
Jurisprudentie
AF0188
Datum uitspraak2000-06-06
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers00/68 R
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers00/68 R
Statusgepubliceerd
Indicatie
Voortzetting schuldsanering ondanks bar slechte motivatie van saniet
Valt betaling rente en dergelijke aan hypotheekhouder onder bereik van artikel 303 Fw?
Uitspraak
Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch
Bij vonnis van deze kamer van 31 januari 2000 is de definitieve schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
X.,
geboren ...
wonende te P.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de op 16 mei 2000 gehouden verificatievergadering, alsmede van een ontwerp van een saneringsplan.
De saniet, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.W.M. Zegers, de waarnemend-bewindvoerder en mr. T.A. Timmermans namens schuldeiseres Y.-B.V. zijn ter terechtzitting van 30 mei 2000 gehoord. De rechter-commissaris heeft bij die gelegenheid schriftelijk verslag uitgebracht.
In zijn verslag adviseert de rechter-commissaris de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. Hij voert daartoe aan, dat de saniet:
niet bereid is het maximumbedrag ten behoeve van de crediteuren te sparen;
niet bereid is mee te werken. aan de onderhandse verkoop van de echtelijk woning;
zich niet daadwerkelijk de belangen van de schuldeisers aantrekt, hetgeen uit het door hem opgestelde ontwerp saneringsplan blijkt.
De rechtbank overweegt dat voor het onder a. genoemde argument geen aanknopingspunten in het dossier zijn te vinden. De enkele door saniet ter verificatievergadering gemaakte opmerking: "Ik ben bereid om 3 jaar lang een bedrag van fl. 100,-- per maand te betalen" merkt de rechtbank niet als zodanig aan. Argument b. is juist. Saniet heeft op dit punt zelfs verklaard zijn huis liever af te breken, dan mee te werken aan onderhandse verkoop. Evenwel kan argument b) niet zondermeer tot tussentijdse beëindiging leiden nu de bewindvoerder op grond van artikel 347 lid 3 Fw. tot onderhands. verkoop bevoegd zal zijn. Indien de echtgenote van saniet harerzijds de medewerking weigert, zal de bewindvoerder terzake passende maatregelen kunnen nemen.
Met de rechter-commissaris is de rechtbank van oordeel dat het door de saniet opgestelde saneringsplan nauwelijks serieus genomen kan worden. Alhoewel hieruit inderdaad geconcludeerd kan worden dat de saniet zich niet daadwerkelijk de belangen van de schuldeisers aantrekt, betekent dit -bij gebreke van vooralsnog reële alternatieven- nog niet dat saniet hiermee de schuldeisers benadeelt of tracht te benadelen. Evenmin kan gezegd worden dat de saniet de ingevolge de schuldsaneringsregeling op hem rustende verplichtingen in die mate niet nakomt dat dit thans reeds de tussentijdse beëindiging rechtvaardigt.
Ook overigens acht de rechtbank onvoldoende grond voor tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling aanwezig. Derhalve dient de toepassing van de schuldsanering vooralsnog te worden voortgezet.
Nu het door saniet opgesteld ontwerp-saneringsplan niet bruikbaar is, zal de rechtbank ambtshalve tot vaststelling van het saneringsplan overgaan Het door de rechter-commissaris in zijn advies -subsidiair- voorgestelde saneringsplan zal daarbij als uitgangspunt gelden.
Beslissing
De rechtbank:
bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt voortgezet;
stelt het saneringsplan als volgt vast:
De termijn van de schuldsanering wordt bepaald op 3 jaar te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 31 januari 2003.
Gedurende de looptijd zal saniet zich inspannen om een inkomen te verwerven van in totaal minimaal fl. 2.800,-netto per maand, zodra zijn gezondheid zulks toelaat.
Alle inkomsten boven het vrij te laten inkomen komen ten gunste van de boedelrekening.
Zolang de saniet geen inkomsten uit arbeid geniet zal het vrij te laten inkomen worden vastgesteld op 95% van de toepasselijke bijstandsnorm, zijnde de norm voor een echtpaar inclusief vakantietoeslag thans bedragende fl. 2.062,10). Indien de echtgenote van saniet eigen inkomsten heeft of verwerft, gelden andere, nader te bepalen, percentages. Nu de woonkosten thans bestaan uit de verplichting tot betaling van rente e.d. aan de hypotheekhouder wordt gezien de werking van artikel 305 Fw. geen verhoging van het vrij te laten bedrag vastgesteld. Indien na verkoop van de woning (zie hieronder) saniet een huurhuis zal betrekken zal aanpassing op dit punt aan de rechtbank kunnen worden verzocht.
Het jaarlijks uit te keren vakantiegeld komt volledig ten gunste van de boedel.
Het vermogen van saniet zal ten gelde worden gemaakt en worden ingebracht in de boedel. In het bijzonder zal de bewindvoerder op een zo kort mogelijke termijn over kunnen gaan tot verloop van de echtelijke woning op een zo gunstig mogelijke wijze. Voorzover voor de verkoop en feitelijke levering de medewerking van saniet is vereist, zal hij die medewerking verlenen. De bewindvoerder zal voorzover nodig- passende maatregelen treffen om ook de medewerking van de echtgenote van de saniet tot verkoop en levering te verkrijgen. Saniet zal ook hieraan -voorzover dat in zijn macht ligt- zijn medewerking verlenen.
Gedaan door mr. S.M.A.M. Venhuizen, lid van de eerste enkelvoudige kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 juni 2000 in tegenwoordigheid van C.M. Sweep, griffier.