Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE6710

Datum uitspraak2002-08-21
Datum gepubliceerd2002-08-21
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200105841/1
Statusgepubliceerd


Uitspraak

200105841/1. Datum uitspraak: 21 augustus 2002 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats] tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 16 oktober 2001 in het geding tussen: de naamloze vennootschap “Bavaria N.V.”, gevestigd te Lieshout en burgemeester en wethouders van Laarbeek. 1. Procesverloop Bij besluit van 12 januari 2001 hebben burgemeester en wethouders van Laarbeek (hierna: burgemeester en wethouders) aan de naamloze vennootschap "Bavaria N.V." vergunning verleend voor de bouw van een tunnel op het perceel, kadastraal bekend gemeente Lieshout, sectie K, nr. 843, gelegen in de Provinciale weg te Lieshout (hierna: het perceel). Bij besluit van 11 juni 2001 hebben zij het daartegen door appellant gemaakte bezwaar gegrond verklaard, voorzover is verzuimd de bouwaanvraag op de voet van artikel 52 van de Woningwet aan te houden en voor het overige ongegrond. Burgemeester en wethouders hebben daarbij voorts het besluit van 12 januari 2001 herroepen en de beslissing op de aanvraag aangehouden. Dit besluit en het advies van commissie voor de bezwaar- en beroepschriften waarnaar in het besluit wordt verwezen, zijn aangehecht. Bij uitspraak van 16 oktober 2001, verzonden op 19 oktober 2001, heeft de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het daartegen door “Bavaria N.V.” ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het bezwaar alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 november 2001, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. Bij brief van 14 februari 2002 hebben burgemeester en wethouders van antwoord gediend. Bij brief van 8 maart 2002 heeft “Bavaria N.V.” een memorie ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 juli 2002, waar “Bavaria N.V.”, vertegenwoordigd door [gemachtigde] is verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Het perceel is gelegen op ongeveer 550 meter van de woning van appellant. Tussen de tunnel en zijn woning bevindt zich een rij bomen. De tunnel is in elk geval door deze bomen aan het zicht van appellant ontrokken. 2.2. Anders dan de rechtbank heeft overwogen, is appellant onder deze omstandigheden geen belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. 2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient, zij het met verbetering van de gronden waarop die rust, te worden bevestigd. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, Voorzitter, en mr. J.A.M. van Angeren en mr. H.G. Lubberdink, Leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Groenendijk, ambtenaar van Staat. w.g. Loeb w.g. Groenendijk Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2002 164.