
Jurisprudentie
AE2443
Datum uitspraak2002-04-17
Datum gepubliceerd2002-07-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/00023
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-07-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/00023
Statusgepubliceerd
Uitspraak
WAHV 02/00023
17 april 2002
CJIB 36051119
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter te Leiden
van 19 november 2001
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats]
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. Bij het beroepschrift is verzocht om een behandeling ter zitting.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Gelet op de motivering van de beslissing van de kantonrechter moet het ervoor worden gehouden dat het beroep bij de kantonrechter niet-ontvankelijk is, omdat geen zekerheid is gesteld. Het hof merkt de ongegrondverklaring van het beroep daarom aan als een kennelijke misslag en zal de ongegrondverklaring opvatten als een niet-ontvankelijkverklaring.
3.2. Het beroep strekt ten betoge dat de kantonrechter het beroep ten onrechte ter zitting van 19 november 2001 heeft behandeld, nu de betrokkene gemotiveerd om aanhouding van de zaak heeft verzocht.
3.3. Op 4 september 2001 is de betrokkene uitgenodigd voor de zitting van de kantonrechter van 19 november 2001. Bij brief van 15 september 2001 heeft de betrokkene het kantongerecht gemotiveerd verzocht om de zaak op een andere datum te behandelen. Op 16 november 2001 heeft de betrokkene hieromtrent telefonisch contact gehad met de griffier van het kantongerecht. De betrokkene is niet ter zitting verschenen.
3.4. Nu de betrokkene gemotiveerd heeft verzocht om aanhouding van de zaak, had de kantonrechter eerst op dit verzoek dienen te beslissen en de betrokkene daarvan in kennis dienen te stellen, alvorens tot behandeling van het beroep ter zitting over te gaan. Dit geldt temeer, nu de betrokkene voorafgaande aan de zitting contact heeft gehad met het kantongerecht en er gelet op hetgeen hem aldaar is medegedeeld ervan mocht uitgaan dat een nieuwe datum voor de zitting zou worden bepaald.
3.5. Uit het voorgaande vloeit voort, dat de kantonrechter het beroep ten onrechte ter zitting van 19 november 2001 heeft behandeld. Het hof zal daarom de bestreden beslissing vernietigen.
3.6. Na terugwijzing van de zaak dient de kantonrechter de betrokkene alsnog in de gelegenheid te stellen ter zitting te worden gehoord. Daarbij dient de betrokkene in de gelegenheid te worden gesteld zich uit te laten omtrent zijn financiƫle draagkracht, nu hij heeft aangegeven niet in staat te zijn om in twee zaken zekerheid te stellen tot een bedrag van fl 210,-.
3.7. Nu de zaak naar de kantonrechter wordt teruggewezen, ziet het hof geen aanleiding de zaak ter zitting van het hof te behandelen.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de bestreden beslissing en wijst de zaak terug naar het de rechtbank te 's-Gravenhage ter behandeling en beslissing met inachtneming van dit arrest.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Dijk, in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.

