Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AD9465

Datum uitspraak2000-04-05
Datum gepubliceerd2002-07-22
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20.001965.99
Statusgepubliceerd


Uitspraak

parketnummer : 20.001965.99 uitspraakdatum : 5 april 2000 tegenspraak GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te Maastricht van 27 juli 1999 in de strafzaak onder de parketnummers 03/005040-99 en 03/005502-99 tegen: [verdachte], geboren te Zefat (Israël), 1963, thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "De Oosterhoek" te Grave. Het hoger beroep De verdachte en de officier van justitie hebben tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld. Het onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep. Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht. Het vonnis waarvan beroep Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof dient te beraadslagen op grond van in hoger beroep gewijzigde tenlasteleggingen. De tenlastelegging Aan de verdachte is in de gevoegde zaken -na de in hoger beroep toegelaten wijzigingen- ten laste gelegd, dat: Met betrekking tot parketnummer 03/005040-99. 1. hij op of omstreeks 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Bokkerijder Pannesheide BV (Versmarkt Haanrade), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slach[slachtoffer] en/of medewerker(s) van die versmarkt en/of klanten van die versmarkt, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij/zij met vuurwapens in de hand die versmarkt, in donkere kleding gekleed met op zijn/hun hoofd een helm, is/zijn binnengegaan, en/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, liggen" en/of "Neer, neer" en/of de toegangsdeur van de zogenaamde klantenkamer heeft/hebben ingeslagen en/of met een automatisch vuurwapen heeft/hebben geschoten en/of een pistool althans een vuurwapen heeft/hebben gericht op die [slachtoffer] en/of heeft/hebben geroepen: "Geld, geld, geld" en/of "Meer, meer, meer" althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of met een bijl meermalen althans eenmaal op een ruit van het zogenaamde wisselkantoor heeft/hebben geslagen en/of een automatisch vuurwapen en/of een pistool, althans vuurwapens, hebben gericht op die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] naar de grond heeft/hebben geduwd en/of een vuurwapen op het (boven)lichaam van die [slachtoffer] heeft/hebben geduwd; subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij op of omstreeks 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Bokkerijder Pannesheide BV, (versmarkt Haanrade, annex wisselkantoor), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij en/of zijn mededader(s) met een vuurwapen in de hand die versmarkt, annex wisselkantoor, in donkere kleding gekleed met op zijn/hun hoofd een helm, is/zijn binnengegaan en/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, liggen" en/of "Neer, neer" en/of de toegangsdeur van de zogenaamde klantenkamer heeft/hebben ingeslagen en/of met een automatisch vuurwapen heeft/hebben geschoten, en/of een pistool althans een vuurwapen heeft/hebben gericht op die [slachtoffer] en/of heeft/hebben geroepen: "Geld, geld, geld, meer, meer, meer" althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of met een bijl meermalen althans eenmaal op een ruit van het zogenaamde wisselkantoor heeft/hebben geslagen en/of een automatisch vuurwapen en/of een pistool, althans vuurwapens, hebben gericht op die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] naar de grond heeft/hebben geduwd en /of een vuurwapen op het (boven)lichaam van die [slachtoffer] heeft/hebben geduwd; 2. hij op of omstreeks 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten de politie Limburg Zuid, te dwingen iets te doen of niet te doen, immers heeft hij verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een vuurwapen gericht op die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] gesommeerd om mee te lopen; subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij op of omstreeks 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft(hebben) hij, verdachte, en/of zijn mededader met dat opzet een vuurwapen gericht op die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] gesommeerd om mee te lopen; Met betrekking tot parketnummer 03/005502-99. hij tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, op of omstreeks 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade ter uitvoering van het door hun/hem voorgenomen misdrijf opzettelijk een als bedreigde getuige aangeduide persoon [getuige] en/of een als bedreigde getuige aangeduide persoon [getuige] en/of [get[getuige] van het leven te beroven het navolgende heeft gedaan: hij verdachte en/of (een van) zijn mededader(s) heeft met dat opzet met een automatisch vuurwapen, in elk geval een vuurwapen, geschoten in de richting van die [getuige] en/of [getuige] en/of die [getuige], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij op of omstreeks 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een als bedreigde getuige aangeduide persoon [getuige], een als bedreigde getuige aangeduide persoon [getuige] en/of [getuige], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een automatisch vuurwapen, in elk geval een vuurwapen heeft geschoten