Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE4270

Datum uitspraak2001-08-02
Datum gepubliceerd2002-06-18
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200100450/4
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Raad van State 200100450/4. Datum uitspraak: 2 augustus 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) van: [verzoeker], wonend te [woonplaats], verzoeker. 1. Procesverloop Bij uitspraak van 8 mei 2001 in zaak no. 200100450/2 heeft de Afdeling na vereenvoudigde behandeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker bij brief van 22 mei 2001, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, verzet gedaan. Nadien heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek tezamen met het verzet ter zitting behandeld op 26 juli 2001, waar verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde G.U. Said, is verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Bij uitspraak van heden in zaak no. 200100450/3 heeft de Afdeling het verzet ongegrond verklaard. 2.2. Gelet hierop dient het verzoek te worden afgewezen. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Rechtdoende in naam der Koningin: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.D.A.M. Zegveld, ambtenaar van Staat. w.g. Loeb w.g. Zegveld Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 2 augustus 2001 43-385. Verzonden: Voor eensluidend afschrift de Secretaris van de Raad van State voor deze,