Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE4850

Datum uitspraak2002-07-03
Datum gepubliceerd2002-07-03
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200106266/1
Statusgepubliceerd


Uitspraak

200106266/1. Datum uitspraak: 3 juli 2002 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Arnhem van 19 november 2001 in het geding tussen: appellante en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. 1. Procesverloop Bij besluit van 29 mei 1998 heeft de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: de staatssecretaris) voor appellante een betalingsregeling vastgesteld voor de aflossing van een huursubsidieschuld. Bij besluit van 4 maart 1999 heeft de staatssecretaris het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de terugbetalingsregeling gewijzigd. Bij uitspraak van 19 november 2001, verzonden op dezelfde dag, heeft de arrondissementsrechtbank te Arnhem (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellante ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 18 december 2001, bij de Raad van State ingekomen op 20 december 2001, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. Bij brief van 13 februari 2002 heeft de staatssecretaris een memorie van antwoord ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 juni 2002, waar de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. M.J.C. van Amerongen, gemachtigde, is verschenen. 2. Overwegingen 2.1. De rechtbank is op goede gronden tot een juist oordeel gekomen. Hetgeen appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. 2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Schothorst, ambtenaar van Staat. w.g. Troostwijk w.g. Schothorst Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 3 juli 2002 229-420.