Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AA9710

Datum uitspraak2000-12-13
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers98/00399
Statusgepubliceerd


Uitspraak

BELASTINGKAMER Nr. 98/00399 HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, tweede meervoudige Belastingkamer, op het beroep van X te Y tegen de uitspraak van het Hoofd van de eenheid Particulieren/Ondernemingen P van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op zijn bezwaarschrift betreffende de hem voor het jaar 1995 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De mondelinge behandeling De mondelinge behandeling van de zaak heeft met gesloten deuren plaatsgevonden ter zitting van het Hof van 29 november 2000 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende, alsmede, de Inspecteur. Na behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 13 december 2000, de volgende mondelinge uitspraak gedaan. De beslissing Het Hof bevestigt de bestreden uitspraak. De gronden (1) Bij akte van 23 mei 1995 heeft belanghebbende tegen betaling door een derde van een bedrag van in totaal fl. 10.000,= afstand gedaan van zijn pachtrechten en zijn voorkeurs-recht tot koop met betrekking tot een door hem van de gemeente Y gepacht perceel grond ter grootte van 00.69.00 ha. De boekwaarden van deze pachtrechten en van dit voorkeursrecht bedroegen nihil. Op 31 mei 1995 heeft belanghebbende een perceel grond ter grootte van 6.23.93 ha gekocht voor fl. 280.000,=. Belanghebbende heeft ter zitting verklaard niet langer staande te houden dat de boekwinst op het voorkeursrecht - naar partijen eensluidend ter zitting hebben verklaard: fl. 5.000,= - met toepassing van een vervangingsreserve kan worden afgeboekt op vorenvermeld bedrag van fl. 280.000,=. Het geschil betreft dientengevolge uitsluitend nog de vraag of de boekwinst op de pachtrechten - ad eveneens fl. 5.000,= - wèl met toepassing van een vervangingsreserve kan worden afgeboekt op vermeld bedrag van fl. 280.000,=. (2) Van vervanging van een bedrijfsmiddel in de zin van artikel 14 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 kan alleen dan worden gesproken wanneer het vervangende bedrijfsmiddel een zelfde economische functie in de onderneming gaat vervullen als het bedrijfsmiddel dat het gaat vervangen. Van een zelfde economische functie is geen sprake indien een persoonlijk recht op grond, zoals een pachtrecht, wordt vervangen door een zakelijk recht ten aanzien van grond, zoals eigendom. Daarvoor zijn de verschillen tussen deze beide soorten rechten te groot, waarbij met name van belang is dat het economisch belang bij de grond normaliter de eigenaar aangaat en niet de pachter. Het gelijk is derhalve aan de zijde van de Inspecteur. Voor dit geval is niet in geschil dat de bestreden uitspraak dient te worden bevestigd. (3) Nu het beroep ongegrond is en bijzondere omstandigheden niet zijn gesteld of gebleken, acht het Hof geen termen aanwezig de Inspecteur te veroordelen tot vergoeding van de door belanghebbende gemaakte proceskosten. De Inspecteur heeft ter zitting verklaard geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten. (4) Gelet op het vorenstaande moet worden beslist als eerder vermeld. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal. Aldus vastgesteld op 13 december 2000 door J.A. Meijer, voorzitter, P. Fortuin en M.W.C. Feteris, en op die datum in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van Th.A.J. Kock, waarnemend-griffier. Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 22 december 2000 Het aanwenden van een rechtsmiddel: U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch). Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belang-hebbende fl. 150,=. Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak eveneens een griffierecht van fl. 150,= verschuldigd. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen. Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.