Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF0048

Datum uitspraak2001-01-29
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
ZaaknummersR01/946
Statusgepubliceerd


Indicatie

Zolang het niet duidelijk is of en zo ja onder welk huwelijksgoederenregime een verzoeker is gehuwd, kan hij niet worden toegelaten.


Uitspraak

Gerechtshof te 's-Gravenhage Tweede Civiele Kamer X., Wonende te P., Appellante Procureur: mr. J.A. van Keulen. Her geding Bij verzoekschrift ingekomen ter griffie van het hof op 23 november 2001 heeft X. hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Rotterdam van 16 november 2001, waarbij het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen. Bij voormeld verzoekschrift heeft X. het hof verzocht het vonnis waarvan beroep te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, haar alsnog toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 januari 2002, waarbij X. is verschenen, bijgestaan door mr. C.C.M. Welten, advocaat te Rotterdam. Beoordeling van het hoger beroep 1. X. heeft gesteld dat de rechtbank ten onrechte haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen. 2. Uit de aan het hof overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat X. in of omstreeks 1992 vanuit Liberia naar Nederland is gekomen. Bij aankomst in Nederland is zij geregistreed als zijnde gehuwd. X. heeft ter zitting van het hof verklaard dat zij niet officieel is gehuwd, maar dat zij in Liberia een traditioneel huwelijk is aangegaan. 3. Uit het proces-verbaal van de rechtbank te Rotterdam van 14 november 2001 is gebleken dat de heer K.A. Nieuwstraten, schuldhulpverlener, in eerste aanleg heeft verklaard dat X. in 1999 is gehuwd, als gehuwd geregistreerd staat en thans bezig is met een echtscheidingsprocedure. De raadsman van X., mr. Welten, heeft ter zitting van het hof verklaard dat het hem ondanks navraag bij de Burgerlijke Stand en het IND niet duidelijk is geworden of X. thans nog gehuwd is of ooit gehuwd is geweest. De schulden ten aanzien waarvan toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt verzocht zouden zijn gemaakt door de (ex)-echtgenoot van X. 4. Ingevolge artikel 284 lid 3 Fw. kan een schuldenaar het verzoek tot het toepassen verklaren van de schuldsaneringsregeling slechts doen met ,edewerking van zijn of haar echtgenoot, tenzij iedere gemeenschap van goederen tussen de echtgenoten is uitgesloten. Het hof is van oordeel dat nu er nog steeds grote onduidelijkheid bestaat of X. gehuwd is, en het ook onduidelijk is door welk recht het eventuele huwelijksvermogenregime wordt beheerst, het verzoek van X. tot het toepassen verklaren van de schuldsaneringsregeling dient te worden afgewezen. Het bestreden vonnis dient derhalve te worden bekrachtigd. Beslissing Het hof: bekrachtigd het vonnis van de rechtbank te Rotterdam van 16 november 2001. Dit arrest is gewezen door mrs. In 't Velt-Meijer, Van der Klooster en Van Apeldoorn en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 januari 2002 in tegenwoordigheid van de griffier.