Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AB0976

Datum uitspraak2001-04-06
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers382/00
Statusgepubliceerd


Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK Nr. 382/00 6 april 2001 Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, eerste enkelvoudige belastingkamer, op het verzoek van X BV te Z tot kostenveroordeling van de gemeente Emmen in de door haar in verband met de behandeling van het beroep bij het gerechtshof inzake de aan haar opgelegde beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken gemaakte kosten. Verzoekster is in beroep gekomen tegen de bovenvermelde aan haar door het hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Emmen (hierna: het hoofd) opgelegde beschikking. Bij schrijven van 29 november 2000 heeft verzoekster dat beroep ingetrokken, aangezien het hoofd grotendeels aan haar bezwaren tegemoet is gekomen. Verzoekster heeft bij datzelfde schrijven verzocht de gemeente Emmen te veroordelen in de door haar terzake van deze procedure gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het hof. Het hoofd heeft -daartoe in de gelegenheid gesteld- op dat verzoek gereageerd bij schrijven van 19 december 2000. Op grond van het bepaalde in artikel 5aa van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof grond met betrekking tot de onderwerpelijke procedure de gemeente Emmen te veroordelen tot een tegemoetkoming in de door verzoekster terzake van die procedure gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het hof, welke tegemoetkoming het hof op grond van het bepaalde in het Besluit proceskosten fiscale procedures bepaalt op f. 1.420,--. Het hof, uitspraak doende op het verzoek, veroordeelt de gemeente Emmen tot een tegemoetkoming in de door verzoekster in verband met het onderwerpelijke beroep bij het gerechtshof gemaakte kosten, te bepalen op f. 1.420,--. Gedaan op 6 april 2001 door prof. mr Aardema, vice-president, lid van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van de griffier Lorist en ondertekend door voornoemde vice-president en door voornoemde griffier. Uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 april 2001 te Leeuwarden door mr Drion, raadsheer. Op 11 april 2001 afschrift aangetekend verzonden aan beide partijen. De griffier van het gerechtshof te Leeuwarden.