in de richting van die [getuige], [getuige] en/of [getuige], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. meer subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij op of omstreeks 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een als bedreigde getuige aangeduide persoon [getuige], een als bedreigde getuige aangeduide persoon [getuige] en/of [getuige], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend met een automatisch vuurwapen, in elk geval een vuurwapen geschoten in de richting van die [getuige], [getuige] en/of [getuige]. In deze weergave van de tenlastelegging zijn de door de eerste rechter aangebrachte verbeteringen begrepen. Voor zover in de tenlastelegging schrijffouten voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door het hof verbeterd. De verdachte is door deze verbetering niet in de verdediging geschaad. De bewezenverklaring Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte met betrekking tot parketnummer 03/005040-99 onder 1 primair en onder 2 primair ten laste is gelegd, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het met betrekking tot parketnummer 03/005040-99 onder 1 subsidiair en onder 2 subsidiair, alsmede het met betrekking tot parketnummer 03/005502-99 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande: met betrekking tot parketnummer 03/005040-99 1. dat hij op 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan de Bokkerijder Pannesheide BV, (versmarkt Haanrade,annex wisselkantoor), welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij en zijn mededader met een vuurwapen in de hand die versmarkt, annex wisselkantoor in donkere kleding gekleed met op hun hoofd een helm, zijn binnengegaan en hebben geroepen: "Neer, neer" en hij de toegangsdeur van de zogenaamde klantenkamer heeft ingeslagen en met een automatisch vuurwapen heeft geschoten. 2. dat hij op 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader, met dat opzet een vuurwapen gericht op die [slachtoffer] en die [slachtoffer] gesommeerd om mee te lopen. met betrekking tot parketnummer 03/005502-99 dat hij op 14 januari 1999 in de gemeente Kerkrade ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf opzettelijk een als bedreigde getuige aangeduide persoon [[getuige] en een als bedreigde getuige aangeduide persoon [getuige] van het leven te beroven, het navolgende heeft gedaan: hij verdachte heeft met dat opzet met een automatisch vuurwapen geschoten in de richting van die [[getuige] en [getuige], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte met betrekking tot parketnummer 03/005040-99 onder 1 subsidiair en met betrekking tot parketnummer 03/005502-99 primair meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. De door het hof gebruikte bewijsmiddelen De door het hof gebruikte bewijsmiddelen staan vermeld in de aanvulling als bedoeld in de artikelen 365a en 365b van het Wetboek van Strafvordering; deze aanvulling is aan dit arrest gehecht. De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd. Elk bewijsmiddel wordt slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft. Zijdens de verdediging is betoogd -kort samengevat- dat verdachte ontkent dat hij richting politiebusje en agenten heeft geschoten en dat zulks evenmin uit de bewijsmiddelen kan volgen. Voort kan er geen sprake zijn van het medeplegen van poging tot doodslag door de verdachte, nu de medeverdachte heeft geschoten en er geen sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte op dat moment. Het hof overweegt daaromtrent. Uit het onderzoek ter terechtzitting met name uit de bij het strafdossier gevoegde foto's van de opnamen van de aanwezige bewakingscamera's ten tijde van de overval op de versmarkt, blijkt dat verdachte met het automatisch vuurwapen om zijn nek het pand verlaat en dat hij vervolgens met het automatisch vuurwapen in zijn hand weer terug het pand komt ingelopen. Geen enkele getuige heeft gezien dat verdachte buiten bij de ingang van de versmarkt het wapen aan zijn medeverdachte heeft overgegeven. Daarenboven blijkt uit de verklaring van de bedreigde getuige, aangeduid met [getuige], dat de verdachte bij aanhouding na de vlucht op de motor in het bezit was van het automatisch vuurwapen. Gelet op bovengenoemde feiten en omstandigheden moet als onaannemelijk van de hand worden gewezen de stelling van de verdediging dat de mededader met het automatisch vuurwapen heeft geschoten. De strafbaarheid van het bewezen verklaarde Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit. Met betrekking tot parketnummer 03/005040-99. Het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde is als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 317, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, juncto artikel 47 van dat wetboek. Het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde is telkens als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 282, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, juncto artikel 47 van dat wetboek. Met betrekking tot parketnummer 03/005502-99. Het primair bewezen verklaarde is als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht, juncto artikel 45 van dat wetboek. Het moet worden gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld. De strafbaarheid van de verdachte Ter zitting van het hof is namens verdachte voor het geval het hof tot een bewezenverklaring zou komen van het onder parketnummer 03/005502-99 ten laste gelegde, een beroep gedaan op noodweer. