Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE0371

Datum uitspraak2002-03-20
Datum gepubliceerd2002-03-20
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200004543/1
Statusgepubliceerd


Uitspraak

200004543/1. Datum uitspraak: 20 maart 2002 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: (…), wonend te (…), appellant, tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Roermond van 12 september 2000 in het geding tussen: appellant en burgemeester en wethouders van Roerdalen. 1. Procesverloop Bij besluit van 31 maart 1999 hebben burgemeester en wethouders van Roerdalen (hierna: burgemeester en wethouders) afwijzend beslist op het verzoek van appellant om bestuursdwang toe te passen met betrekking tot de door (…) (hierna: (…) rondom diens bosperceel geplaatste omheining. Bij besluit van 20 juli 1999 hebben burgemeester en wethouders het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit en het advies van de commissie voor bezwaar- en beroepschriften van 12 juli 1999, waarnaar in het besluit wordt verwezen, zijn aangehecht. Bij uitspraak van 12 september 2000, verzonden op die dag, heeft de arrondissementsrechtbank te Roermond (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, gedagtekend op 27 september 2000, bij de Raad van State ingekomen op 25 september 2000, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. Bij brief van 25 oktober 2001 hebben burgemeester en wethouders een memorie van antwoord ingediend. Bij brief van 15 oktober 2001 is namens (…) een memorie ingediend. Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellant. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 januari 2002, waar appellant in persoon, bijgestaan door mr. H.M. Burgman, en burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door P.J.C. Planje, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen. Verder is als partij gehoord Konings, bijgestaan door mr. M.J. Smaling. 2. Overwegingen 2.1. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld dat burgemeester en wethouders zich terecht niet bevoegd hebben geacht om handhavend op te treden tegen de door (…) rondom diens bosperceel geplaatste omheining. 2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. C. de Gooijer, Voorzitter, en mr. J.A.M. van Angeren en mr. C.A. Terwee?van Hilten, Leden, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Roelfsema, ambtenaar van Staat. w.g. De Gooijer w.g. Roelfsema Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2002 58-369. Verzonden: Voor eensluidend afschrift, de Secretaris van de Raad van State, voor deze,