Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF0359

Datum uitspraak1999-08-24
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers99/409/R 58456
Statusgepubliceerd


Indicatie

Schulden niet te goeder trouw door onder andere het ontbreken van een boekhouding.


Uitspraak

Arrondissementsrechtbank Haarlem Enkelvoudige kamer X. te P. Verzoeker, heeft op 16 augustus 1999 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Ter terechtzitting van 24 augustus 1999 is verzoeker gehoord. Mede gelet op het proces-verbaal van verhoor van de terechtzitting van 24 augustus 1999, waarvan de inhoud als hier ingevoegd dient te worden beschouwd, is de rechtbank van oordeel dat verzoeker ten aanzien van het ontstaan van een substantieel deel van de schulden, met name ten gevolge van het ontbreken van een boekhouding over de jaren 1995 en 1996, niet te goedertrouw is geweest. Voorts constateert de rechtbank dat een zéér substantieel deel van de schulden de Ontvanger der directe belastingen en de bedrijfsvereniging betreft, te weten fl. 120.332, en fl. 31.685,17, samen ongeveer één vierde van de totale schuldenlast ten aanzien waarvan verzoeker niet te goeder trouw moet zijn geacht. Van belang acht de rechtbank hierbij dat verzoeker al eerder een bedrijf heeft gehad en dus, in tegenstelling tot zijn zoon Y. die bij het aangaan van de VOF 17 jaar was, volledig op de hoogte moet worden geacht van de verplichtingen die bij het voeren van een onderneming horen. Het verzoek tot definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling dient derhalve te worden afgewezen. Beslissing De rechtbank: -wijst het verzoek af. Gewezen door mr. M.C.M. van Dijk, rechter, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 augustus 1999 in tegenwoordigheid van de griffier.