
Jurisprudentie
AF0038
Datum uitspraak2001-08-30
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers54142/FT-EA
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers54142/FT-EA
Statusgepubliceerd
Indicatie
Het niet hebben van een verblijfsvergunning leidt tot afwijzing, omdat niet kan worden voldaan aan de verplichtingen.
Uitspraak
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Enkelvoudige kamer
X.,
Wonende te P.,
geboeren op Q,
verzoeker,
heeft op 4 juli 2001 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Verzoeker is gehoord ter terechtzitting van 30 augustus 2001.
Uit de overgelgde stukken is gebleken dat verzoeker reeds eerder, namelijk op 14 juli 1994 in staat van faillissement werd verklaard. Dit faillissement is op 6 juli 1995 in verband met de toestand van de boedel opgeheven. Ingevolge artikel 288, lid 2, sub a Faillissementswet kan het verzoek om deze reden worden afgewezen.
Voorts bleek uit de overgelegde stukken en de door verzoeker ter zitting gegeven toelichting dat de schuld aan de gemeente Alkmaar ad. f.11.110,38 is ontstaan door in de jaren 1990/1991, 1993/1994 en 1999/2000 onterecht genoten uitrekening op grond van de Algemene Bijstandswet. Verder is gebleken dat één van de schulden bestaat uit een bedrag van f.3.707,96 aan het CJIB in verband met diverse verkeersovertredingen.
Gezien de aard van voormelde schulden acht de rechtbank het aannemelijk dat verzoeker ten aanzien van het ontstaan daarvan niet te goeder trouw is geweest in de zin van artikel 288, lid 2, sub b Faillissementswet. Bedoelde schulden maken een aanzienlijk gedeelte uit van de totale schuldenpositie.
Ter zitting gaf verzoeker aan thans niet over een geldige verblijfsvergunning te beschikken. Op grond daarvan bestaan onvoldoende vooruitzichten dat verzoeker uitvoering zal kunnen geven aan de verplichtingen, verbonden aan de schuldsaneringsregeling. derhalve is naast vorengenoemde afwijzingsgronden ook die van artikel 288, lid 1 sub b (slot) van de Faillissementswet van toepassing.
Het vorenstaande is aanleiding het verzoek tot definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling af te wijzen.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek af;
Gewezen door mr. L. Janse, lid van de genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 augustus 2001 in tegenwoordigheid van mr. V.P. Schulze als griffier.