Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF0446

Datum uitspraak1999-09-29
Datum gepubliceerd2006-08-07
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers99/562
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzoeker heeft de bedrijfsvoering van zijn eenmanszaak overgelaten aan zijn vriendin. Er is geen administratie bijgehouden en verzoeker heeft nooit enige controle uitgevoerd. Volgens de rechtbank heeft verzoeker zich, door op deze wijze te handelen, geheel aan zijn verantwoordelijkheid als eigenaar onttrokken. Verzoeker kan ten aanzien van het ontstaan van de schulden niet als te goeder trouw worden aangemerk. Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt afgwezen.


Uitspraak

Arrondissementsrechtbank te Rotterdam, Enkelvoudige kamer X., wonende te P. verzoeker, heeft op 21 september 1999 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Uit de stukken alsmede uit het verhandelde ter terechtzitting, waaronder de verklaring van verzoeker zelf, is het volgende gebleken. Verzoeker heeft een totaal schuldenpakket van ongeveer fl. 105.000,00. Verzoeker is jarenlang als internationaal chauffeur werkzaam geweest. Vijf jaar geleden bedroeg zijn schuld aan de VSB-bank ongeveer fl. 15.000,00. De overige schulden zijn in de afgelopen vijf jaar opgebouwd. Verzoeker heeft onder zijn eigen naam een eenmanszaak gevoerd en heeft zich als zodanig laten inschrijven in het Handelsregister. De bedrijfsvoering van de eenmanszaak heeft verzoeker overgelaten aan zijn ex-vriendin, die hij daartoe gevolmachtigd heeft. Er is geen administratie bijgehouden. Verzoeker heeft nimmer enige controle uitgevoerd en ook geen eindbalans opgemaakt. De eenmanszaak heeft meer dan fl. 60.000,00 aan schulden opgeleverd. Van het bestaan van deze schulden vernam verzoeker op een moment dat het te laat was. De rechtbank is van oordeel dat voldoende vast is komen te staan dat verzoeker zich geheel aan zijn verantwoordelijkheid als eigenaar van zijn eenmanszaak heeft onttrokken, doordat hij over een aangesloten reeks van jaren de feitelijke bedrijfsvoering van zijn eenmanszaak aan een derde heeft overgelaten zonder enig vorm van controle en bovendien verzuimd heeft om boek te houden. Hierdoor is het merendeel van de schulden van verzoeker ontstaan en heeft hij zijn crediteuren ernstig benadeeld. De rechtbank is van oordeel dat verzoeker ten aanzien van het ontstaan van bedoelde schulden niet als te goeder trouw kan worden aangemerkt, zodat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dient te worden afgewezen. Beslissing De rechtbank: - wijst het verzoek af. Gewezen door mr. A.B.H.M. van Thiel, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 september 1999 in tegenwoordigheid van de griffier.