Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF0172

Datum uitspraak1999-02-22
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers34571/FT-RK 99.85
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verstoring paritas creditorum en vervreemding verpande zaken


Uitspraak

Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch, Enkelvoudige kamer X. wonende te P. verzoeker, heeft op 2 februari 1999 een verzoekschrift ingediend tot opheffing van het op 3 juli 1996 uitgesproken faillissement van X. onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft kennisgenomen van het ter griffie aanwezige dossier betreffende het lopende faillissement van verzoeker, waarin - ondermeer - opgenomen een viertal verslagen van de curator als bedoeld in artikel 73a Fw. De rechtbank heeft voorts verzoeker alsmede de curator in zijn faillissement gehoord ter zitting van 22 februari 1999. De rechtbank is op grond van de aldus verkregen informatie van oordeel dat verzoeker niet danwel in onvoldoende mate jegens de curator heeft voldaan aan zijn verplichting als bedoeld in artikel 105 Fw. en dat hij tijdens zijn faillissement middels een informeel akkoord met enkele door verzoeker geselecteerde crediteuren, gefinancierd met tot de failliete boedel behorende geldmiddelen, doende is geweest met een verstoring van de paritas creditorum een en ander zodanig dat het de curator in zijn faillissement tot op heden niet mogelijk is gebleken de juiste staat en omvang van de failliete boedel te bepalen. De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat verzoeker in een periode kort voor zijn faillissement één of meerdere aan een derde (de bank) - stil - verpande zaken heeft vervreemd en opbrengst hiervan heeft geïncasseerd, zulks buiten medeweten, laat staan instemming, van de pandhouder. De rechtbank leidt uit vorenstaande af dat er gegronde vrees bestaat dat verzoeker tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling zal trachten zijn schuldeisers te benadelen of zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren zal nakomen. Het verzoek dient derhalve te worden afgewezen. BESLISSING De rechtbank: - wijst het verzoek af. Gewezen door mr. H. Emmerig, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 februari 1999 in tegenwoordigheid van C.M. Sweep, griffier.