Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AD8229

Datum uitspraak2001-12-10
Datum gepubliceerd2002-01-18
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers01.19 KvG
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 10 december 2001 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 01.19 KvG van : [klager] wonende te [woonplaats], klager, in persoon verschenen, tegen: [beklaagde] toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder bij BSB & Partners te Dordrecht, beklaagde, in persoon verschenen, gemachtigde mr. G. Bakker, gerechtsdeurwaarder te Dordrecht. Verloop van de procedure Bij brief met bijlagen van 9 augustus 2001 heeft [klager] (hierna: klager) een klacht ingediend tegen toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder [beklaagde] (hierna: de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder). Bij brief met bijlagen van 5 september 2001 heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder op de klachten van klager gereageerd. Bij brief van 1 oktober 2001 heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder een aanvullende reactie gegegeven. Bij brief van 31 oktober 2001 heeft klager een verklaring van zijn moeder van 26 oktober 2001, alsmede twee uittreksels uit de Gemeentelijke Basis Administratie van de Gemeenten Giessendam en Gorinchem overgelegd. De klacht is behandeld ter openbare zitting van 6 november 2001. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. 01.19 KvG -2- Gronden van de beslissing 1. De Feiten Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden. a) Bij beschikking van 19 november 1999 heeft het Gerechtshof te Den Haag in hoger beroep beslist op een alimentatievordering van de ex-echtgenote van klager. Bij exploit van 9 oktober 2000 heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder deze beschikking betekend aan het adres [adres] te [woonplaats]. b) Bij beschikking van 31 januari 2001 heeft de arrondissementsrechtbank te Dordrecht een beschikking gegeven in een procedure tussen klager en zijn gewezen echtgenote. c) Bij brief van 4 mei 2001 heeft mr. M.C. Houwing namens de ex-echtgenote van klager de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder opdracht gegeven executoriaal beslag te leggen onder de werkgever van klager en "op de koopwoning van klager aan het [adres], dat is overigens het woonadres van de heer [klager]." d) Bij exploit van 23 mei 2001 heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder voormelde beschikking betekend aan het adres [adres] (gemeente Giessenlanden) aldaar afschrift van het exploit alsmede van de beschikking latende aan de moeder en huisgenote van klager. e) Blijkens een uittreksel uit de gemeentelijke Basisadministratie van de Gemeente Giessenlanden is klager per 1 juli 2000 uitgeschreven uit het adres [adres] (gemeente Giessenlanden). f) Blijkens een uittreksel uit de gemeentelijke Basisadministratie van de Gemeente Gorinchem is klager sedert 1 juli 2000 ingeschreven op het adres [adres] [woonplaats]. 01.19 KvG -3- 2. De klacht 2.1. Klager maakt, kort en zakelijk weergegeven, bezwaar tegen het feit dat de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder een beschikking van de rechtbank heeft betekend aan het onder 1.e. vermelde adres te [woonplaats] terwijl hij woonachtig was te [woonplaats] alwaar hij per 1 juli 2001 ook stond ingeschreven. Dit had de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder kunnen weten aangezien hij op 9 oktober 2000 ook een beschikking heeft betekend aan dat adres te [woonplaats]. Daarnaast klaagt klager over het feit dat de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder het exploit niet in een gesloten envelop heeft overhandigd aan zijn moeder waardoor zijn privacy is geschonden. 3. Het standpunt van de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder 3.1. De toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder stelt dat hij bij de betekening is afgegaan op de door zijn opdrachtgever verstrekte gegevens en dat hij mag vertrouwen op de juistheid daarvan. Voorts komt het door de opdrachtgever opgegeven adres overeen met het adres dat in de beschikking van de arrondissementsrechtbank te Dordrecht is vermeld. Op basis van deze gegevens dient hij het exploit te betekenen. Pas als dat niet uitvoerbaar blijkt te zijn, kan hij een uittreksel uit de GBA aanvragen. Op het moment dat hij dat eerder zou doen, handelt hij naar zijn mening in strijd met de Wet op de Privacy. Op het door de opdrachtgever verstrekte adres aangekomen heeft hij aan de moeder van klager gevraagd of klager aanwezig was. De moeder van klager heeft daarop geantwoord dat klager niet aanwezig was, daarmee implicerende dat hij daar wel woonde. Op een daartoe strekkend verzoek en onder de mededeling dat zij daartoe niet verplicht was, heeft hij de beschikking vervolgens overhandigd aan de moeder van klager. 3.2. Dat klager vindt dat hierdoor zijn privacy is geschonden is betreurenswaardig te achten maar valt hem niet aan te rekenen. Het betreft hier een openbare uitspraak en de wet schrijft voor aan wie een afschrift van een exploit en de onderliggende titel kan worden achtergelaten. Behoudens het bepaalde in artikel 2 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering bestaat er overigens geen wettelijke verplichting om die stukken in een gesloten envelop achter te laten. 01.19 KvG -4- 3.3. Indien de Kamer onverhoopt van mening zou zijn dat de door klager ingediende klachten gegrond zijn, verzoekt hij een maatregel op te leggen aan de aan het kantoor verbonden gerechtsdeurwaarders aangezien hij onder verantwoordelijkheid van één hunner als toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder werkzaam is. 4. Beoordeling van de klacht 4.1. Kern van de klacht is dat de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder zich er onvoldoende van heeft overtuigd dat het adres [adres] te [woonplaats] de woonplaats van klager was ten tijde van de betekening. 