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat op het moment dat verdachte en zijn mededader het pand verlieten zij onmiddellijk onder vuur zijn genomen door de ter plaatse aanwezige politieagenten en verdachte daarop heeft teruggeschoten doch dit slechts ter verdediging. Het hof acht, gelet op de hierboven weergegeven getuigenverklaringen van daar aanwezige politieagenten, niet aannemelijk dat de betrokken politieagenten als eerste hebben geschoten. Met name uit de verklaringen van de bedreigde getuigen [getuige] en [getuige], die het dichtst bij verdachte stonden, blijkt overduidelijk dat verdachte toen hij de agenten ontwaarde, in hun richting keek, draaide en gericht op hen schoot. Derhalve is het hof van oordeel dat verdachtes bewezenverklaarde handelen niet was geboden ter noodzakelijke verdediging van eigen lijf zodat het beroep op noodweer geen doel kan treffen. Het subsidiaire weer wordt bij gevolg verworpen. Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar. De redengeving van de op te leggen straf of maatregel De rechtbank heeft de verdachte terzake van "afpersing", "medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden" en "poging tot doodslag" veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren. Zowel de verdachte als de officier van justitie zijn in hoger beroep gekomen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte terzake van 'medeplegen van afpersing", "medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden" en "poging tot doodslag" wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren. Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen hoofdstraf bepaald op grond van de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich, tezamen met een mededader, waarvan onbekend is in welke relatie hij tot verdachte stond, schuldig gemaakt aan een overval op een versmarkt annex geldwisselkantoor, waarbij verdachte en zijn mededader in de versmarkt de diverse aanwezige klanten en medewerkers met vuurwapens hebben bedreigd en hen hebben gedwongen op de grond te gaan liggen, en verdachte met een automatisch vuurwapen diverse malen heeft geschoten op de ruit van het geldwisselkantoor in die versmarkt en verscheidene malen met een bijl op de deur van genoemd kantoor heeft ingeslagen en zij aldus een medewerker van het geldwisselkantoor hebben gedwongen tot de afgifte van geld. Daarop hebben de verdachte en zijn mededader met medeneming van het afgeperste geld de versmarkt verlaten en vervolgens buiten de versmarkt de inmiddels gealarmeerde politie ontdekt, waarna de verdachte met een automatisch vuurwapen gericht een zestal kogels op twee politie-ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, die zich op een afstand van ongeveer tien meter van de genoemde versmarkt, annex geldwisselkantoor bevonden, heeft afgevuurd, waarbij het een wonder mag heten dat niemand is geraakt. Vervolgens zijn de verdachte en zijn mededader wederom de versmarkt binnengegaan en hebben aldaar onder bedreiging van een vuurwapen een medewerker van genoemde versmarkt gesommeerd met hen het pand te verlaten. Met die medewerker tussen zich in, zijn verdachte en zijn mededader naar hun in de nabijheid van die versmarkt, annex geldwisselkantoor geparkeerde vluchtmotor gelopen, waarbij verdachte of zijn mededader die medewerker heeft meegetrokken aan de arm of een vuistvuurwapen tegen het hoofd van die medewerker heeft gehouden. Uit het onderzoek ter terechtzitting is naar voren gekomen dat de verdachte ten tijde van het plegen van de onderhavige feiten aanzienlijke financiële problemen had en dat hij -om uit die financiële problemen te geraken- geen andere mogelijkheid zag dan met zijn medeverdachte een zorgvuldig plan te beramen om gezamenlijk een overval te plegen en dat zij daarbij hadden besloten daartoe vuurwapens mee te nemen (omdat dit nu eenmaal -volgens de verdachte- bij een overval hoorde) en wel specifiek een automatisch vuurwapen omdat zij hadden vernomen dat zij, indien zij de politie tijdens of na het plegen van de overval zouden tegenkomen, door met een automatisch vuurwapen (in de lucht) te schieten, konden voorkomen dat zij door de politie zouden worden gevolgd. Onder deze omstandigheden is een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren gerechtvaardigd. Voorts heeft het hof bij de straftoemeting ten bezware van de verdachte er rekening mee gehouden dat: - de verdachte terzake de Vuurwapenwet 1919 in november 1990 reeds is veroordeeld; - de omstandigheid dat het voor de aanwezigen in de versmarkt, annex geldwisselkantoor een buitengewoon bedreigende situatie moet zijn geweest, en wel vooral voor de medewerker van het geldwisselkantoor, op wiens kantoorruiten werd geschoten en op wiens kantoordeur werd ingehakt met een bijl, alsmede voor de medewerker van de versmarkt, die is gegijzeld; - de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde heeft plaatsgevonden te weten de niets ontziende wijze waarop door de verdachte met een automatisch geweer is geschoten op de ruit van het geldwisselkantoor en met een bijl is gehakt op een deur van dat