Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA8912

Datum uitspraak2000-11-15
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers98/03461
Statusgepubliceerd


Uitspraak

BELASTINGKAMER Nr. 98/03461 HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, eerste enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X B.V. te Y tegen de uitspraak van het hoofd Administratiekantoor van de gemeente U(hierna: de ambtenaar) op het bezwaarschrift betreffende de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken aan belanghebbende gezonden beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak Astraat 1 te U (hierna: de onroerende zaak) per de peildatum 1 januari 1995 is vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De mondelinge behandeling Deze heeft plaatsgevonden op woensdag 1 november 2000 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de ambtenaar. De beslissing Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak, stelt de waarde van de onroerende zaak per de peildatum 1 januari 1995 vast op een bedrag van f. 150.000,--, en gelast dat de ambtenaar aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht ten bedrage van f. 80,--. De gronden voor de beslissing 1. De ambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op f. 216.000,-- en beroept zich daarbij op het taxatierapport van H. 2. Belanghebbende verdedigt een waarde van f. 150.000,-- en heeft daartoe in het beroepschrift onder meer aangevoerd dat de situatie van de onroerende zaak in zoverre bijzonder is dat het object in 1920 is gebouwd, dat het slechts uit ½ steens muren is opgetrokken, dat de tussenwanden uit gepleisterd rietwerk bestaan en de tussenvloeren uit houten planken, en dat de onroerende zaak niet is geïsoleerd. 3. Uit voormeld taxatierapport valt niet af te leiden in hoeverre met deze omstandigheden rekening is gehouden. Het Hof acht voorts in verband met die omstandigheden een vergelijking met de in het taxatierapport onder 5.3 opgenomen panden niet goed mogelijk. Om die reden is het Hof van oordeel dat de ambtenaar niet geslaagd is in het bewijs van de juistheid van de vastgestelde waarde. 4. Belanghebbende heeft ter zitting verklaard dat de onroerende zaak thans wordt verhuurd voor een huursom van f. 950,-- per maand. Nu een waardering op basis van vergelijking niet mogelijk is en gelet op de huursom en de door de ambtenaar ten aanzien van een andere onroerende zaak van belanghebbende gehanteerde kapitalisatiefactor van 8, acht het Hof de door belanghebbende verdedigde waarde niet te laag. Het gelijk in deze is aan de zijde van belanghebbende. De proceskosten Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, nu niet is gebleken dat belanghebbende zodanige kosten heeft gemaakt. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal. Aldus vastgesteld op 15 november 2000 door J.Th. Simons, lid van voormelde kamer, in tegenwoordigheid van H.J. van den Helm, waarnemend-griffier, en op die dag in het openbaar uitgesproken. Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 16 november 2000 Het aanwenden van een rechtsmiddel: U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch). Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende ¦ 150,=. Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van ¦ 150,= verschuldigd. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen. Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.