
Jurisprudentie
AE3243
Datum uitspraak2002-04-10
Datum gepubliceerd2002-05-28
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 01/00603
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-05-28
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 01/00603
Statusgepubliceerd
Uitspraak
WAHV 01/00603
10 april 2002
CJIB 41379239
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter te Rotterdam
van 2 november 2001
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.
De advocaat-generaal heeft een reactie gegeven op de nadere toelichting op het beroep.
3. Beoordeling
3.1. De kantonrechter heeft, uitgaande van zijn - in hoger beroep niet bestreden - vaststelling dat de betrokkene niet binnen de in art. 11, derde lid, WAHV gestelde termijn zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie en dat de betrokkene evenmin binnen een nader gestelde termijn dit verzuim heeft hersteld, het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard.
3.2. De betrokkene stelt dat hij niet in staat is om zekerheid te stellen. Ter staving van die stelling voert de betrokkene aan dat indien hij als verhuurder van motorrijtuigen zekerheid moet stellen voor de betaling van alle overtredingen welke zijn verricht door huurders van zijn motorrijtuigen, hij als jonge ondernemer niet lang zal voortbestaan.
3.3. Omtrent hetgeen de betrokkene heeft aangevoerd, overweegt het hof als volgt.
Als eigenaar van een autoverhuurbedrijf behoort het tot de bedrijfsvoering van de betrokkene om rekening te houden met de mogelijkheid dat huurders gedragingen als bedoeld in de in art. 2, eerste lid, WAHV vermelde bijlage, zullen verrichten. Het is vervolgens aan de betrokkene om in de contractuele relatie tussen hem als verhuurder en zijn huurders nadere afspraken te maken over de vraag voor wiens rekening administratieve sancties ter zake van vorenbedoelde gedragingen komen. Zulks laat echter de kentekenaansprakelijkheid van de betrokkene ingevolge art. 5 WAHV onverlet. Onder deze omstandigheden komt het voor rekening van de betrokkene dat hij niet kan voldoen aan de eis tot het stellen van zekerheid en is die eis niet in strijd met het in art. 6 EVRM belichaamde recht op toegang tot de rechter. Derhalve komt aan de betrokkene geen beroep toe op financieel onvermogen, behoudens bijzondere omstandigheden die in casu noch zijn gesteld noch waarvan is gebleken.
3.4. Gelet op het vorenoverwogene dient de beslissing van de kantonrechter te worden bevestigd.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mrs. Vellinga, Huisman en Van Dijk, in tegenwoordigheid van mr. Muntinga als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.

