
Jurisprudentie
AF0364
Datum uitspraak1999-09-07
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers40382 FT-RK 99.256
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers40382 FT-RK 99.256
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verzoeker blijft alsmaar in gebreke met overlegging verklaring.
Uitspraak
Arrondissementsrechtbank te Groningen,
Eerste enkelvoudige kamer
X. geboren op ...
wonende te P.
hierna te noemen de schuldenaar,
heeft op 8 juli 1999 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
De behandeling van bovenvermeld verzoekschrift heeft voor het eerst plaatsgevonden op 13 juli 1999, alwaar de schuldenaar is verschenen, die verklaarde dat hij zo spoedig mogelijk de verklaring als bedoeld in artikel 285 van de Faillissementswet van de gemeente zal laten opmaken en deze bij de volgende behandeling mee zal nemen.
Vervolgens is de behandeling aangehouden tot 10 augustus 1999, welke behandeling op schriftelijk verzoek van de schuldenaar is aangehouden tot 24 augustus 1999. Op 24 augustus 1999 is namens de schuldenaar zijn vader, de heer X., ter terechtzitting verschenen, die meedeelde dat zijn zoon wegens persoonlijke omstandigheden niet ter zitting aanwezig kon zijn en dat zijn zoon de gegevens, die de gemeente nodig heeft om eerdergemelde verklaring ex artikel 285 lid 1 op te stellen, nog steeds niet aan de gemeente had toegezonden.
De rechtbank heeft hierna de behandeling aangehouden tot 7 september 1999 om de schuldenaar voor de laatste keer in de gelegenheid te stellen de gewenste gegevens alsnog over te leggen aan de rechtbank. De rechtbank heeft hem daartoe bij brief van 24 augustus 1999 uitgenodigd. Op 7 september 1999 is de schuldenaar niet verschenen. Hij heeft bij fax van 7 september 1999 aan de rechtbank meegedeeld dat hij niet in staat is om naar de terechtzitting te komen.
Uit het voorgaande leidt van de rechtbank af dat de schuldenaar niet, dan wel moeilijk in staat moet worden geacht gemaakte afspraken na te komen. Uit het niet, dan wel niet tijdig verstrekken van informatie met betrekking tot zijn financiƫle en maatschappelijke omstandigheden, put de rechtbank de vrees dat de schuldenaar ook zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren zal nakomen. Dit leidt ertoe dat het verzoek dient te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Gewezen door mr J.P. Evenhuis, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 september 1999 in tegenwoordigheid van de griffier.