Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA7808

Datum uitspraak2000-01-07
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers99/03944
Statusgepubliceerd


Indicatie

Schorsing beschikking verplichte ziekenfondsverzekering


Uitspraak

99/03944 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM UITSPRAAK VAN DE PRESIDENT VAN HET GERECHTSHOF ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8:84 VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT inzake: X, wonende te Z, verzoeker tegen: de inspecteur van de Belastingdienst, landelijk punt uitvoering heffing Ziekenfondswet voor zelfstandigen, verweerder. Aanduiding bestreden besluit Besluit van verweerder van 9 november 1999. Onstaan en loop van het geding Bij het bestreden besluit heeft verweerder verklaard dat uit gegevens per 1 oktober 1999 gebleken is dat verzoeker als zelfstandige voldoet aan de voorwaarden voor ziekenfonds-verzekering in 2000. Tegen dit besluit heeft verzoeker met dagtekening 14 december 1999 een bezwaarschrift ingediend. Bij brief van 15 december 1999, aangevuld bij brief van 27 december 1999, heeft verzoeker zich tot de President van het Gerechtshof gewend met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Het verzoek is op 7 januari 2000 ter zitting behandeld. Verzoeker is in persoon verschenen, tot zijn bijstand vergezeld van zijn echtgenote. Verweerder heeft zich laten vertegenwoor-digen door A (Belastingdienst Particulieren/Ondernemingen Zaandam). 2. Beoordeling van het geschil Verweerder heeft het standpunt ingenomen, gelet op de uitspraak van de President van dit gerechtshof van 22 december 1999 met kenmerknummer 99/03882, het bestreden besluit te zullen vernietigen, en na 1 januari 2000 een nieuw, inhoudelijk gelijk, besluit ten name van verzoeker te nemen. Gelet op het vorenstaande zal de President de werking van de bestreden beschikking schorsen. 3. Proceskosten Nu het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening wordt toegewezen ziet de President aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoeker op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. Voor vergoeding komen in aanmerking de door verzoeker gemaakte reiskosten voor het bijwonen van de zitting, door de President vastgesteld op f. 15. Beslist wordt als volgt. 4. Beslissing De President wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe; bepaalt dat de werking van de bestreden beschikking wordt geschorst; veroordeelt de verweerder in de proceskosten van de verzoeker tot een bedrag van f. 15, te vergoeden door de Staat; en gelast verweerder het betaalde griffierecht ad f. 60 aan verzoeker te vergoeden. Gewezen door mr. H. Smit, coördinerend vice-president, in tegenwoordigheid van mr. Berns, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 7 januari 2000. De president heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van deze uitspraak in geanonimiseerde vorm.