Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AD9090

Datum uitspraak2002-02-07
Datum gepubliceerd2002-02-08
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17/085173-01vev
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden Sector strafrecht VERKORT VONNIS Uitspraak: 7 februari 2002 Parketnummer: 17/085173-01 VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres]. De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 24 januari 2002. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T. van der Goot, advocaat te Leeuwarden. TELASTELEGGING Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen. In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht het primair telastegelegde bewezen, met dien verstande dat: hij op 02 juli 2001 te Hurdegaryp, gemeente Tytsjerksteradiel, als bestuurder van een witte bestelauto, (merk Dodge, met het kenteken [kenteken]), rijdende over de Stationsweg te Hurdegaryp, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet met die bestelauto tegen [slachtoffer] is aangereden op het moment dat die [slachtoffer], als bestuurder van een bromfiets, verdachte tegemoetkwam, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. KWALIFICATIE Het bewezene levert op het misdrijf: primair Poging tot doodslag. STRAFBAARHEID VERDACHTE De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken. STRAFMOTIVERING De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking: - de aard en de ernst van het gepleegde feit; - de omstandigheden waaronder dit is begaan; - de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport; - de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het primair telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden alsmede verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen auto. Verdachte is schuldig bevonden aan het plegen van een poging tot doodslag door met zijn auto willens en wetens een bromfietser aan te rijden. Het slachtoffer, maar niet minder verdachte hebben het geluk gehad dat eerstgenoemde geen noemenswaardige verwondingen heeft opgelopen. Dit had niettegenstaande de geringe snelheid alleen reeds door de enorme massa van verdachtes auto ten opzichte van de lichte brommer van het slachtoffer heel anders kunnen aflopen. De rechtbank acht verdachtes handelen - welk burenconflict daaraan ook ten grondslag moge liggen - volkomen onacceptabel en sterk verwijtbaar. Een aanmerkelijke straf moet dan ook het gevolg zijn. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een gemengde straf dient te worden opgelegd. De rechtbank acht het echter niet aangewezen verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en zal zich mitsdien beperken tot een onvoorwaardelijke werkstraf van 240 uren, waarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een evenzeer voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van 6 maanden zal worden opgelegd. De auto van verdachte die naar zijn zeggen een waarde van circa € 3.630,24 vertegenwoordigt zal worden verbeurd verklaard. INBESLAGGENOMEN GOEDEREN De rechtbank acht de inbeslaggenomen auto vatbaar voor verbeurdverklaring nu het feit met betrekking tot dit voorwerp is begaan en deze toebehoort aan verdachte. TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 45 en 287 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 179 van de Wegenverkeerswet 1994. DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT RECHTDOENDE: Verklaart het primair telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar. Veroordeelt verdachte te dier zake tot: Een werkstraf, bestaande uit het verrichten van 240 uren onbetaalde arbeid. Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast. Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling/voorlopige hechtenis. Een gevangenisstraf voor de duur van ZES MAANDEN. Bepaalt, dat deze gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen -bromfietsen daaronder begrepen voor de tijd van ZES MAANDEN. Bepaalt, dat deze bijkomende straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen witte bestelauto, kenteken [kenteken], merk Dodge Ram Van. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij. Dit vonnis is gewezen door mr. R.S. Wegener Sleeswijk, voorzitter, mr. M.C. van der Mei en mr. E. Slofstra-Hoorn, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 februari 2002. Mr. Slofstra-Hoorn is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen. Rechtbank Leeuwarden Sector strafrecht VERKORT PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING Parketnummer: 17/085173-01 Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van bovengenoemde rechtbank op 24 januari 2002. Tegenwoordig: mr. R.S. Wegener Sleeswijk, voorzitter, mr. M.C. van der Mei en mr. E. Slofstra-Hoorn, rechters, mr. T.M.L. Wolters, officier van justitie en D.P. Postma-Westerhof, griffier. De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen. De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres]. Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. T. van der Goot, advocaat te Leeuwarden. De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaats vinden ter terechtzitting van 7 februari 2002 te 13:30 uur. Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.