
Jurisprudentie
AF0599
Datum uitspraak2002-10-30
Datum gepubliceerd2002-11-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/00468
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-11-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/00468
Statusgepubliceerd
Uitspraak
WAHV 02/00468
30 oktober 2002
CJIB 37493827
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter te Nijmegen
van 28 november 2001
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats]
voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde]
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van ƒ 300,-- (€ Euro 136,13) opgelegd ter zake van "op autosnelweg keren", welke gedraging zou zijn verricht op 10 oktober 2000 op de Maas en Waalweg te Ewijk.
3.2. De betrokkene heeft de gedraging ontkend. Hij stelt dat hij nooit op de Maas en Waalweg te Ewijk is geweest en dat de buurt van Ewijk hem totaal onbekend is. Hij klaagt er voorts over, dat geen staandehouding heeft plaatsgevonden. Hij houdt het er voor dat er sprake is van een onjuiste waarneming, dan wel een verschrijving, terwijl evenmin uit te sluiten valt, dat eenzelfde auto met eenzelfde kenteken en/of een gelijkende auto met een gelijkend kenteken rondrijdt.
Voorts voert hij aan, dat de auto ten tijde van de vermeende gedraging zich voor de woning van de betrokkene bevond.
3.3. De officier van justitie heeft het beroep tegen de initiële beschikking ongegrond verklaard. Daarbij is overwogen, dat van het horen van de belanghebbende is afgezien, "nu naar het oordeel van de officier van justitie, het beroep kennelijk ongegrond is."
3.4. In het beroepschrift tegen de beslissing van de officier van justitie wordt namens de betrokkene bezwaar gemaakt tegen het niet horen door de officier van justitie. Door de gemachtigde van de betrokkene is bij brief van 8 juni 2001, binnengekomen bij het arrondissementsparket op 11 juni 2001, verzocht om - in verband met een verblijf in het buitenland gedurende een half jaar - een zitting niet eerder dan in de loop van 2002 te laten plaatsvinden. Desalniettemin is de gemachtigde opgeroepen voor de zitting van 28 november 2001. Bij brief van 6 november 2001, ingekomen bij de griffie van het kantongerecht te Nijmegen, schrijft de gemachtigde dat hij zich voor zijn werk tot eind 2001 in het buitenland bevindt en derhalve niet kan verschijnen. Hij vervolgt: "Ik heb doorgekregen dat verschijning ter zitting niet voorgeschreven is. Dus op dat punt is het niet erg dat ik niet kom. Echter bij deze breng ik, in de vorm van een pleitnota, mijn grieven tegen de Officier van Justitie onder uw aandacht."
3.5. In de onderhavige zaak kan niet gezegd worden dat uit het beroepschrift tegen de initiële beschikking zelf reeds aanstonds blijkt, dat de bezwaren van de betrokkene ongegrond zijn en dat er redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is over die conclusie. Naar het oordeel van het hof heeft de officier van justitie derhalve ten onrechte afgezien van het horen van de (gemachtigde van de) betrokkene.
3.6. Nu de gemachtigde van de betrokkene evenmin is gehoord door de kantonrechter is de betrokkene door het verzuim van de officier van justitie benadeeld. Daaraan kan niet afdoen dat de gemachtigde van de betrokkene alsnog heeft afgezien van het bijwonen van de zitting van de kantonrechter, gezien de omstandigheden waaronder dit is geschied.
3.7. Gelet op het bovenstaande zal het hof, teneinde de betrokkene of zijn gemachtigde in de gelegenheid te stellen alsnog gehoord te worden, ambtshalve de zaak op een zitting behandelen.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
bepaalt dat de zaak zal worden behandeld op de zitting van 14 november 2002;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Dijkstra, Van Dijk en Weenink, in tegenwoordigheid van mr. Bennen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.