
Jurisprudentie
AE8063
Datum uitspraak2002-09-20
Datum gepubliceerd2003-11-28
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers37082
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-11-28
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers37082
Statusgepubliceerd
Indicatie
Nr. 37.082 20 september 2002 JV gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 maart 2001, nr. BK-98/02492, betreffende de haar in rekening gebrachte kosten van vervolging.
1. Beschikking, bezwaar en geding voor het Hof...
Uitspraak
Nr. 37.082
20 september 2002
JV
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 maart 2001, nr. BK-98/02492, betreffende de haar in rekening gebrachte kosten van vervolging.
1. Beschikking, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is ter zake van de betekening van een dwangbevel tot betaling van een haar opgelegde aanslag in de afvalstoffenheffing van de gemeente Leiderdorp voor het derde kwartaal 1997 door de Belastingdeurwaarder op 25 maart 1998 een bedrag van ƒ 50 aan kosten in rekening gebracht, welk bedrag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van het hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Leiderdorp is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft die uitspraak bevestigd.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij enkele klachten aangevoerd.
3. Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2002.

