
Jurisprudentie
AA8581
Datum uitspraak1999-04-28
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers97/11983 AWBZ
Statusgepubliceerd
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers97/11983 AWBZ
Statusgepubliceerd
Uitspraak
97/11983 AWBZ
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
A, wonende te B, appellante,
en
OWM ZAO Zorgverzekeringen u.a., gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Bij brief van 22 november 1995 heeft gedaagde appellante in kennis gesteld van het bij en krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) genomen besluit, waarbij is geweigerd Duratears oogdruppels zonder bijbetaling van een eigen bijdrage te vergoeden.
De Commissie voor beroepszaken van de Ziekenfondsraad heeft bij advies van 3 juli 1996 dit besluit juist geacht.
De Arrondissementsrechtbank te Amsterdam heeft bij uitspraak van 24 september 1997 het tegen dit besluit ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Namens appellante heeft G.J. Mollee, voorzitter van de Reumapatiëntenvereniging Amsterdam, tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. Het hoger beroep strekt tot vernietiging van de aangevallen uitspraak.
Gedaagde heeft bij schrijven van 2 juni 1998 van verweer gediend.
Het geding is behandeld ter zitting van de Raad, gehouden op 22 januari 1999, waar appellante is verschenen bij haar gemachtigde Mollee, voornoemd, en waar gedaagde zich heeft laten vertegenwoordigen door haar juridisch medewerker mr R. Out.
Na heropening van het onderzoek hebben partijen toestemming gegeven verder onderzoek ter zitting achterwege te laten en heeft de Raad het onderzoek gesloten.
II. MOTIVERING
De Raad verwijst met betrekking tot de voor de beoordeling van het bestreden besluit van belang zijnde feiten en omstandigheden en de van toepassing zijnde regelgeving naar hetgeen de rechtbank daaromtrent in rubriek 3 van de aangevallen uitspraak met juistheid heeft overwogen.
Centraal in dit geding staat de vraag of appellante bij gebruikmaking van de haar door haar behandelend arts voorgeschreven Duratears oogdruppels een eigen bijdrage verschuldigd was zoals ten tijde hier van belang was geregeld in artikel 3 van de Regeling farmaceutische hulp 1993 van 25 juni 1993, Stcrt. 1993, 120 (hierna:
de Regeling) in verbinding met de bij de Regeling behorende bijlage 5.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij vanwege haar reumaklachten niet in staat is met een pipet zonder de oogbol aan te raken haar ogen te druppelen. Daardoor worden de inhoud van het flesje met oogdruppels en daardoor ook haar ogen geïnfecteerd. Om die reden kan zij geen gebruik maken van het Duratears vervangende middel Hypromellose oogdruppels dat zonder betaling van een eigen bijdrage is te verkrijgen. Duratears oogdruppels kennen dit bezwaar niet nu deze per dosering apart verpakt worden.
Gedaagde heeft in het verweerschrift haar in eerste aanleg ingenomen standpunt herhaald dat de van toepassing zijnde wet- en regelgeving geen enkele ruimte bieden om in bijzondere gevallen vergoeding van de eigen bijdrage mogelijk te maken.
De Raad overweegt als volgt.
Bij de Regeling is het zogeheten geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) ingevoerd, dat ten doel heeft tot een betere beheersing van de kosten te komen van de geneesmiddelen waarop verzekerden krachtens de wettelijk geregelde verzekering aanspraak hebben. Daartoe worden geneesmiddelen zoveel mogelijk ingedeeld in groepen van geneesmiddelen die volgens de criteria van het GVS als onderling vervangbaar kunnen worden aangemerkt.
Tussen partijen is niet in geschil dat het door appellante gebruikte geneesmiddel Duratears ten tijde hier in geding was opgenomen in de groep van onderling vervangbare geneesmiddelen van bijlage 5 van de Regeling.
Blijkens de toelichting bij de Regeling, in het bijzonder bij artikel 8 waarin de voorwaarden waaronder van onderlinge vervangbaarheid sprake is, zijn uitgewerkt, heeft de regelgever het uitdrukkelijk niet nodig en niet gewenst geacht van indeling van geneesmiddelen in één groep af te zien indien het gaat om verschillen die zich slechts manifesteren bij individuele patiënten of bij subgroepen van patiënten, voor wie het geneesmiddel is geïndiceerd.
De Raad ziet gelet op evenvermelde doelstelling en systematiek van de Regeling, alsmede evenvermelde toelichting daarop in beginsel geen ruimte om rekening te houden met individuele omstandigheden in die zin dat een bij de Regeling als onderling vervangbaar aangemerkt geneesmiddel alsnog zonder betaling van een eigen bijdrage door de verzekerde kan worden verkregen.
Hoezeer de Raad ook begrip heeft voor de praktische problemen waarvoor appellante zich gesteld ziet bij de toediening van Hypromellose oogdruppels en hoezeer ook de Raad de voordelen van Duratears oogdruppels in het geval van appellante aanwezig acht, zulks kan de Raad, gelet op het hiervoor overwogene, evenwel tot geen andere conclusie leiden dan dat gedaagde bij het bestreden besluit terecht heeft geweigerd Duratears oogdruppels zonder eigen bijdrage te vergoeden.
Uit het hiervoor overwogene vloeit voort dat de aangevallen uitspraak waarbij het bestreden besluit in stand is gelaten, voor bevestiging in aanmerking komt.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus gegeven door mr D.J. van der Vos als voorzitter en mr Th.M. Schelfhout en mr P.H. Hugenholtz als leden, in tegenwoordigheid van mr M. van 't Klooster als griffier en uitgesproken in het openbaar op 28 april 1999.
(get.) D.J. van der Vos.
(get.) M. van 't Klooster.