Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF0524

Datum uitspraak2000-09-21
Datum gepubliceerd2006-08-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers2000/444
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzoek tot toewijzing van de schuldsaneringsregeling afgewezen omdat onvoldoende zekerheid is of verzoeker van zijn gokprobleem af is.


Uitspraak

Gerechtshof te Arnhem Arrest in de zaak van: X. en Y. beiden wonende te P., echtelieden appellanten, procureur: mr. C.G.Th. van Ouwerkerk. 1 Het geding in eerste aanleg Het hof verwijst naar de vonnissen van de rechtbank te Zutphen van 8 augustus 2000, die in fotokopie aan dit arrest zijn gehecht. 2 Het geding in hoger beroep 2.1 Bij het ter griffie van het hof op 15 augustus 2000 per fax en op 16 augustus 2000 per gewone post ingekomen beroepschrift zijn appellanten (hierna te noemen X. respectievelijk Y.) in hoger beroep gekomen van voornoemde vonnissen, waarbij hun beider verzoeken tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zijn afgewezen. 2.2 Bij voormeld beroepschrift hebben appellanten het hof verzocht de voormelde vonnissen van 8 augustus 2000 te vernietigen en hen alsnog toe te laten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. 2.3 Het hof heeft kennisgenomen van de overige bij het beroepschrift behorende producties, alsmede van het rapport d.d. 12 september 2000 van de Instelling Verslavingszorg Stedendriehoek te Epe, per fax op 13 september 2000 ter griffie ontvangen. 2.4 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 september 2000, waarbij appellanten zijn verschenen in persoon, bijgestaan door mr. L.J. Steenbergen, advocaat te Epe. 3 De motivering van de beslissing in hoger beroep 3.1 Het hoger beroep is tijdig ingesteld 3.2 Uit de processtukken en het verhoor ter terechtzitting is gebleken dat X. sinds 1984 verslaafd is aan gokken. Volgens zijn eigen verklaring is hij in november 1999 gestopt met gokken en is hij niet meer gokverslaafd. In totaal heeft hij in de periode van 1984 tot november 1999 f 100.000,- verloren met gokken. Het grootste deel (f 62.282,16) van de totale huidige schuldenlast van appellanten van f 88.649,88 is hiervan een direct gevolg, doordat X. geld leende bij verschillende instanties om in zijn gokverslaving te kunnen voorzien. X. is op 8 augustus 2000 in verband met zijn gokverslaving verwezen naar de Instelling Verslavingszorg Stedendriehoek te Epe (IVS), waar hij inmiddels drie gesprekken heeft gehad. 3.3 Gelet op de lange duur van de gokverslaving en de aanzienlijke schuldenlast die hierdoor in de loop van ruim 15 jaar is opgebouwd, is het hof van oordeel X. ten aanzien van het ontstaan van een groot deel van de schulden niet te goeder trouw is geweest. Hoewel hij volgens zijn verklaring in de loop der jaren op de schulden heeft afgelost, bleef hij ook bijlenen om te kunnen gokken. In dit verband neemt het hof in aanmerking de omstandigheid dat X. eerst recent stappen heeft ondernomen om hulp te zoeken bij zijn verslavingsprobleem en dat in dat kader na de eerste drie gesprekken bij IVS de vervolgbehandeling nog moet beginnen. Zo zullen in eerste instantie voor de duur van drie maanden een maal per twee weken door IVS gesprekken met X. en Y. worden gevoerd. Naar het oordeel van het hof is er daarom thans nog onvoldoende zekerheid dat X. definitief van zijn gokprobleem af is. Gelet op het hiervoor overwogene zal het verzoek van X. op grond van artikel 288 lid 2 aanhef en onder Faillissementswet worden afgewezen en het bestreden vonnis worden bekrachtigd. 3.4 Het verzoek van Y. dient eveneens te worden afgewezen, nu zij in gemeenschap van goederen met X. gehuwd is. Ingevolge artikel 313 Faillissementswet is artikel 63 Faillissementswet van overeenkomstige toepassing. Dit brengt mee dat de afwijzing van het verzoek van X. tevens tot gevolg heeft dat ook het verzoek van Y. moet worden afgewezen. Het bestreden vonnis zal derhalve worden bekrachtigd. 4 De beslissing Het hof, rechtdoende in hoger beroep: bekrachtigd de vonnissen van de rechtbank te Zutphen van 8 augustus 2000 Dit arrest is gewezen door mrs. Houtman, Steeg en Hilverda en tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 september 2000 en bij verhindering van de voorzitter getekend door de oudste raadsheer.