Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AD6438

Datum uitspraak2001-08-29
Datum gepubliceerd2002-05-30
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 01/00290
Statusgepubliceerd


Uitspraak

WAHV 01/00290 29 augustus 2001 CJIB 29896318 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter te Amsterdam van 11 december 2000 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats]. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep. De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Op 7 augustus 2001 is vervolgens nog een brief van de betrokkene bij het hof binnengekomen. 3. Beoordeling 3.1. Ingevolge het bepaalde in artikel 14 WAHV kan tegen de beslissing van het kantongerecht hoger beroep bij het gerechtshof te Leeuwarden worden ingesteld, indien de opgelegde administratieve sanctie bij die beslissing meer bedraagt dan ƒ 150,--, of indien de betrokkene niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet of niet tijdig stellen van zekerheid als bedoeld in art. 11, derde lid, WAHV. De aan de betrokkene opgelegde sanctie bedraagt ƒ 130,--. 3.2. De betrokkene voert aan, dat hij ontvankelijk is in zijn beroep, nu de kantonrechter in zijn beslissing ervan uit zou gaan dat op de weg waar de betrokkene reed de toegestane snelheid 50 km/h is en hij dan, omdat hij 76 km/h uur reed, met 26 km/h de maximumsneldheid zou hebben overschreden, en de opgelegde boete daardoor hoger dan f 150,- zou moeten zijn. 3.3. Bij de beoordeling van de vraag of aan de betrokkene een administratieve sanctie is opgelegd van meer dan f 150,- is doorslaggevend de daadwerkelijke hoogte van die sanctie. daarbij dient te worden uitgegaan van het bedrag, dat is vermeld op de inleidende beschikking, dan wel het bedrag dat daarvan resteert, indien de officier van justitie of de kantonrechter dat bedrag heeft verminderd. 3.4. Nu aan de betrokkene bij inleidende beschikking een administratieve sanctie is opgelegd van f 130,- dient hij in het hoger beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard. 3.5. Hetgeen de betrokkene aanvoert met betrekking tot de gedraging kan gezien het vorenoverwogene buiten beschouwing blijven. 4. De beslissing Het gerechtshof: verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het hoger beroep. Dit arrest is gewezen door mr Vellinga, vice-president, in tegenwoordigheid van mr Bennen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.