levenssfeer van [eiseres], die zij, ondanks haar bekendheid, zich niet hoeft te laten aanleunen. Dit klemt temeer nu het van algemene be-kend-heid is dat een echtscheiding voor de betrokkenen vaak een pijnlijk proces is. 5. Aangezien [eiseres] niet heeft bestreden dat de door VNU/[gedaagde2] bij de publicaties gebruikte foto's van [eiseres] rechtmatig door hen verkregen zijn, dient er van uitgegaan te worden dat VNU gerechtigd was deze foto's openbaar te maken. Het beroep op artikel 21 van de Auteurswet faalt dan ook. 6. Met betrekking tot de gevorderde immateriële schadevergoe-ding geldt het volgende. Hoewel een aantal van de publicaties niet als onjuist of grievend voor [eiseres] beschouwd moeten worden, heeft het publiceren van twaalf artikelen over [eiseres] in Story in de periode van anderhalf jaar (waaronder publicaties die wél onjuiste mededelingen bevatten of grievend voor [eiseres] waren) het karakter van een campagne jegens [eiseres]. Dit is een factor die bij het vaststellen van de omvang van de schade meeweegt. Voorts is -zie 4.1.- al vastgesteld dat [eiseres] -door eerst in 1997 stappen tegen VNU/[gedaagde2] te ondernemen- haar plicht tot schadebeperking niet heeft geschonden. Dat [eiseres] leed heeft ondervonden van met name de hiervoor onder 4.4. genoemde artikelen behoeft geen betoog. De hoogte van het als schadevergoeding toe te wijzen bedrag is een indicatie voor de wijze waarop in rechte omtrent de laakbaar-heid van de onrechtmatige publicaties en het daardoor veroor-zaakte leed wordt gedacht en bepaalt mede daardoor de erkenning van het aangedane leed. Op grond van het voorgaande acht de rechtbank toewijzing van een bedrag van ¦ 10.000,-- geïndi-ceerd. 7. Nadat [eiseres] bij repliek had gesteld dat de door haar gevorderde buitengerechte-lijke kosten gemaakt waren om de onder 1.e. genoemde rectificaties te verkrijgen, hebben VNU/[gedaagde2] op die stelling niet meer gereageerd, zodat het ervoor gehouden moet worden dat de stelling van [eiseres] juist is. De vordering is dan ook op de voet van artikel 6:96 lid 2 BW toewijsbaar. 8. VNU als uitgeefster en [gedaagde2] als hoofdredacteur die voor de inhoud van Story verantwoordelijk is, zijn hoofdelijk voor de betaling van de hiervoor genoemde bedragen aan-sprake-lijk. 9. Het enkele feit dat VNU/[gedaagde2] publicaties het licht hebben doen zien die onjuiste informatie bevatten dan wel grievend voor [eiseres] waren, rechtvaardigt niet een algeheel verbod voor de toekomst. Zulks is in strijd met het grondrecht van vrije meningsuiting. 10. Uit het voorgaande volgt dat de vordering als na te melden toewijsbaar is. VNU/[gedaagde2] worden als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding. BESLISSING De rechtbank: - veroordeelt VNU/[gedaagde2] hoofdelijk om aan [eiseres] te betalen ¦ 19.499,87,-- (negentienduizend vierhon-derdnege-nenne-gentig gulden en zevenentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 3 juli 1997 tot aan de voldoening; - veroordeelt VNU/[gedaagde2] in de kosten van het geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op ¦ 5.948,85; - verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voor-raad; - wijst het meer of anders gevorderde af. Gewezen door mr J.A.J. Peeters, lid van genoemde kamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 december 1999 in tegenwoordigheid van de griffier.