4.2. Uitgangspunt bij de beoordeling van deze klacht is dat de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder naar het oordeel van de Kamer bij betekening van gerechtelijke stukken voor zover mogelijk zelf de adresgegevens dient te controleren. Als afnemer in de zin van de Wet op de Gemeentelijke Basis Adminstratie (GBA) met een publieke taak heeft een gerechtsdeurwaarder, voor zover nodig voor de vervulling van een ambtshandeling, daarbij directe toegang tot de GBA. De Kamer kan de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder in zijn verweer dat hij allereerst op basis van de hem ter beschikking staande gegevens het exploit dient te betekenen en pas als dit niet uitvoerbaar blijkt te zijn een uittreksel uit de GBA kan aanvragen dan ook niet volgen. Dat het tevoren aanvragen van gegevens uit de GBA zou leiden tot een inbreuk op de Wet de Privacy is evenmin begrijpelijk, nu een toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder uit hoofde van zijn functie een geheimhoudingsplicht heeft, waarmee de verwerking van de vertrouwelijke gegevens die hem in de uitoefening van zijn beroep ter kennis zijn gekomen gewaarborgd is. 4.3. Ten aanzien van de klacht met betrekking tot de betekening aan het verkeerde adres heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder in zijn brief van 5 september 2001 onder meer verklaard dat hij aan de moeder van klager heeft gevraagd of klager aanwezig was. De moeder van klager heeft daarop geantwoord dat klager niet aanwezig was, daarmee volgens de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder implicerende dat klager daar wel woonachtig was. 01.19 KvG -5- De moeder van klager heeft in haar brief van 26 oktober 2001 echter verklaard dat de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder haar gevraagd heeft of klager aanwezig was en zij daarop heeft geantwoord dat klager daar al enige tijd niet meer woonde. 4.5. Desgevraagd heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder hieromtrent ter terechtzitting verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren of hij aan de moeder van klager de vraag heeft gesteld of klager op dat adres ook woonachtig was. Ter zitting heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder voorts medegedeeld dat het op het kantoor waar hij werkzaam is niet gebruikelijk is om voorafgaande aan betekening van exploiten zelf GBA gegevens op te vragen. 4.6. Uitganspunt dient te zijn dat de gerechtsdeurwaarder een zelfstandig onderzoek verricht naar de woonplaats zodra geen betekening in persoon mogelijk blijkt te zijn. Voor justitiabelen vormt de betekening aan het juiste adres immers een belangrijk facet van rechtsbescherming. Het door de moeder van klager gegeven antwoord op de vraag of klager aanwezig was, namelijk dat haar zoon daar al enige tijd niet meer woonde, had voor de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder aanleiding moeten zijn het exploit daar niet te laten en nader onderzoek te doen naar de adresgegevens van klager. Op grond van het voorgaande is de Kamer dan ook van oordeel dat de handelwijze van de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder ter plaatste onvoldoende zorgvuldig is geweest. In zoverre heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder niet gehandeld als een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. 4.7. Ten aanzien van de klacht dat de privacy is geschonden is de Kamer van oordeel dat deze klacht geen doel treft. De toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder heeft ter terechtzitting verklaard dat de beslissing om een exploit al dan niet in een gesloten envelop af te geven ter plaatste wordt genomen en afhangt van wie hij ter plaatste aantreft. In dit geval heeft de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder -toen hij eenmaal had besloten het exploit aan te bieden- de beslissing genomen het exploit niet in een gesloten envelop aan te bieden. 01.19 KvG -6- In de gegeven omstandigheden mocht hij dat doen ook al omdat er in het onderhavige geval geen wettelijke verplichting voor de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder bestaat om de stukken in een gesloten envelop aan te bieden. 4.9. De gewraakte handelingen waarover wordt geklaagd zijn door de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder begaan op 23 mei 2001, derhalve onder de werking van het Deurwaardersreglement van 1960 (Stb. 562) en aanvullend, de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530) en het Algemeen rijksambtenarenreglement (Stb. 1931, 248). De Kamer acht de geconstateerde onzorgvuldigheid dusdanig ernstig dat de Kamer ter zake daarvan onder de huidige Gerechtsdeurwaarderswet aan de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping als bedoeld in artikel 43, tweede lid, onder a. van deze wet zou hebben opgelegd. Aangezien echter onder de oude regelingen aan de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder geen maatregel kon worden opgelegd, is de Kamer van oordeel dat de klacht gegrond dient te worden verklaard zonder het opleggen van een maatregel. 4.10. Gelet op het feit dat het betreft een handeling van de toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder waarvoor hij zelf verantwoordelijkheid draagt, is de Kamer van oordeel dat er geen aanleiding bestaat de gewraakte handeling toe te rekenen aan de gerechts-deurwaarders voor wie hij als toegevoegd-kandidaat gerechtsdeurwaarder werkzaam is. 4.11. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. BESLISSING De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders: 1. verklaart de klacht voor zover deze betrekking heeft op de betrekking tot de betekening van het exploit van 23 mei 2001 gegrond. 2. Verklaart de klacht voor zover deze betrekking heeft op de schending van de privacy van klager ongegrond. 01.19 KvG -7- Aldus gegeven door mr. R.C. Gisolf, voorzitter, mr. M.M. Beins, mr. R.G. Kemmers, J. Smit en N.J.M. Tijhuis, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 10 december november 2001 in tegenwoordigheid van de secretaris, F.C.H. Krieger. Coll.: w.g. F.C.H. Krieger w.g. R.C. Gisolf Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.