
Jurisprudentie
AF0066
Datum uitspraak2002-10-30
Datum gepubliceerd2002-11-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09-925010-02
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-11-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09-925010-02
Statusgepubliceerd
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
VERKORT VONNIS)
parketnummer 09-925010-02
rolnummer 0001
's-Gravenhage, 30 oktober 2002
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Marokko),
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
ter zitting van 16 oktober 2002 (u.a.h.) gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, Huis van Bewaring Zoetermeer te Zoetermeer.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 16 oktober 2002.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr E.J.P. Nolet, is verschenen en gehoord.
Er heeft zich een benadeelde partij gevoegd.
De officier van justitie mr Remmerswaal heeft gevorderd dat verdachte terzake van de hem bij dagvaarding primair telastgelegde moord wordt vrijgesproken en dat verdachte terzake van de hem bij dagvaarding eveneens primair telastgelegde doodslag wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot (hoofdelijke) toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij].
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder primair, subsidiair en meer subsidiair is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De vordering van de benadeelde partij.
[benadeelde partij], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot euro 7.041,70.
De rechtbank dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, aangezien verdachte zal worden vrijgesproken van de hem telastgelegde feiten.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder primair, subsidiair en meer subsidiair telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Kalk, voorzitter,
Wien en Van den Boom, rechters,
in tegenwoordigheid van Van Dijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 oktober 2002.