Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE1509

Datum uitspraak2002-04-15
Datum gepubliceerd2002-04-16
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200201996/1
Statusgepubliceerd


Uitspraak

200201996/1. Datum uitspraak: 15 april 2002 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te [woonplaats] en de hoofdstembureaus voor de verkiezing van de Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, verweerders. 1. Procesverloop Het geschil betreft de besluiten van verweerders van 5 april 2002 waarbij, voorzover thans van belang, de kandidatenlijsten van de politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn” geldig zijn verklaard en de daarop voorkomende kandidaten zijn gehandhaafd. Tegen deze besluiten heeft appellant bij brief van 9 april 2002, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 april 2002, waar appellant in persoon en verweerders, vertegenwoordigd door Y. Bruggeman-van Duijn en mr. M. Hertogs, gemachtigden, zijn verschenen. Voorts zijn verschenen de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. C.A.R. de Beus, gemachtigde, en de politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn”, vertegenwoordigd door mr. J.A.J. Leeman, advocaat te Rotterdam. 2. Overwegingen 2.1. Ter zitting heeft appellant de Leden van de Afdeling die met de behandeling van zijn beroep zijn belast, gewraakt. De gronden die door appellant ter onderbouwing van het wrakingsverzoek zijn aangevoerd, hebben echter geen betrekking op de behandelende Leden, doch betreffen alle Leden van de Afdeling en zijn aldus niet op de wet gebaseerd. Het verzoek wordt dan ook buiten behandeling gelaten. 2.2. Het beroep spitst zich toe op de vraag of verweerders de op de kandidatenlijsten van de politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn” voorkomende kandidaat Pim Fortuyn terecht hebben gehandhaafd. 2.3. Appellant betoogt dat de lijsttrekker Pim Fortuyn kiezersbedrog pleegt met zijn aankondiging dat hij de politiek de rug toekeert, indien de politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn” bij de verkiezingen van de Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal minder dan zeven zetels behaalt. 2.4. Artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet bevat een limitatieve opsomming van de gronden waarop de hoofdstembureaus de naam van een kandidaat van de lijsten kunnen én moeten schrappen. Geen van deze gronden doet zich in dit geval voor. De Kieswet biedt, geheel in overeenstemming met de Grondwet, geen grondslag tot toetsing van overgelegde instemmingsverklaringen. Verweerders hebben de kandidaat Pim Fortuyn op de lijsten van de politieke groepering "Lijst Pim Fortuyn" dan ook terecht gehandhaafd. 2.5. Het beroep is ongegrond. 2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. J.A.E. van der Does, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. J.H.B. van der Meer, Leden, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat. w.g. Van der Does Voorzitter w.g. Van Loon ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 15 april 2002