
Jurisprudentie
AF0575
Datum uitspraak2002-10-30
Datum gepubliceerd2002-11-14
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/00787
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-11-14
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/00787
Statusgepubliceerd
Uitspraak
WAHV 02/00787
30 oktober 2002
CJIB 42345591
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank te 's-Hertogenbosch
van 3 april 2002
betreffende
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [plaatsnaam]
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement 's-Hertogenbosch niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
Naar het hof begrijpt heeft de betrokkene naar aanleiding van de eerste aanmaning d.d. 20 augustus 2002 gereageerd door het zenden van een huurcontract en de eerste aanmaning naar het CJIB.
Het CJIB heeft deze stukken opgevat als een beroepschrift en doorgezonden aan de griffier van de rechtbank, die vervolgens deze stukken, alsmede de op de zaak betrekking hebbende stukken, heeft doorgezonden aan de griffier van het hof.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
Bij faxbericht d.d. 23 september 2002 heeft de betrokkene het verweerschrift geretourneerd en daarop vermeld, dat zij de Nederlandse taal niet begrijpt.
Bij brief van 26 september 2002 heeft de griffier een in de Duitse taal gestelde korte samenvatting van het verweerschrift aan de betrokkene doen toekomen.
Bij faxbericht d.d. 1 oktober 2002 heeft de betrokkene deze brief geretourneerd en daarop vermeld dat de beslissing van de kantonrechter in de Nederlandse taal is gesteld, en dat zij daarom niet op de hoogte was van de mogelijkheid om daartegen beroep in te stellen.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Ingevolge het in art. 14, eerste lid, WAHV in verbinding met het in de artt. 6:24, 6:7 en 6:8 Awb bepaalde dient het hoger beroep te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen een termijn van zes weken, welke termijn aanvangt op de dag na die waarop een afschrift van de bestreden beslissing aan de betrokkene is toegezonden.
3.2. Het beroepschrift is niet gedateerd. Uit de gedingstukken kan worden afgeleid, dat het op 27 augustus 2002 bij het CJIB is ingekomen. Aangezien de bestreden beslissing blijkens de gedingstukken op 22 april 2002 aan de betrokkene is toegezonden, is het beroepschrift niet tijdig ingediend.
3.3. Ingevolge art. 6:11 Awb blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
3.4. De betrokkene voert aan, dat zij niet op de hoogte was van de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen de beslissing van de kantonrechter, omdat deze in de Nederlandse taal is gesteld.
3.5. Onder de beslissing van de kantonrechter is de betrokkene in de Nederlandse taal gewezen op de mogelijkheid om daartegen hoger beroep in te stellen.
3.6. Nu de rechtsmiddelverwijzing niet in de Duitse taal is gesteld, kan redelijkerwijs niet worden geoordeeld dat de betrokkene in verzuim is geweest. Het hof acht het hoger beroep daarom ontvankelijk.
3.7. De kantonrechter heeft, uitgaande van zijn vaststelling dat de betrokkene niet binnen de in art. 11, derde lid, WAHV gestelde termijn zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie en dat de betrokkene evenmin binnen een nader gestelde termijn dit verzuim heeft hersteld, terecht het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kantonrechter dient derhalve te worden bevestigd.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mrs. Dijkstra, Van Dijk en Weenink, in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting, zijnde mr. Van Dijk buiten staat dit arrest te ondertekenen.