Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA8232

Datum uitspraak2000-10-25
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers97/20253
Statusgepubliceerd


Uitspraak

BELASTINGKAMER Nr. 97/20253 HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, tweede meervoudige Belastingkamer, op het beroep van Stichting L-museum te W (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Hoofd van de eenheid Ondernemingen Tilburg van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op haar bezwaarschrift tegen het bedrag dat door haar als omzetbelasting op aangifte is voldaan over het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 maart 1997. De mondelinge behandeling: De mondelinge behandeling van de zaak heeft met gesloten deuren plaatsgevonden ter zitting van het Hof van 11 oktober 2000 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer drs. W., directeur van belanghebbende, mevrouw mr. M., verbonden aan het kantoor te A van C, als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, de heer G. verbonden aan de vorengenoemde eenheid van de rijksbelastingdienst. Na behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 25 oktober 2000, de volgende mondelinge uitspraak gedaan. De beslissing: Het Hof bevestigt de bestreden uitspraak. De gronden: (1) Belanghebbende verleent tegen vergoeding toegang tot een museum op het gebied van X-producten en exploiteert een bij dat museum behorend souvenirwinkeltje. Zij is als zodanig ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968. In evenbedoeld winkeltje verkoopt zij, voor zover voor de onderhavige procedure van belang, verschillende X-producten, zoals boekenleggers, polsbandjes, oorbellen, haarklemmen, etuis, sleutelhangers , cleaner en olie, en diverse goederen, te weten (kleine) tegels met een afbeelding van het museum, beeldjes, ballpoints met de naam van het museum erop en klemmen (grote paperclips). Sommige voorwerpen zijn (kleine) replica's van in het museum tentoongestelde objecten. (2) Naar het oordeel van het Hof zijn de onder (1) vermelde goederen - waaronder met name ook de replica's - niet aan te merken als nauw met het verlenen van toegang tot belang-hebbendes museum samenhangende goederen als bedoeld in post b.14, onder c, van Tabel I bij de Wet op de omzetbelasting 1968. Mitsdien zijn de leveringen van deze goederen niet onderworpen aan het verlaagde tarief, doch aan het algemene tarief. De door belanghebbende bedoelde verzwaring van haar administratieve lasten vormt geen grond het begrip "met het verlenen van toegang samenhangende goederen" ruimer uit te leggen dan de tekst van de tabelpost toestaat. (3) Belanghebbende heeft ter zitting uitdrukkelijk verklaard haar beroep op het vertrouwens-beginsel te laten varen. (4) Het gelijk is derhalve aan de zijde van de Inspecteur. Voor dit geval is niet in geschil dat de bestreden uitspraak moet worden bevestigd. (5) Beide partijen hebben ter zitting verklaard geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. (6) Gelet op al het vorenstaande moet worden beslist als eerder vermeld. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal. Aldus vastgesteld op 25 oktober 2000 door J.A. Meijer, voorzitter, M.E. van Hilten en P. Fortuin, en op die datum in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van Th.A.J. Kock, waarnemend-griffier. Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 30 oktober 2000 Het aanwenden van een rechtsmiddel: U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Her-togenbosch). Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende fl. 150,=. Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak eveneens een griffierecht van fl. 150,= verschuldigd. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen. Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.