Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA5066

Datum uitspraak2000-01-19
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers98/00161
Statusgepubliceerd


Uitspraak

WS Gerechtshof Arnhem zevende enkelvoudige belastingkamer nr. 98/00161 Proces-verbaal mondelinge uitspraak belanghebbende : X te : Z ambtenaar : het Wnd. Hoofd bureau belastingen van de gemeente Zwolle aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift tegen naheffingsaanslag soort belasting : parkeerbelasting tijdstip : 6 augustus 1997, 10.10 uur mondelinge behandeling : met toestemming van beide partijen niet gehouden gronden: 1. Belanghebbende stelt dat zij a. voor het parkeren op het voormelde tijdstip een ‘bon’ had ‘gekocht’ en b. het kaartje duidelijk zichtbaar op de voorgeschreven plaats gelegd had. Zij legt tot staving hiervan een kopie over van een kaartje dat vermeldt: ‘potgietersingel 1 parkeren betaald tot WO 06 AUG 97 11:13 betaald FL**2.25 aankomst 06 aug 10:05 Plaats het kaartje goed leesbaar achter uw voorruit’. 2. De ambtenaar legt een kopie over van het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van de betrokken parkeercontroleur, A, van 4 september 1999. Aan de inhoud van dit proces-verbaal hecht het hof geloof, zodat daarmee de tweede stelling van belanghebbende voldoende is weersproken. 3. Evenwel is volgens artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dat hier toepasselijk is op grond van de artikelen 231, eerste lid, en 233 van de Gemeentewet, nahef_ng enkel mogelijk van belasting die op aangifte behoort te worden voldaan doch geheel of gedeeltelijk niet betaald en daardoor te weinig geheven is. Van belang is dan ook, of de verschuldigde belasting is betaald en niet of op de voorgeschreven wijze aangifte is gedaan (HR 8 januari 1997, nr. 31 657, BNB 1997/68c*, Belastingblad 1997, blz. 277). 4. De ambtenaar verwijst naar aantekeningen van de parkeercontroleur. Het door deze opgemaakte en door de ambtenaar overgelegde proces-verbaal weerlegt echter niet dat belanghebbende een bon gekocht had - waarmee zij kennelijk bedoelt dat zij de verschuldigde belasting had betaald. 5. Het beroep is derhalve gegrond. proceskosten: In beroep is niet gebleken van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en ook overigens niet van kosten die volgens artikel 1 van het Besluit proceskosten fiscale procedures kunnen worden begrepen in een kostenveroordeling op de voet van artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. beslissing: Het gerechtshof: - vernietigt de uitspraak van de ambtenaar alsmede de daarbij gehandhaafde naheffingsaanslag; - gelast de ambtenaar aan belanghebbende het door haar gestorte griffierecht van ¦ 45,- te vergoeden. Aldus gedaan te Arnhem op 19 januari 2000 door mr drs F.J.P.M. Haas, raadsheer, lid van de zevende enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Snoijink als griffier. Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal. De griffier, Het lid van de voormelde kamer, (W.J.N.M. Snoijink) (F.J.P.M. Haas) De beslissing is in het openbaar uitgesproken en afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 19 januari 2000 Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal van deze uitspraak het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Van de verzoeker wordt een griffierecht van ¦ 150 geheven. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen. Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.