
Jurisprudentie
AE8233
Datum uitspraak2002-09-30
Datum gepubliceerd2002-10-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/027432-02
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-10-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/027432-02
Statusgepubliceerd
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/027432-02
rolnummer 0001
's-Gravenhage, 30 september 2002
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 16 september 2002.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr H.W. Lagraauw, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Van den Honert heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 1 primair en 2 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Hensen, voorzitter,
Bergman en Van Harte, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Blommesteyn, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 september 2002.
mr Van Harte is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

