
Jurisprudentie
AE9593
Datum uitspraak1999-04-01
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers99/170
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers99/170
Statusgepubliceerd
Indicatie
Het enkele feit van boetes, ook voor rijden onder invloed, is onvoldoende grond voor afwijzing.
Uitspraak
Gerechtshof te Arnhem
Eerste civiele kamer
Arrest
in de zaak van:
X
wonende te Arnhem,
appellant,
procureur: mr A.J.M. van Haaren te Arnhem.
1 Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar het vonnis van de rechtbank te Arnhem van 8 maart 1999, dat in fotokopie aan dit arrest is gehecht.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 16 maart 1999, is appellant (hierna te noemen: X.) in hoger beroep gekomen van voormeld vonnis van 8 maart 1999, waarbij zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen.
2.2 Bij voormeld beroepschrift heeft X. het hof verzocht de beschikking (bedoeld is: het vonnis) van de rechtbank te Arnhem van 8 maart 1999 te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, alsnog het verzoek van X. tot toepassing van de schuldsaneringsregeling toe te wijzen.
2.3 Het hof heeft kennisgenomen van de overige stukken.
2.4 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 1 april 1999, waarbij X. is verschenen, bijgestaan door zijn procureur.
3 De motivering van de beslissing in hoger beroep
3.1 Het hoger beroep is tijdig ingesteld.
3.2 Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat X. ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van schulden niet te goeder trouw is geweest (artikel 288, tweede lid onder b, Faillissementswet). Voor het ontbreken van deze goede trouw acht het hof onvoldoende dat een deel van de schulden van X. bestaat uit door hem te betalen boetes.
Nu evenmin aannemelijk is geworden dat één van de andere in artikel 288 Faillissementswet limitatief opgesomde afwijzingsgronden zich hier voordoet, zal het hof de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling alsnog uitspreken. Het bestreden vonnis zal derhalve worden vernietigd.
4 De beslissing
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de rechtbank te Arnhem van 8 maart 1999, en, opnieuw rechtdoende,
spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit.
Dit arrest is gewezen door mrs Van der Weij, Houtman en Smeeïng-Van Hees en in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 april 1999.

