
Jurisprudentie
AA7868
Datum uitspraak2000-10-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
ZaaknummersSBR 00/2015 VV
Statusgepubliceerd
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
ZaaknummersSBR 00/2015 VV
Statusgepubliceerd
Uitspraak
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE UTRECHT
sector bestuursrecht
nr. SBR 00/2015 VV
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de president van de rechtbank te Utrecht op het verzoek om een voorlopige voorziening in het geschil tussen:
[verzoeker 1],
[verzoeker 2] en
[verzoeker 3],
verzoekers,
en
het college van burgemeester en wethouders van Houten,
verweerder.
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Het verzoek heeft betrekking op het besluit van 20 oktober 2000, waarbij verzoekers zijn gelast voor maandag 23 oktober 2000 om 12.00 uur de vier of meer caravans van het parkeerterrein aan de Meidoornkade te Houten, nabij het gebouw van Euretco te verwijderen en verwijderd te houden, de president van de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
1.2 Het verzoek is op 24 oktober 2000 in een openbare zitting behandeld, waar verzoeker [verzoeker 1] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. S.J.M. Jaasma, advocaat te Amsterdam, en waar verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door mr. S. Zijlstra en P.W. Bannink, ambtenaren van de gemeente Houten.
2. BESLISSING
Aan het slot van de behandeling van het verzoek heeft de president:
2.1 het besluit van verweerder van 20 oktober 2000 (kenmerk BOV-BJZ) geschorst;
2.2 verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekers in dit geding ten bedrage van f 1420,-, te betalen door de gemeente Houten;
2.3 bepaald dat het door verzoekers betaalde griffierecht ad f 225,- aan hen wordt terugbetaald door de gemeente Houten.
3. GRONDEN
3.1 Verweerder heeft de bestuursdwangaanschrijving gebaseerd op het bepaalde in artikel 15, eerste lid, van de Wet op de openluchtrecreatie. Ingevolge dit artikellid - voorzover hier van belang - is het verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing als bedoeld in artikel 8, eerste onderscheidenlijk tweede lid, of een ontheffing als bedoeld in artikel 13 is verleend.
3.2 Vastgesteld wordt dat verzoekers caravans op het parkeerterrein aan de Meidoornkade te Houten hebben geplaatst die gebruikt worden voor permanente bewoning en niet ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Gelet hierop kan niet worden gezegd dat verzoekers in strijd met het bepaalde in artikel 15, eerste lid, van de Wet op de openluchtrecreatie handelen. Verweerder kan aan dat artikellid dan ook niet de bevoegdheid ontlenen om verzoekers te gelasten de caravans van meergenoemd parkeerterrein te verwijderen.
3.3 Gelet op het vorenoverwogene bestaat er aanleiding om het bestreden besluit te schorsen.
3.4 Voorts zijn termen aanwezig om verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoekers in dit geding. Deze kosten worden met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op f 1420,- als kosten van verleende rechtsbijstand.
De mondeling uitspraak is gewezen door mr. D.A.C. Slump, fungerend president, op
24 oktober 2000, in tegenwoordigheid van mr. R.C. Stijnen als griffier.
Aldus opgemaakt door de griffier.