Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA5199

Datum uitspraak2000-03-09
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersKG 00/511 VB
Statusgepubliceerd


Uitspraak

VB/LS vonnis 9 maart 2000 DE PRESIDENT VAN DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM, RECHTSPREKENDE IN KORT GEDING in de zaak: rolnummer KG 00/511 VB van: de besloten vennootschap AEDES BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, e i s e r e s bij dagvaarding van 22 februari 2000, procureur mr J.N.M. van Trigt, t e g e n : [gedaagde], wonende te [woonplaats], g e d a a g d e , in persoon verschenen. VERLOOP VAN DE PROCEDURE : Ter terechtzitting van 29 februari 2000 heeft eiseres, hierna Aedes, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, hierna [gedaagde], heeft verweer gevoerd. Na verder debat heeft Aedes stukken overgelegd voor vonniswijzing. GRONDEN VAN DE BESLISSING : 1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten. a. [gedaagde] huurt van de eigenaar/verhuurder, waarvoor Aedes als lasthebber optreedt, vanaf 31 oktober 1996 de woning aan [adres] tegen een huurprijs van laatstelijk ¦ 679,55 per maand. b. [gedaagde] heeft een huurachterstand heeft over de maanden oktober 1999 tot en met februari 2000. c. Ondanks diverse sommaties heeft [gedaagde] tot heden de huurachterstand niet voldaan. 2. Aedes vordert -kort weergegeven- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van ¦ 3.996,60, zijnde de achterstallige huurpenningen, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten inclusief BTW. Voorts vordert zij [gedaagde] te veroordelen tot voorwaardelijke ontruiming van de woning bij niet tijdige betaling. 3. [gedaagde] erkent de vordering, maar voert aan dat zij niet ineens kan betalen, omdat zij niet voldoende inkomsten heeft en bovendien meerdere schulden. Deze schulden zijn ontstaan, omdat zij de afgelopen anderhalf jaar een eigen zaak had die niet voldoende inkomsten opbracht. Inmiddels is deze zaak opgehouden te bestaan en gaat zij per 1 april 2000 als boekhoudster werken. Om haar schulden op te lossen heeft zij een verzoek om schuldsanering ingediend bij Crediam en is zij in afwachting van hun reactie. 4. Nu [gedaagde] de vordering niet heeft betwist, is thans voldoende aannemelijk dat de bodemrechter de geldvordering in een eventuele bodemprocedure zal toewijzen. Dit onderdeel van de vordering is dan ook toewijsbaar. De huurachterstand bedraagt meer dan drie maanden, zodat aannemelijk is dat de kantonrechter desgevorderd tot ontbinding van de huurovereenkomst zal overgaan. Aan de veroordeling tot ontruiming zal echter, gelet op het feit dat [gedaagde] schuldhulp heeft aangevraagd, de voorwaarde worden verbon-den dat deze niet ten uitvoer kan worden gelegd voordat Crediam negatief op het verzoek van [gedaagde] heeft beslist, welke voorwaarde komt te vervallen indien niet voldaan wordt aan een van na te noemen voorwaarden die daar tegenover met het oog op de belangen van Aedes worden gesteld. Het bedrag tot voldoening waarvan [gedaagde] zal worden ver-oordeeld, geldt als voorschot ter nadere verrekening met hetgeen zij ten gronde zal blijken verschuldigd te zijn. Betalingen ingevolge dit vonnis strekken allereerst in mindering op de na heden vervallende betalingstermijnen. 5. [gedaagde] wordt, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van dit geding. B E S L I S S I N G : 1. Veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis aan Aedes te voldoen ¦ 3.996,60 (drieduizendnegenhonderdzesennegentig gulden en zestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over ¦ 3.397,75 vanaf 22 februari 2000 tot aan de dag van voldoening. 2. Veroordeelt [gedaagde] om aan Aedes te voldoen ¦ 679,55 voor iedere maand of gedeelte daarvan gedurende welke [gedaagde] na de maand februari 2000 in het genot blijft van de woning aan [adres]. 3. Veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na de bete-kening van dit vonnis de hiervoor onder 2 bedoelde woning met al de haren en het hare onder afgifte van de sleutels te verlaten en de ruimten ontruimd ter beschikking van Aedes te stellen, met machtiging van Aedes om, zo [gedaagde] mocht nalaten aan deze veroordeling te voldoen, de nakoming daarvan af te dwingen met behulp van de sterke arm. 4. Bepaalt dat Aedes aan de hiervoor onder 3 gegeven veroordeling geen rechten kan ontlenen, zolang Crediam niet negatief heeft beslist op het schuldsaneringsverzoek van [gedaagde]. 5. Bepaalt dat de voorwaarde onder 4. komt te vervallen -en Aedes dus tot ontruiming mag overgaan- in ieder van de navolgende gevallen: a. indien [gedaagde] in het vervolg niet stipt vóór de eerste van iedere maand de dan geldende huur voor die maand heeft betaald. b. indien Crediam niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis schriftelijk aan Aedes heeft bevestigd dat zij een verzoek tot schuldsanering van [gedaagde] in behandeling heeft en dat zij Aedes onverwijld van haar advies op de hoogte zal stellen; c. indien [gedaagde] nalaat om een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling bij de rechtbank in te dienen binnen 14 dagen na ontvangst van een verklaring van de gemeente dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldsanering te komen; d. indien de toepassing van de schuldsanering eindigt zonder dat aan Aedes het bedrag wordt voldaan waarop zij dan (nog) aanspraak kan maken. 6. Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van Aedes begroot op ¦ 484,48 aan verschotten, waaronder ¦ 400,= wegens vastrecht en op ¦ 600,= aan salaris procureur. 7. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad. 8. Wijst het meer of anders gevorderde af. Gewezen door de vice-president mr G.W.K. van der Valk Bouman, fungerend president der Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 9 maart 2000 in tegenwoordigheid van de griffier. Coll.: