Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AB0843

Datum uitspraak2001-03-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers13/129287-00
Statusgepubliceerd


Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM Parketnummer: 13/129287-00 Datum uitspraak: 19 maart 2001 op tegenspraak VERKORT VONNIS van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, meervoudige kamer , in de strafzaak tegen: verdachte, geboren te geboorteplaats op geboortedatum, ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres, gedetineerd in het Huis van Bewaring te adres. De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 maart 2001. 1. Telastelegging. Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding zoals ter terechtzitting gewijzigd. Van de dagvaarding en de vordering wijziging telastelegging zijn kopieën als bijlagen 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De gewijzigde telastelegging geldt als hier ingevoegd. 2. Voorvragen. -------------- 3. Waardering van het bewijs. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ten aanzien van het onder 1 telastgelegde: op 5 oktober 2000 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, wapens van categorie II en III, en onderdelen die specifiek bestemd zijn voor die wapens van categorie III en van wezenlijke aard zijn, voorhanden heeft gehad, te weten: twee tassen inhoudende: - een pistoolmitrailleur (merk CZ, model Skorpion), zijnde een wapen van categorie II en - een pistoolmitrailleur (merk onbekend), zijnde een wapen van categorie II, en - negen pistolen (merk Makarov), zijnde wapens van categorie III, en - tien patroonhouders, bestemd voor bovengenoemde pistolen; ten aanzien van het onder 2 telastegelegde: op 5 oktober 2000 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, wapens van categorie II en III, en onderdelen die specifiek bestemd zijn voor die wapens van categorie III en van wezenlijke aard zijn, heeft overgedragen aan een ander, te weten twee tassen, inhoudende: - een pistoolmitrailleur (merk CZ, model Skorpion), zijnde een wapen van categorie II en - een pistoolmitrailleur (merk onbekend), zijnde een wapen van categorie II, en - negen pistolen (merk Makarov), zijnde wapens van categorie III, en - tien patroonhouders, bestemd voor bovengenoemde pistolen, aan een persoon, woonachtig in perceel Rollemanstraat 12 te Amsterdam. 4. Het bewijs. De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. 5. De strafbaarheid van de feiten. De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden. 6. De strafbaarheid van verdachte. Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar. 7. Motivering van de straffen en maatregelen. De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder laten meewegen dat de twee pistoolmitrailleurs, waarvan één met toebehoren, en de negen pistolen met toebehoren die verdachte voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen buiten de sfeer van de overheid, zoals hier het geval was, slechts kunnen worden gebruikt en, naar de ervaring leert, ook worden gebruikt voor ernstige criminele activiteiten. Hierbij valt te denken aan moord, doodslag, berovingen, bedreigingen en andere misdrijven, waardoor het leven en de veiligheid van personen in gevaar wordt gebracht en, in het bijzonder wat de pistoolmitrailleurs betreft, aan liquidaties. Ook kan een verspreiding van vuurwapens zoals bewezen verklaard bijdragen aan reeds levende gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rechtbank rekent een en ander, gelet op de pistoolmitrailleurs en de hoeveelheid pistolen, verdachte ernstig aan. Daarbij komt dat verdachte een belangrijke rol heeft gespeeld in de handel in wapens. Uit het hem betreffende dossier komt verdachte naar voren als iemand die contact heeft zowel met een leverancier van vuurwapens in Kroatië als met iemand, die in Nederland de mogelijkheden heeft om deze wapens af te zetten. Hij heeft daardoor in de onderhavige zaak, waarbij ook anderen waren betrokken, een centrale rol gespeeld. Naar het oordeel van de rechtbank dient een vrijheidsbenemende straf van zodanige duur te worden opgelegd, dat het verrichten van onbetaalde arbeid als alternatieve straf -zoals aangeboden- niet in aanmerking komt. Onttrekking aan het verkeer. De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten , dienen onttrokken te worden aan het verkeer en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het en bewezen geachte is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met . 8. Toepasselijke wettelijke voorschriften. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36b, 36c, 47, 56 en 57 van het Wetboek van Strafrecht alsmede artikelen 26 en 31 van de Wet wapens en munitie en artikel 55 van de Wet wapens en munitie (oud). De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing. 9. Beslissing: Verklaart bewezen dat verdachte het telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Het bewezenverklaarde levert op: Voortgezette handeling van het ten aanzien van het onder 1 telastegelegde: medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, strafbaar gesteld bij artikel 55, derde lid onder a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd; en medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot meer dan één vuurwapen van categorie III , strafbaar gesteld bij artikel 55, derde lid onder a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd; en het ten aanzien van het onder 2 telastegelegde: medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, strafbaar gesteld bij artikel 55, derde lid onder a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd; en medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot meer dan één vuurwapen van categorie III , strafbaar gesteld bij artikel 55, derde lid onder a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd. Verklaart het bewezene strafbaar. Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren. Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering zal worden gebracht. Verklaart onttrokken aan het verkeer de voorwerpen, welke zijn vermeld onder aan dit vonnis is gehecht. Gelast de teruggave aan van de de voorwerpen, welke zijn vermeld onder aan dit vonnis is gehecht. Dit vonnis is gewezen door mr. , voorzitter, mrs. , rechters, in tegenwoordigheid van , griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van .