kantoor, onmiddellijk gericht is geschoten op de politieambtenaren en een onschuldige man is meegenomen; - de mate waarin het bewezen verklaarde persoonlijk leed teweeg heeft gebracht bij de daarbij betrokken slachtoffers,bij wie de psychische gevolgen zeer lang en zwaar kunnen doorwerken. - het gewelddadig karakter van het bewezenverklaarde en de maatschappelijke verontrusting die daarvan het gevolg is. Over de persoon van de verdachte, een 36-jarige man die ongeveer zestien jaren geleden uit Israël naar Nederland is gekomen en inmiddels de Nederlands nationaliteit heeft verworven- heeft de psychiater prof. dr. A.M.H. van Leeuwen gerapporteerd. Uit het rapport komt naar voren dat de verdachte volledig verantwoordelijk kan worden gesteld voor wat hij heeft gedaan. Verdachte toont wel berouw, maar dit gaat niet diep omdat verdachte enerzijds de ernst van de door hem begane feiten minimaliseert door deze te vergelijken met -in zijn optiek- nog gruwelijker delicten en anderzijds de schuld van hetgeen na de afpersing is voorgevallen volledig bij de zijns inziens onjuiste handelwijze van de politie probeert te leggen. Dit alles geeft het hof geen aanleiding om op grond van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte de op te leggen straf te matigen. De in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedragen moeten worden teruggegeven aan de hieronder te noemen rechthebbende. Van hetgeen verder in beslag genomen en nog niet teruggegeven is, zal de teruggave aan de verdachte worden gelast. De toegepaste wettelijke voorschriften De strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 47, 56, 57, 282, 287 en 317 van het Wetboek van Strafrecht. B E S L I S S I N G: Het hof: Vernietigt het beroepen vonnis en doet opnieuw recht. Verklaart niet bewezen dat de verdachte het met betrekking tot parketnummer 03/005040-99 onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verklaart, zoals hiervoor is overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het met betrekking tot parketnummer 03/005040-99 onder 1 subsidiair en onder 2 subsidiair en het met betrekking tot parketnummer 03/005502-99 primair ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte met betrekking tot parketnummer 03/005040-99 onder 1 subsidiair en het met betrekking tot parketnummer 03/005502-99 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert: met betrekking tot parketnummer 03/005040/99 onder 1 subsidiair: "Medeplegen van afpersing." onder 2 subsidiair: "Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven" en "Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroofd houden" in voortgezette handeling begaan. met betrekking tot parketnummer 03/005502/99 primair: "Poging tot doodslag." Verklaart de verdachte deswege strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van tien jaren. Beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf daarop geheel in mindering zal worden gebracht. Gelast de teruggave aan de rechthebbende, De Bokkerijder Pannesheide B.V., gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats], van de navolgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: - een geldbedrag van fl. 6.535,--; - een geldbedrag van Bfrcs. 3.000,--; - een geldbedrag van DM 54.131,--. Gelast de teruggave aan de veroordeelde, [verdachte], van de navolgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: - een adressenboekje, kleur blauw, met kunstlederen kaft, merk Henzo, - een adressenboekje, kleur blauw, linnen kaft, - een adresboekje, kleur groen, en - een adresboekje, met groene kaft met zwarte druivenprint. Dit arrest is gewezen door Mr. Hendriks, als voorzitter Mrs. Bergkotte en Lamers, als raadsheren in tegenwoordigheid van Mw. Pulskens, als griffier. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 5 april 2000. verdachte: [verdachte], geboren te Zefat (Israel), op 24 juni 1963, wonende te [woonplaats], [adres], thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Oosterhoek" te Grave Is bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Maastricht van 27 juli 1999 ter zake van: dagvaarding A onder parketnummer 03/005040/99 sub 1 subsidiair: "Afpersing", sub 2 subsidiair: "Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden", dagvaarding B onder parketnummer 03/005502/99 primair: "Poging tot doodslag", veroordeeld tot: een gevangenisstraf voor de tijd van tien jaar met aftrek van de tijd in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, gelast de teruggave van het navolgende inbeslaggenomene te weten: Nederlands geld fl. 6.535,-- Buitenlands geld Bfrcs. 3.000,-- en Buitenlands geld DM 54.131,-- aan de rechthebbende: de Bokkerijder Pannesheide B.v., gevestigd te [vestigingsplaats], [adres], gelast de teruggave van het navolgende inbeslaggenomene te weten: -een adresboekje, kleur blauw, met kunstlederen kaft, merk Henzo, -een adresboekje, kleur blauw, linnen kaft, -een adresboekje, kleur groen, en -een adresboekje, met groene kaft met zwarte druivenprint, aan veroordeelde [verdachte] voornoemd, met vrijspraak van hetgeen onder dagvaarding A onder sub 1 primair en onder sub 2 primair tenlastegelegde en van hetgeen onder dagvaarding A sub 1 subsidiairi en sub 2 subsidiair alsmede dagvaarding B primair meer of anders is tenlastegelegd dan bewezen is verklaard;