Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AB8255

Datum uitspraak2001-08-08
Datum gepubliceerd2001-08-27
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200101134/1.
Statusgepubliceerd


Indicatie

Termijn art. 76.1 Wet op het primair onderwijs (Wpo) is een fatale termijn. Vaststelling Plan van scholen basisonderwijs 2001-2003 met daarop onder meer een islamitische basisschool in het stadsdeel Amsterdam-Noord, uitgaande van de Stichting El Amal. Appellante (de Stichting Islamitische Basisscholen Amsterdam) heeft betoogd dat sprake is van overschrijding van een fatale termijn aangezien de Stichting El Amal het verzoek om opneming op het Plan van scholen niet voor 1 februari 2000 heeft ingediend. Dit betoog treft doel. De in art. 76.1 Wpo genoemde termijn waarin een verzoek om opneming van een bijzondere school in het plan van scholen bij de gemeenteraad moet worden ingediend, is - gelet op de bewoordingen van deze bepaling en het dwingende karakter van de in Hoofdstuk I, titel IV, afdeling 2, van de Wpo opgenomen beslistermijnen alsmede gelet op de bij de vaststelling van het plan van scholen betrokken belangen van derden - een fatale termijn.Vast staat dat het verzoek van de Stichting El Amal om opneming van een islamitische basisschool in het stadsdeel Amsterdam-Noord in het Plan van scholen 2001-2003 op 2 februari 2000 en derhalve buiten de in art. 76.1 Wpo genoemde termijn bij de stadsdeelraad van het stadsdeel Amsterdam-Noord is ontvangen. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan de overschrijding van de indieningstermijn verschoonbaar kan worden geacht, zijn gesteld noch gebleken. De raad der gemeente Amsterdam, verweerder. mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek


Uitspraak

Raad van State 200101134/1. Datum uitspraak: 8 augustus 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de Stichting Islamitische Basisscholen Amsterdam, gevestigd te Amsterdam, appellante, en de raad der gemeente Amsterdam, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 20 juli 2000 heeft verweerder vastgesteld het Plan van scholen basisonderwijs 2001-2003 met daarop onder meer een islamitische basisschool in het stadsdeel Amsterdam-Noord, uitgaande van de Stichting El Amal. Dit besluit is aangehecht. Tegen het besluit van 20 juli 2000, dat op 19 december 2000 door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is goedgekeurd, heeft appellante bij brief van 24 januari 2001, bij de Raad van State ingekomen op 26 januari 2001, beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. Bij brief van 20 juni 2001 heeft de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een memorie ingediend. Bij brief van 6 juli 2001 heeft verweerder een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 juli 2001, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. J.J. Blanken, advocaat te Den Haag, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. L.C.L. Chang Sing Pang-Lim en J.H. Tulleners, ambtenaren der gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn gehoord de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, vertegenwoordigd door mr. M.Y. van Hattum, ambtenaar ten departemente, en de Stichting El Amal, vertegenwoordigd door mr. I. Bakker, gemachtigde. 2. Overwegingen 2.1. Bij besluit van 20 juli 2000 heeft verweerder vastgesteld het Plan van scholen basisonderwijs 2001-2003 (hierna ook: het Plan van scholen) met daarop onder meer een islamitische basisschool in het stadsdeel Amsterdam-Noord, uitgaande van de Stichting El Amal. Bij besluit van 19 december 2000 heeft de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen aan het plan van scholen goedkeuring verleend, als bedoeld in artikel 79 van de Wet op het primair onderwijs (hierna: de WPO). 2.2. Ingevolge artikel 74, eerste lid, eerste volzin, van de WPO kan de bekostiging van een openbare en een bijzondere school slechts een aanvang nemen, indien zij voorkomt op een voor de gemeente van vestiging vastgesteld plan van nieuwe scholen. Ingevolge artikel 76, eerste lid, van de WPO moet een verzoek om opneming in het plan van een bijzondere school voor 1 februari van het jaar van de vaststelling van het plan bij de gemeenteraad worden ingediend. 2.3. Appellante heeft betoogd dat sprake is van overschrijding van een fatale termijn aangezien de Stichting El Amal het verzoek om opneming op het Plan van scholen niet voor 1 februari 2000 heeft ingediend. Dit betoog treft doel. Daartoe wordt het volgende overwogen. 2.3.1. De in artikel 76, eerste lid, van de WPO genoemde termijn waarin een verzoek om opneming van een bijzondere school in het plan van scholen bij de gemeenteraad moet worden ingediend, is - gelet op de bewoordingen van deze bepaling en het dwingende karakter van de in Hoofdstuk I, titel IV, afdeling 2, van de Wet op het primair onderwijs opgenomen beslistermijnen alsmede gelet op de bij de vaststelling van het plan van scholen betrokken belangen van derden - een fatale termijn. 2.3.2. Vast staat dat het verzoek van de Stichting El Amal om opneming van een islamitische basisschool in het stadsdeel Amsterdam-Noord in het Plan van scholen 2001-2003 op 2 februari 2000 en derhalve buiten de in artikel 76, eerste lid, van de WPO genoemde termijn bij de stadsdeelraad van het stadsdeel Amsterdam-Noord is ontvangen. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan de overschrijding van de indieningstermijn verschoonbaar kan worden geacht, zijn gesteld noch gebleken. 2.3.3. Dat, zoals door verweerder en de Stichting El Amal wordt betoogd, het verzoek reeds op 31 januari 2000 aangetekend is verzonden, kan aan het vorenstaande niet afdoen. Op grond van artikel 76, eerste lid, van de WPO diende het verzoek immers vóór 1 februari 2000 bij de stadsdeelraad worden ingediend. Dit betekent dat het verzoek uiterlijk 31 januari 2000 door de stadsdeelraad had moeten zijn ontvangen. 2.3.4. Uit het vorenstaande volgt, dat het besluit van 20 juli 2000, voorzover daarbij het verzoek van de Stichting El Amal om opneming van een islamitische basisschool in het stadsdeel Amsterdam-Noord is ingewilligd, in strijd met artikel 76, eerste lid, van de WPO is genomen. Dit besluit komt in zoverre dan ook - onder gegrondverklaring van het beroep - voor vernietiging in aanmerking. De Afdeling ziet in het vorenoverwogene aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht op na te melden wijze in de zaak te voorzien. 2.4. Verweerder dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het beroep gegrond; II. vernietigt het besluit van de raad der gemeente Amsterdam van 20 juli 2000, nr. 496, voorzover daarbij het verzoek van de Stichting El Amal van 28 januari 2000 om opneming van een islamitische basisschool in het stadsdeel Amsterdam-Noord in het Plan van scholen basisonderwijs 2001-2003 is ingewilligd; III. wijst het verzoek van 28 januari 2000 af; IV. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit, voorzover dit is vernietigd; V. veroordeelt de raad der gemeente Amsterdam in de door appellante in verband met de behandeling van het beroep gemaakte proceskosten tot een bedrag van ƒ 710,00, welk bedrag geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het bedrag dient door de gemeente Amsterdam te worden betaald aan appellante; VI. gelast dat de gemeente Amsterdam aan appellante het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht (ƒ 450,00) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat. w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Van Loon Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 8 augustus 2001 284. Verzonden: Voor eensluidend afschrift, de Secretaris van de Raad van State, voor deze,